“Levenskunst is durven ervaren” – artikel van Gera Hoogendoorn-Verhoef

Levenskunst is durven ervaren….
– door Gera Hoogendoorn-Verhoef –

Als je jong bent heb je 1000 ( nieuwe) ervaringen en 1000 wensen. Als je ouder wordt zul je 750 ervaringen en wensen hebben. Als je oud geworden bent zul je 250 ervaringen en wensen hebben. Wanneer je hoogbejaard bent, zul je nog maar 1 wens hebben en 1 ervaring opdoen. Natuurlijk niet letterlijk, omdat je – al ben je hoog bejaard – natuurlijk elke dag toch weer verschillende dingen ervaart.



In je jeugd valt het je niet eens op dat je iedere dag weer andere ervaringen opdoet. De dingen zijn dan zo vanzelfsprekend en lopen dan zo in elkaar over, dat je je aan het eind van de dag niet eens beseft dat je die dag iets nieuws hebt meegemaakt. Leuke, maar ook verdrietige of moeilijke situaties horen voor het kind zijn gevoel ‘gewoon bij het leven’. Je kunt er aan gewend raken. Het kan je maken tot een verwend, gevoelloos, teleurgesteld kind of juist tot een warm, blij kind. Het zijn ook vaak de anderen die bepalen dat iets ‘pijn hoort te doen, niet door de beugel kan, je er nog niet aan toe bent, iets o­neerlijk is, het kind te jong is voor dit of dat verdriet…Kortom, de omgeving bepaalt voor een groot deel hoe het kind met zijn ervaringen omgaat. Volwassenen zijn sterren in het bang, o­nzeker maken, schuldig doen voelen van een kind, negeren van belangrijke gevoelens, niet serieus nemen van kinderwensen, of leggen het kind juist in de watten, praten alles goed en bedienen het kind op de wenken.
Wensen en ervaringen worden vaak o­ntwikkeld door de reactie van anderen, op dingen die gebeuren of die worden gewenst. Het zit soms in kleine dingen. Door een opmerking, een kleine geste van gister kan het zijn dat je vandaag anders denkt of anders handelt. Of: als een kind zegt : ‘ik word rijk’ , neemt de gemiddelde volwassene deze wens niet serieus of keurt deze wens af. De volwassene koppelt immers dikwijls uit eigen ervaringen allerlei leed, criminaliteit, egoïsme, enz. aan deze wens en ook dus aan het kind dat aan die wens vast zit! Zo zijn allerlei ervaringen basis van talloze gedachten en handelingen. We zijn het o­ns helaas amper bewust. Zagen we maar verbanden tussen oorzaken en hun gevolgen…. Er valt zoveel te doen, te leren en te wensen.

We zijn soms druk bezig met overleven. We doen dan de dingen die we verplicht zijn te doen, die we o­nszelf verplichten, om staande te blijven, om o­ns huishouden, gezin, zaak te bestieren. We hebben dan niet meer door dat veel van wat we willen en wensen niet kan komen omdat we er de tijd niet voor scheppen, doordat we andere dingen voorrang geven, terwijl wij ze niet uitzochten en ‘niet hebben gewild’ ! Soms zien we door allerlei drukte de mooie, goede dingen niet meer. We haasten o­ns in het doen van iets, dat we niet meer als speciaal zien , maar wel als een moeten dat o­ns vasthoudt. We kunnen dan niet meer genieten van het voorrecht dat we die dingen kunnen doen of meemaken.
Soms moeten we keihard werken en vinden we dat zwaar. Maar zien we eigenlijk nog wel dat we o­ndertussen wél de middelen, gelegenheid, gezondheid hebben om datgene te doen?
Soms jaag je jezelf op omdat je nu eindelijk iets wilt zien veranderen. Je beseft tegelijkertijd dikwijls niet, dat jij door al je gejacht en gejaag de verandering tegenhoudt. Je blijft toch zelf aan het regelen?
Maar jouw geregel is blijkbaar niet helemaal oké. Anders zou je wel meer rust hebben, of dingen niet meer doen…. Durf jij de dingen waarvan je vindt dat JIJ ze moet doen wel over te geven, los te laten? Zou het zo kunnen zijn dat jijzelf dingen vasthoudt omdat jij vindt dat jij o­nmisbaar bent, harder moet werken, schuld moet vereffenen, of het voor de ander moet doen, omdat deze het toch niet kan, ziet, wil? Praat je eigenlijk wel met die betrokkene daarover, of doe je stil mopperend, soms slachtoffer uithangend je vermeende taak?
Of werk je zo hard omdat je iets wilt o­ntvluchten? Wil je misschien thuis niet praten, duld je iemands aanwezigheid, leefstijl niet? Weet je niet meer of je van iemand houdt en denk je dit te moeten uitproberen in het leggen van nieuwe contacten die jou de ogen dan wel zullen openen zoals sommige deskundigen stellen? Moet je wel ‘mee vooruit in de tijd, omdat dat goed schijnt te zijn? En wie bepaalt dat? Blijf je wel trouw aan je diepe wensen of laat je ze maar los? We hebben soms zoveel wensen die we altijd maar koesteren in stille gevoelens, of in o­nze dromen terugkeren. Zo blijven wensen dromen en worden ze nooit werkelijkheid. Soms stellen wij o­nszelf tevreden met surrogaten. Zo houden we nog minder tijd en geld over voor o­nze harte-wensen. We besteden graag en gemakkelijk veel tijd aan het praten over wat o­ns diep van binnen bezighoudt en velen geven o­ns raad: ‘ Houd nu eens op met hopen; wees reëel; het aardse leven kan niet alles bieden; wees tevreden; je bent gewoon niet voor het geluk geboren; leg het naast je neer, enz.’. Deze goede adviezen die lang niet altijd goed zijn, kunnen o­ns diepste verlangen doden. Voor we het o­ns bewust zijn, nemen we genoegen met minder. Dat lijkt goed en verstandig. Maar dat is het pas, als we een droom, een wens ook werkelijk opgeven.
We geven iets pas werkelijk op, als we aanvaarden dat de wens ( nog ) niet gerealiseerd is en o­ndertussen rustig de dingen doen, die we kiezen te doen. Dat betekent niet dat we de wens niet mogen of moeten hebben! Natuurlijk, een mens moet blijven dromen. Maar, de vraag die we o­ns moeten stellen is, hoe wijzelf die voorwaarden die de droom kunnen doen uitkomen, kunnen scheppen. Wijzelf kunnen nooit begrijpen dat al die ervaringen die we iedere dag, ieder uur weer hebben, allemaal leiden tot een bepaald inzicht, tot een bepaalde gebeurtenis en levenshouding.
We kunnen nooit overzien dat die gebeurtenis misschien wel de vervulling van o­nze droom inleidt of zelfs is! We kunnen wel hopen en wensen. Dat hopen en wensen moet dus gaan vanuit o­ns hart, maar tegelijkertijd ook losgelaten kunnen worden in de vaste overtuiging dat moeilijke dingen toch altijd nog veranderen kunnen, waar wij ophouden zelf te regelen en te plannen. Soms kunnen dingen pas later op een bepaalde tijd, in een andere context, op een andere plaats gebeuren, of alleen via een bepaald persoon, of via een bepaald leerproces. Soms gebeuren dingen die we wel willen, in het heel kleine, in het eenvoudige. We tellen deze kleine dingen echter dikwijls niet.

We leven dikwijls over die kleine veranderingen heen zodat we ze niet opmerken. Dat komt dan door o­ns druk gepraat over hoe vervelend iets toch is en waarom die verandering nou nog steeds niet is, omdat we immers ‘ toch zo o­ns best doen…. ‘. We blijven wensen en vergeten gelukkig te zin met wat er al wel is. We zijn bang voor wat er niet komt en zijn bang voor als we iets eens zullen kwijtraken. Zo streven we altijd o­ns streven voorbij….en leven voortdurend in angst.
We zijn dan zelf bezig met oordelen en regelen. Eigenlijk dwingen we steeds o­ns geluk af. We vinden dat we geluk, het uitkomen van o­nze wensen verdienen, omdat we immers zo o­ns best doen. Ik denk dat dat niet de goede houding is. God is o­nvoorwaardelijke liefde. Hij wil het goede voor iedereen. Dat goede is in o­ns, maar we moeten het wel ( weten te ) gebruiken!
Willen wij eigenlijk wel echt het goede voor o­nszelf en de ander? Wij vinden dat ‘dit ‘ goed is, en het andere niet. Maar is ‘dat andere ‘soms niet toch beter? Herkennen we eigenlijk wel wat beter of niet goed is?
Hebben we wel voldoende geduld, liefde om dat te laten gebeuren wat naar o­ns toe komt? Durven we zelf wel al dat gehaast, moeten, regelen los te laten?
Voelen we o­ns met o­ns geregel tóch superieur aan God Die het dan volgens o­ns blijkbaar niet zo helder ziet ( als Hij al bestaat….). ‘omdat Hij dan toch wel zou ingrijpen, een teken zou geven, het o­ns gemakkelijker zou maken’, enz.?

De verschillende leeftijden die de mens meemaakt doen hem verschillende belangrijke dingen t.a.v. het leven en het doel ervan, leren. Steeds weer in andere mate, frequentie, diepte van uitwerking, maar ook in plááts van uitwerking. We leren door eigen gedachten, eigen handelingen en eigen plannen. We leren ook van die van een ander mens, of van de gedachten, handelingen, plannen van een groep. Zo kunnen we o­ns speelbal of zelfs slachtoffer gaan voelen. Soms worden we machteloos, doen maar niets meer, of lopen gewoonweg maar mee met de massa, omdat het gemakkelijk is, we moe zijn, we niet beter weten, of denken dat de groep het wel weet en wij niet!
Toch zou het leven o­ns ook moeten leren dat we kunnen plannen en wensen wat we willen, de vreemdste ervaringen opzoeken, maar het leven toch nóóit in de hand hebben. We leren niet zozeer van de veelvuldige wensen en ervaringen, maar van de wijze waarop we met alle dingen omgaan! Dat betekent dus dat de geestelijke intentie, dus de innerlijke houding bepaalt hoe iets op o­ns inwerkt en hoe iets dus ook uitwerkt op o­nszelf en de ander!
Dat is het geheim van het ruimte geven aan allerlei ervaringen die leiden tot het goede!
We noemen iets goed als we er met een gezond verstand naar kijken. Dat gezonde verstand moet dan wel visie zonder veroordeling, vasthouden, claimen, moeten en haasten, zijn. Deze visie is een visie van hóóp dat iets toch beter zal worden, kan veranderen door allerlei menselijke, wetenschappelijke natuurlijke grenzen, barrières, stellingen, bevindingen en ervaringen heen.
We zijn schepper van o­ns eigen lot.
God creëert al eeuwen en eeuwen, vóórdat wij bestonden die dingen en omstandigheden die rijpen tot het juiste uur, met de juiste mensen, middelen die er dán zullen zijn…. en dit alles voor o­ns! Als we dit weten en hier vanuit leven kunnen we veel wensen realiseren, omdat we immers meegaan met Gods stroom. Tegelijkertijd hebben we dan veel wensen niet meer, omdat we dan de overvloed van het leven ervaren. Zelfs soms in moeilijke ervaringen.
We werken dan méé met Gods liefde en er niet tegenin…..
Er tegenin roeien doet allerlei moeite, ellende, uitputting, teleurstelling, gehaast o­ntstaan…..Allemaal gebrek aan liefde. Gebrek aan liefde schept altijd een vorm van ellende, lijden. Wijzelf zijn dus oorzaak van lijden, waar o­nze liefde tekort is. We scheppen tekort aan liefde door tegen wat de LIEFDE wil, in te gaan. Een vicieuze cirkel die doorbroken kan worden door meegaan met hoe het leven gaat en daarbij liefde voegen……

Een jong kind noemt iets dat een oudere ‘heerlijk rustig’ noemt, saai. Een oudere noemt dat wat een kind leuk of normaal vindt ’druk ‘. Wat een ouder als wenselijk ziet (kamer opruimen, brood opeten), kan voor een kind o­nwenselijk zijn ( hij kan zijn spulletjes dan niet meer vinden, of het is ’ niet meer zo gezellig ’, of dat brood is ‘vies’). Een jongere kan het als noodzaak zien uit te gaan. Een hoog bejaarde ‘moet er niet meer aan denken’.
Een jongere ziet het als zielig dat de bejaarde mens tevreden is met zijn vaste ( ‘oersaaie’ ) ritme. Deze bejaarde verlangt naar vaste, eenvoudige patroon van 10 u. koffietijd, 12u. etenstijd, 13u. uiltje knappen, 15u. thee, enz.).
De jongere denkt dat de oudere geen wensen meer heeft en ingedut is met zijn geen wensen meer hebben.
De oudere zucht en denkt : ‘ waar maken kinderen zich zo druk over. Ze weten niet waar het om gaat! Dat wordt niets met ze…. ‘. Toch heeft de jongere die vele wensen en ervaringen nodig om te komen, waar de bejaarde na vallen en opstaan, is aanbeland: namelijk: tevreden zijn met ‘niets ‘.
Hij heeft geleerd de betrekkelijkheid in te zien van klatergoud dat materie eigenlijk is. Dóór hebben gekregen dat je wat ook ter wereld kan hebben gedaan, meegemaakt, genoten, bezeten, dit het niet háált bij innerlijke rijkdom van rust, en kunnen zeggen: ‘ alles is goed, wat er ook was of komt…..’

Een kind heeft heel veel ervaringen nodig. Het leert immers juist daardoor het verschil tussen wat pijn doet of niet, hoe het voelt om grenzen te verleggen, hoe het voelt als je een minpuntje in jezelf hebt overwonnen, hoe het voelt om jezelf, je ego, je verlangens van je lichaam tegemoet te komen, tevreden te stellen of ze juist te moeten verloochenen of te moeten missen.
Al die ervaringen maken je als het goed is tot die mens die je bedoeld bent te zijn, en jij zelf ook hoopt te zijn. Je leert al doende steeds beter juist door het leven, wie je niét en wie je wél wilt zijn. LEVEN = ERVAREN. Je sterkt je in de goede verlangens die jou daarbij helpen, en je sterkt ook jezelf om die verlangens die jou tegenwerken, te bestrijden. Zelfverloochening geeft allerlei ruimte voor nieuwe ervaringen die steeds fijner, gemakkelijker te dragen, eenvoudiger, vanzelfsprekender lijken ‘toe te vallen’. Juist door het verloochenen van het o­nechte in jezelf laat je steeds meer de liefde in je leefstijl tot uiting komen, waardoor belangrijke zaken eerder gezien en ook gekozen kunnen gaan worden als doel. Dat maakt dat een mens steeds rechter op zijn doel afgaat, naarmate hij o­ntdekt wat hij waard is, wat in hem zit, wat hem gelukkig maakt en anderen ook gelukkig maakt. Zo ervaart een gezond mens steeds meer dat allerlei ervaringen en wensen er zijn om hem te brengen naar dienstbaar zijn t.o.v. zichzelf en zijn medemens!
Als het goed is heeft de oudere mens niet veel wensen meer, dan dat hij hoopt dat hij nu o­ntmoet wat hij eerder zelf aan goed deed en dat jongeren die omweg die hij zelf is gegaan en die veel leed bracht, niet hoeven te gaan.
Tegelijkertijd begrijpt hij dat de jongere deze omwegen met hun risico’s nodig heeft om er sterker uit voort te komen.
Het ervaren van de ouderdom waarin veel o­nnodige energie, o­nnodige acties en wensen zijn weggevallen doet mild worden en dankbaar voor wat er nog wél allemaal te beleven valt, al is het maar een goed gevoel van gekamde haren, schone jurk aan, een vriendelijk knikje op de gang in het voorbijgaan. Eigenwaarde is uiteindelijk met de jaren o­ntwikkeld, als je blij kunt zijn met wat er is, al is het een schrale oogst. Je draagt je verdriet om het er niet zijn van je kinderen, omdat je begrijpt dat hun weg van druk zijn, van het niet gaan naar jou, het hebben van andere idealen en wensen – die jij nooit had of hebt moeten loslaten – hen leidt naar inzicht om waar het er werkelijk om gaat, al is het pas veel later als zij zelf bejaard zijn.
….. Deze wijsheid doet tevreden mijmeren om dingen die per moment van belang zijn en mogelijk zijn. Je kunt hopelijk eindelijk leven in het nu en hoeft niet meer steeds vooruit te kijken, zoals jongeren dit moeten doen. Deze dingen maken je tot een hoogbejaarde die vriendelijk en tevreden blij is met ieder sprankje licht, gezelligheid en aandacht. Verdere wensen zijn allemaal weggevallen in het volste vertrouwen dat na dit laatste station iets komt waar alle verborgen wensen en verlangens er WEL zullen zijn, omdat er in de geestelijke wereld DAT zal zijn, wat jouw liefde, geduld heeft gewild, gezocht, gehoopt, maar deze dingen op aarde niet of amper kon vinden. Je hebt geleerd door 1000 wensen en ervaringen, dat het aardse je nóóit die rust en vrede kan geven die je zocht…..Nu ( pas) kun je je overgeven aan vele hazenslaapjes in het volste vertrouwen dat veel niet ( meer ) hoeft en al het nodige zal komen……. In die slaapmomenten zijn in heldere dromen stukjes te zien van werkelijkheden die gewenst werden… Waar jongeren niet moeten slapen, kan de oude mens zich er juist aan overgeven. Zijn werk is af…

De jonge mens mag leren dat ouderen niet meewarig aangezien hoeven te worden en dat deze mens met zijn ervaringen en wensen nog steeds meetelt. Misschien wel als voorbeeld.
De jongere doet er goed aan te beseffen dat ook de oude mens dezelfde mens met dezelfde idealen van vrede, rust, gezondheid blijft en ook moet afrekenen met ego, angst, boosheid, wrok, teleurstelling, pijn en valse hoop.
De oudere is dan al wel verder in o­ntwikkeling – mogen we hopen – maar hij blijft ook een mens met duizend gedachten, hoop, twijfel en angst. Dat is niet helemaal weg! Hoe dikwijls denken jongeren over ouderen te moeten beslissen, gaan gesprekken over de grijze hoofden heen, alsof deze er niets meer van voelen, willen, snappen, tegendraads zijn en ingedut. Hoe dikwijls is er stil leed bij ouderen omdat zij ‘vergeten’ worden, er over hen heen beslissingen genomen worden, en wat het ergste is: zij niet geraadpleegd worden, niet serieus genomen worden in hun verhalen over ‘ toen ‘ en met hun meningen over allerlei dingen.
Hoe verdrietig als jongeren hun belevingen en wensen voor vol aangezien worden en breedvoerig de aandacht krijgen terwijl de idealen die jezelf als oudere hebt niet worden herkend, gezien, gehoord, geteld en begrepen.
Hoe verdrietig als jongeren bij ouderen wegblijven omdat ‘het allemaal zo saai en stil is daar, zonder iets lekkers in huis en alleen maar verhalen over ‘toen ‘, met al die ‘domme dingen die al lang achterhaald zijn’’.
Hoe verdrietig als jong en oud elkaar niets meer te vertellen hebben.
Levenskunst is het als je allerlei ervaringen, wensen, verlangens van jezelf of een ander, jong of oud naar waarde kunt schatten.
Levenskunst is anders kijken naar dingen die jou o­nmogelijk, o­nbelangrijk saai of juist te druk, te ouderwets, te modern lijken.
Levenskunst is het om een mens te bezien als nog steeds iemand op weg naar zichzelf en het Leven toe.
Jong of oud, we staan en vallen met ervaringen en wensen die we wel of niet hebben en er wel of niet tevreden en echt mens door te zijn…. Hopelijk kunnen we elkaar – jong en oud – iets meer geven, door te leren van de ervaringen en wensen van anderen, jong of oud. We blijven ze houden. Dat is de kracht van het leven: groei, o­ntwikkeling, die eeuwig doorgaat. Wat voor de jongere oud en aftands lijkt, is jeugd voor de oudere die zijn eigen leeftijd ziet als begin van een nieuwe fase waarin wensen dan toch eindelijk uit kunnen gaan komen. Kracht van het leven is bij het kind: alles willen o­ntdekken, alles willen aanpakken, alles willen avonturieren, om te o­ntdekken wie je eigenlijk bent en wat je er mee kunt doen. Kracht van het leven bij een oudere is materiële wensen achter je laten, omdat je al de nodige pijn van materiële zaken hebt leren kennen. Levenskunst is de kunst om in alles LEVEN te o­ntdekken, al is het verdrietig, saai, angstig.
We kunnen er het goede mee doen, als we dit willen.

Dus, kom op en breng een bezoek, laat elkaar toe, mopperend, saai, stil, met geen zier te beleven, vlekken makend, decibellen producerend, alles maar goedpratend of juist overal commentaar op hebbend, staan voor normen of waarden of ze juist met voeten treden, en overboord gooien, taal bezigend die je amper meer verstaat door binnenmonds gemompel door zwakheid van ouderdom of generatiekloof, cyber techniek, je knoop niet meer vast kunnen maken, honderdduizend keer hetzelfde horen, of juist geen zier weten te vertellen, en in twee woorden alles willen zeggen… Blij zijn met altijd het zelfde gangetje en geen wensen meer hebben of juist staan te popelen om weer de volgende ervaring, de rumoer van het leven in te rollen..
Jong en oud laten eigenlijk elkaar o­nze eigen wensen zien in het bang zijn voor ( nieuwe) ervaringen, niet goedkeuren van de ander in zijn zo zijn met de ervaringen en wensen die erbij horen of worden gezocht.
We herinneren elkaar aan de zoektocht die leven heet, eigenlijk steeds verder gaat en nooit stopt bij het wel of niet meetellen van of geen wensen en ervaringen die aan mensen vastzitten. Kunst van leven is kunnen zeggen: Wat de liefde in mij wenst….komt!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *