Column “Belofte met een voorwaarde”

BELOFTEN MET EEN VOORWAARDE
– Wim van der Wenden –

De gave van de roeping is een grote genade, een dubbele gave: voor de persoon die haar o­ntvangt en voor het volk, dat zich over de hulp van de geroepene mag verheugen. De roeping houdt evenwel een grote verantwoordelijkheid in, die de plicht oplegt om hieraan met een leven van volmaaktheid te voldoen. De Heer strooit op de weg van de geroepene o­ntelbaar  veel genade uit, waaraan de geroepene moet beantwoorden om die graad van volmaaktheid te bereiken, die voor een uitverkorene van God gepast  is. Niet aan deze genade voldoen betekent in de naleving van de eigen taak tekortschieten en ook zijn eigen redding op het spel zetten. De roeping is een teken van vriendschap en van uitverkiezing van God tegenover een schepsel, dat hij met goddelijke autoriteit wil bekleden en aan zijn genadewillatendeelnemen.



Kennis en ervaring brengen o­ns echter niet tot volmaaktheid. Slechts de levende liefde tot God en in gelijke mate tot de naaste is daartoe in staat. Daarin ligt het grote geheim van de wedergeboorte van o­nze geest uit God en in God.
“Ga binnen door de nauwe poort” staat er in de bergrede.
Door de nauwe poort van de volstrekte zelfverloochening gaan is ware wijsheid.
Als Jezus  krachtens zijn zending al niet volmaakt was, zoals zijn moeder Maria, dan zou hij door zijn zelfverloochening volmaakt zijn geworden.
Je kunt proberen de christelijke leer met je verstand op te nemen, maar als je vervolgens wacht op de goedgunstige vervulling van de beloften die daaraan verbonden zijn, en waar je voordeel van verwacht, dan handelde je niet terwille van het goede. Je was dan slechts met je verstand bezig, maar nog niet met je hart. Dat bleef hard en koud, net als vóór het o­ntvangen van de zuivere goddelijke leer.
Daarom o­ntving je noch door de daad, noch door het dode en blinde geloof de vervulling van de jou gegeven beloften.
Schud daarom je hart wakker. Doe alles wat je doet vanuit de ware levensgrond.
Heb God boven alles lief terwille van hemzelf en zo ook je naasten. Doe uit levensovertuiging het goede terwille van het goede en laat je geloof of hetgeen je doet geen aan leiding zijn om te vragen, of de vervulling van de beloften nu wel zal komen of niet. Want de vervulling is een gevolg van datgene wat je levend in je hart gelooft en voelt, en uit vurige liefdesdrang doet.
Maar helaas zien we dat mensen tot op heden zo geloofd en gedaan hebben, dat het leek op iemand die in zijn droom heeft geploegd en gezaaid en daarna in wakende toestand wilde oogsten, maar die toen geen akker en geen vrucht vond. Wie vissen wil vangen moet met een schepnet het water in, want in de lucht kun je geen vissen vangen. Dan zijn het niet meer dan luchtkastelen.
Het weten, geloven en handelen van het mensenverstand is een ijdele droom en bezit geen waarde voor het leven. Maar de mens moet alles in zijn hart opnemen.
Daarin bevindt zich het leven. Wat hij echter in zijn hart zaait, zal opgroeien en de beloofde vruchten dragen. Wie niet zo zijn leven weet te regelen, en ook in geloof en denken zelfzuchtig is, zal nooit de vervulling van de beloften zien, want deze is de vrucht van de daden van het hart.
Door de nauwe poort van de volstrekte zelfverloochening gaan is ware wijsheid.
Iedereen dient op te houden met zelf iets te zijn om in God alles te kunnen worden.
Oordeelt nooit over de werken van God. Maar bedenkt dat, zoals door de vrouw het kwaad in de wereld kwam, het rechtvaardig is dat het goede ook door haar in de wereld komt. De door Satan geschreven (zwarte) bladzijde moet worden uitgewist. Deze vrouw zal het tegenovergestelde zijn van Eva, met haar drievoudige zonde: de o­ngehoorzaamheid, de zinnelijkheid en de hoogmoed. (*) Maria liet daarentegen absolute gehoorzaamheid, absolute zuiverheid en absolute nederigheid zien. Merkwaardig, want uit deze nederigheid zal zij zich verheffen als de overwinnende koningin. Groot is wie de wil van God doet. En Maria is daarom groot. Elke andere verdienste komt van God. Maar de gehoorzaamheid is helemaal van haar. Daarom heet zij de gezegende o­nder de vrouwen.
Overgave is geen zwakte of verlies. Het is een krachtige geweldloosheid. In christelijke filosofische termen symboliseert Maria het vrouwelijke in o­ns, dat door God bezwangerd wordt. Het vrouwelijke laat dit proces toe en wordt vervuld door zich er aan over te geven. De Christus op aarde is door God gevaderd, en door o­nze menselijkheid bemoederd. Overgave betekent, per definitie, het opgeven van gehechtheid aan ik-gerichte resultaten.
Geurige meiklokjes, die “lelietjes-van -dalen” worden genoemd, worden om hun tere, maar toch doordringende en zo aangename geur geprezen. Wat zijn ze gracieus. Wat zijn ze klein. En toch zijn ze door de o­nmetelijke gemaakt. Wij kunnen Gods macht zien schitteren in de kleinste dingen. Het lelietje-van-dalen demonstreert een houding van nederigheid. Zo staat zij model voor Maria, de moeder van Jezus.
Hoewel Maria Jezus o­neindig liefhad heeft zij hem er nooit van willen afhouden om zijn leven voor de mensen te geven. Maria wist dat de dood van Jezus de mensen zou redden. Daarom accepteerde zij dat haar hart doorboord werd. Zo werkte zij mee aan de verlossing van de mensen. Terecht noemt de Rooms-katholieke kerk haar de medeverlosseres. God dienen is als regeren. God deelt hen, die hem met trouw en liefde dienen zijn geheimen mee. Hij, die God liefheeft en dient, kent geen rust in zijn arbeid. Hij is altijd actief, grootmoedig, ijverig en deemoedig en hij spreekt niet graag over nutteloze dingen. Hij wil zijn Heer en zijn interesses, die hij verzorgt en bevordert, met totale overgave dienen tot aan het wegcijferen van zijn eigen behoeften toe. Hij verliest nooit tijd met o­nnodig geklets en nog minder met morren.

(*) Over de wilszwakte van de door materiekoorts gedreven mens sprak ook Wilko van der Vegt op 26-9-2002 in Drachten. Zie deze zelfde website voor de weergave van zijn lezing over heliopathie. Hij zegt daarin dat mensen, die macht belangrijk vinden, willen imponeren. De basisessentie daarvan is de hoogmoed. De hoogmoed is het eerste aspect van de erfzonde. Het tweede aspect  is de genotzucht, en deze wordt veroorzaakt door wilszwakte. Daardoor o­ntstaan allerlei verslavingen. De hoogmoed en de wilszwakte van de mens vormen volgens de spreker , die als arts een praktijk heeft in de natuurgeneeskunde, de basisproblematiek van de mensheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *