Swedenborg over het Goede en het Ware.

Hemelse Leer
Hoofdstuk 1.
Over het goede en het ware.


Over het Goede en het Ware.

11. Alle dingen in het heelal, die volgens de Goddelijke Orde zijn, hebben betrekking op het Goede en het Ware. Er bestaat niets in de hemel en niets in de wereld, dat niet op die twee betrekking heeft. De oorzaak hiervan is dat beide, zowel het goede als het ware, voortgaan uit het Goddelijke, waaruit alle dingen zijn.
12. Daaruit blijkt, dat niets méér nodig is voor de mens, dan dat hij weet wat het goede en wat het ware is, en hoe het ene het andere beoogt, en hoe het ene wordt verbonden met het andere. Ook voor de mens van de kerk is het hoogst belangrijk, want zoals alle dingen van de hemel betrekking hebben op het goede en het ware, evenzo ook alle dingen van de kerk, omdat het goede en het ware van de hemel eveneens het goede en het ware van de kerk. Daarom beginnen we met uit te gaan van het Goede en het Ware.
13. Het is volgens de goddelijke orde, dat het goede en het ware verbonden mogen zijn en niet gescheiden, opdat zij één zijn en niet twee. Verbonden immers gaan zij voort uit het Goddelijke en verbonden zijn zij in de hemel, en dus zullen zij verbonden zijn in de Kerk. De verbinding van het goede en het ware wordt in de hemel genoemd het hemelse huwelijk, want in dit huwelijk zijn allen die daar zijn. Daarom is het dat in het Woord de hemel wordt vergeleken met een huwelijk, en dat de Heer wordt geheten Bruidegom en Echtgenoot, de Hemel echter Bruid en Echtgenote, eender de kerk. Dat de hemel en de kerk zo worden geheten, is omdat zij die daar zijn, het goddelijk goede opnemen in de ware dingen.
14. Alle inzicht en wijsheid die de engelen hebben, is vanuit dat huwelijk, en niet enige vanuit het goede gescheiden van het ware, noch uit het ware gescheiden van het goede. Iets eenders is het geval met de mensen van de kerk.
15. Omdat de verbinding van het goede en het ware is zoals als een huwelijk, zo blijkt dat het goede het ware liefheeft, en andersom het ware het goede liefheeft, en dat het ene verlangt met het andere verbonden te worden. De mens van de kerk die niet zulk een liefde en zulk een verlangen heeft, is niet in het hemelse huwelijk. In hem is nog niet de kerk, want de verbinding van het goede en het ware maakt de kerk.
16. De goede dingen zijn veelvuldig. In het algemeen is er het geestelijke goede en het natuurlijke goede, en het ene en het andere zijn verbonden in het echte zedelijk goede. Zoals er de goede dingen zijn, zijn er eveneens de ware dingen, omdat de ware dingen zijn van het goede, en de vormen van het goede zijn.
17. Zoals het gesteld is met het goede en het ware, is het vanuit het tegenovergestelde het geval met het boze en het valse. Zoals alle dingen in het heelal, die zijn volgens de goddelijke orde, betrekking hebben op het goede en het ware, evenzo hebben alle dingen die tegen de goddelijke orde zijn, betrekking hebben op het boze en het valse. Voorts dat zoals het goede het liefheeft verbonden te worden met het ware en andersom, evenzo heeft het boze het lief verbonden te worden met het valse, en omgekeerd. Eveneens zoals alle inzicht en wijsheid wordt geboren vanuit de verbinding van het goede en het ware, evenzo alle waanzin en dwaasheid vanuit de verbinding van het boze en het valse. De verbinding van het boze en het valse wordt het helse huwelijk genoemd.
18. Hieruit, dat het boze en het valse zijn tegenovergesteld aan het goede en het ware, blijkt dat het ware niet kan verbonden worden met het boze, noch het goede met het valse van het boze. Indien het ware wordt toegevoegd aan het boze, zo wordt het niet langer het ware, maar het valse, omdat het vervalst is. En indien het goede wordt toegevoegd aan het valse van het boze, zo wordt het niet langer het goede maar het boze, omdat het verechtbreukt is. Maar het valse dat niet van het boze komt kan wel verbonden worden met het goede.
19. Niemand die in het boze en vandaar in het valse is vanuit bevestiging en leven, kan weten wat het goede en het ware is, aangezien hij zijn boze gelooft het goede te zijn, en vandaar zijn valse gelooft het ware te zijn. Maar iedereen die in het goede en vandaar in het ware is vanuit bevestiging en leven, kan weten wat het boze en het valse is. De oorzaak hiervan is deze, dat al het goede en het ware ervan in zijn wezen hemels is, en wat niet in zijn wezen hemels is, is toch vanuit hemelse oorsprong. Al het boze echter en het valse ervan is in zijn wezen hels, en wat niet in zijn wezen hels is, is nochtans krachtens de oorsprong daarvandaan. Al het hemelse is in het licht, maar al het helse is in de duisternis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *