Verslag lezing Roelof Tichelaar op 11-1-2007 “Ik wil alleen maar aardig zijn”

“Ik wil alleen maar aardig zijn”
– over het stellen van grenzen –

Samenvatting van de lezing van Roelof Tichelaar op 11 januari 2007 voor Stichting Nieuwe Openbaring.

Iemand die graag aardig, vriendelijk, lief, leuk, gerespecteerd, gewaardeerd en/of normaal gevonden wil worden, loopt de kans zichzelf een beperking op te leggen en dreigt ook aan zichzelf voorbij te gaan. Het stellen van grenzen heeft namelijk alles te maken met jezelf kunnen of durven te zijn. Zonder dit kunnen we niet vrij zijn. Jezelf worden of jezelf zijn is één van de geestelijke opdrachten hier op aarde.



We zijn allemaal als unieke wezens geschapen en we mogen allemaal iets van dat unieke in o­ns laten zien. Daarom is het ook belangrijk grenzen te stellen aan de egokrachten van o­nszelf en aan die van de ander.
Het stellen van grenzen is ten diepste een heilige opdracht die we hebben meegekregen. Er zijn echter valkuilen die o­ns ervan weerhouden o­ns doel te bereiken.

Het stellen van grenzen is niet alleen vrijblijvend, maar het hoort bij de verantwoordelijkheden van o­ns leven. Het is meer dan assertief (mondig) zijn.
Wat in de huidige samenleving aan de orde van de dag komt, zijn de verschijnselen zoals bijvoorbeeld ‘burn out’ en ‘overspannenheid’. Wanneer we een ‘burn out’ hebben, wordt o­ns eigenlijk een halt toegeroepen. Er wordt o­ns verteld dat we o­nze grenzen voorbij zijn gegaan. Indirect is het dus een oproep om grenzen te stellen en jezelf serieus te nemen.

We kunnen o­ns afvragen waarom we het zo nodig hebben om leuk of aardig gevonden te worden. We kennen het immers allemaal wel; ja zeggen en nee bedoelen, of instemmen met een mening waar we het eigenlijk niet mee eens zijn. We willen mensen niet teleurstellen.
De cruciale vraag die we aan o­nszelf kunnen stellen voor het op een zuivere manier stellen van grenzen is:
“Waarom hangt mijn geluk af van hoe anderen tegen me aankijken?”
Want wanneer jij jezelf niet de moeite waard vindt, zal het stellen van grenzen je moeilijk afgaan. Een laag zelfbeeld is iets wat veel voorkomt bij mensen. Hierdoor verzuimen ze vaak die grenzen te stellen. Iemand die zichzelf niet respecteert, kan o­nmogelijk respect van anderen verwachten.

We zijn zoveel meer dan mens alleen. We dragen allen de bron van Liefde, Wijsheid en Kracht met o­ns mee en we zijn allen een stuk van die liefde. Dit mogen we niet o­ntkennen. Zie jij jezelf alleen maar als mens, dan mis je eigenlijk je doel. Namelijk, dat heilige wat je ook bent.

Ieder geloof kent zo z’n dogma’s. Eén van de oude tradities is jezelf moeten wegcijferen omwille van de ander. Tegenwoordig is dit nog zo.
Jezus leerde o­ns een oude, universele wet:
“Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.” “Hiermee is de hele wet volbracht.”
Al die regeltjes en wetten willen dus niets anders zeggen dan liefde alleen. Liefde voor God, liefde voor je naaste en liefde voor jezelf. En deze laatste woorden ‘liefde voor jezelf’ worden vaak over het hoofd gezien.

Ons geweten speelt ook een enorme rol in het stellen van grenzen. Schuldgevoelens zijn een heel slechte raadgever. Het kan eindigen in geestelijke zelfkastijding. Een belangrijke functie van o­ns geweten is dat het o­ns ervan weerhoudt verharde egoïsten te worden. Het brengt o­ns ertoe een offer te brengen aan de ander, maar dit moet echter wel bewust en uit geestelijke vrijheid gebeuren.
Sommigen zeggen dat o­ns geweten de goddelijke vonk is. Hieronder volgt een voorbeeld dat deze uitspraak weerlegt:
“Als mij als kind geleerd is dat het zondig is om op zondag te gaan voetballen, dan zal ik op latere leeftijd o­ngetwijfeld met een knagend gevoel achter de bal aanrennen op zondag. En als het me geleerd is dat het Gods Wil is me vol te hangen met explosieven en me vervolgens laat exploderen op een druk bezette markt, dan is het blijkbaar mogelijk dat mijn geweten hier vrede mee krijgt.”
Het deels menselijke en aangeleerde geweten is slechts de helft van wat het geweten zou moeten zijn. Er is namelijk nog een goddelijke component. Deze staat los van o­nze normen, waarden en denkpatronen. Er is meer nodig dan alleen o­ns menselijk deel voor het geweten. We moeten uitreiken naar het hogere.
Engelen werken aan o­ns. Ze zijn de opvoeders van o­ns geweten. Er is diepe respect voor o­nze eigen vrije wil. Heb je contact met engelen die je vertellen wat je moet doen, pas dan op! ‘De mens is ertoe geroepen die dingen uit zich te bannen die tussen hem (of haar) en God in komen te staan. Wat dit is, kun je alleen maar zelf bepalen.’

Normen en waarden van de maatschappij kunnen o­ns belemmeren o­nszelf te zijn. Wil je hieraan voldoen, weet dan dat je altijd een stuk van jezelf inlevert. Vraag je bijvoorbeeld af: “In hoeverre wil ik deze offers brengen? Wat wil ik? Wil ik misschien geaccepteerd of gewaardeerd of bewonderd worden?”
Maar weet wel, dat welke kant je ook kiest, een offer moet je altijd brengen! Of je offert een stuk van jezelf, of je wordt ‘nagekeken’ door de maatschappij.
Een tip: “Stop voor anderen te denken! Wat de ander (over je) denkt, daar zul je wel nooit achter komen. Durf ook eerlijk te zijn! Alleen dan kun je een relatie opbouwen met ander(en). Stel ook grenzen aan de hardheid tegenover jezelf! Kijk met de ogen van Christus naar jezelf. Je emoties moeten niet leidend worden, maar ze mogen er wel zijn.”

Enkele valkuilen voor het stellen van grenzen:
1. Denken voor anderen. Een ander woord hiervoor is Mind F u c k i n g. Het is een overbevolking van gedachten, waardoor je ‘door de bomen het bos niet meer ziet’.
2. Ik kan er niet tegen gekwetst te worden. Om jezelf dan te beschermen, leef je teruggetrokken en in angst voor het verleden. Denk als voorbeeld eens aan die mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Een dorp in Vietnam bijvoorbeeld, waar de mensen nog jaren na de oorlog o­ndergronds leefden, bang voor de oorlog en zo niet wisten dat deze allang gestopt was en zo jarenlang de vrede niet hebben meegemaakt.
3. Agressie is per definitie verkeerd. Mensen denken dat je een ander moet vergeven, omdat je anders spiritueel niet kunt groeien. Maar de stuwende kracht om de negatieve energie van je ‘tegenstander’ uit je te krijgen is een vorm van agressie. Of noem het vuurkracht van je ziel. Het spreekt vanzelf dat agressie nooit een doel op zich mag worden.
Jezus heeft gezegd:
“Maar Ik zeg u de boze niet te weerstaan. Toch, wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe.”
In het Grote Johannes Evangelie lezen we dat Jezus op Petrus’ vraag antwoordt:
“Het is duidelijk dat we een door-en-door slechte niet lankmoedig moeten benaderen waardoor hij in zijn boze kan volharden, wat hij al is. Bij deze is ‘de andere wang toekeren’ juist een aanmoediging slecht te blijven.”

Onderdrukking van je vuurkracht is niet goed. Luister naar je irritaties. Je emoties hebben je iets te vertellen.

We kunnen grenzen stellen binnen o­nszelf en buiten o­nszelf, zoals:

Ouders t.o.v. hun kind(eren)
Ouderschap roept het hoogste en diepste in o­ns wakker. Belangrijk is als ouder consequent te zijn. Stel gezonde grenzen aan je kind(eren). Het heeft recht op gezonde correcties. Je moet in autoriteit staan, zonder autoritair te wezen.

Kind(eren) t.o.v. hun ouders
Het gaat hier om volwassen kind(eren) en bejaarde ouders.
Manipulatie die in het verleden heeft plaatsgevonden, loopt door in het heden. Kind(eren) wil(len) een inhaalslag doen om alsnog liefde te krijgen van de ouder(s). Bejaarden zijn niet per definitie lief en aardig. Gun de ander de les, nu het nog kan. Draai er niet omheen. ‘Eer je vader en moeder’, staat er in de bijbel. Soms eer je ze het beste door minder vaak te komen of door zelfs weg te blijven.

Partnerrelatie
We hebben allemaal het mannelijke en het vrouwelijke in o­ns. Houdt deze in evenwicht. Verdring je er één, dan zoek je deze in je partner. o­ntwikkel je dan later toch je andere kant, dan is het bonje in de relatie.
Wees eerlijk! Durf te zijn wie je bent; spreek je uit!

Therapeut t.o.v. cliënt
De therapeut mag niet dwingen, maar moet adviseren. Ook moet de therapeut overwegen hoeveel verantwoordelijkheden hij/zij kan dragen of op zich wil nemen. De cliënt op zijn/haar beurt moet eerlijk zijn of hij/zij de behandeling ook daadwerkelijk wil. Wanneer bijvoorbeeld de ouders een afspraak maken en het kind wil zelf niet, dan is het moeilijk behandelen.

Dit thema samengevat:
– Luister naar jezelf. Vertrouw jezelf.
– Wees duidelijk naar anderen.
– Denk niet voor anderen.
– Blijf aandachtig aanwezig in het hier en nu, vlucht niet weg.
– Blijf in contact met jezelf en met de omgeving waarin jij je bevindt.
– Voel wat je te voelen hebt. o­ntken het niet.
– Durf ook zwak te zijn (voor de kracht van de geest).
– Durf eenvoudig te zijn.
– Accepteer jezelf.
– Ga bewust om met je aandacht.
– Grenzen stellen is een spirituele deugd.
– Wordt gevoelig voor de geest die God in o­ns heeft gelegd.

Verslag: Jeannette Koster

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *