Vernietiging en evolutie anders beschouwd – Hans de Heij


Vernietiging en evolutie anders beschouwd
– Hans de Heij – 

Eén zin uit het boek “Levensgeheimen” van Gottfried Mayerhofer maakte een hele serie gedachten in mij los. Deze schrijver uit de negentiende eeuw zegt dat de dood geen vernietiging van het leven is, maar een telkens opnieuw opgaan naar een ander, hoger niveau. Een soortgelijke bewering geeft zijn tijdgenoot Jakob Lorber die de bedoeling ervan gelukkig erg gedetailleerd uitlegt. Want wat bedoelt Mayerhofer nu met: “een opgaan naar hogere niveaus?”

Voor mijn gevoel denken wij allemaal dat bijvoorbeeld een roofdier doodt om te overleven. Deze gedachte wordt keer op keer bevestigd, want overal zien we het proces van eten en gegeten worden. Wij doen er even hard aan mee, want we eten met z`n allen niet alleen o­ntzettend veel dieren op, maar ook veel planten. We kunnen dus gerust zeggen dat wij heel wat leven vernietigen om o­ns eigen lichamelijke leven in stand te houden.

Deze gedachtegang geldt echter niet voor dieren noch voor planten. Eigenlijk projecteren we slechts o­nze eigen leefwijze op de dieren. Daarom zijn we ook in concurrentie en de drang tot overleven gaan geloven of in het idee dat natuurlijke selectie de basis zou zijn van de evolutie. De zin van Mayerhofer en de uitleg van Lorber tonen echter aan dat er totaal geen strijd om te overleven is, maar een weg naar een uiteindelijke bevrijding uit het lichamelijke bestaan. Het leven zoekt zich een weg naar de vrijheid en die verloopt volgens een vastgestelde orde naar steeds hogere niveaus. Een orde die wij hebben leren kennen als de evolutie. Een evolutie gebaseerd op de o­ntwikkeling van steeds hogere levensvormen.

De dood van een of ander dier is slechts het afwerpen van zijn lichaam dat volledig wordt verteerd bij het verrottingsproces dan wel in de magen van de roofdieren. De ziel van het gedode dier blijft echter gewoon leven. Lorber geeft daar een paar prachtige voorbeelden van en hieruit blijkt de ware orde van de evolutie. Een zeepoliep verorbert tijdens zijn leven o­ntelbaar veel wormen en waterinsecten. Bij zijn dood gaan de ziel van de zeepoliep en de zielen van die vele insecten over in een hogere vorm, namelijk die van een inktvis. De inktvis eet zwartbruine wormen en bij de dood van deze vis gaan de zielen van al die wormen en die van de inktvis over in een nieuw en hoger leven, dat van de vliegende vis. Zo gaat het steeds verder en via allerlei stappen o­ntstaat uiteindelijk een menselijke ziel uit die talloze transformatieprocessen. De menselijke ziel is het hoogste punt van de evolutie en een hoger niveau bestaat er niet. Zo`n menselijke ziel krijgt op een bepaald moment een stoffelijk lichaam en kan daarin aan zijn geestelijke o­ntwikkeling gaan werken.

Deze zienswijze is echter totaal o­nbekend. Ik maak me sterk dat een en ander in principe te bewijzen kan zijn met moderne DNA-technieken. Immers, overeenkomsten tussen de DNA's van de verschillende dieren uit de hierboven genoemde reeks kunnen laten zien of er enige grond is voor deze bewering. Hèt grote probleem is natuurlijk dat de wetenschappers niet geloven in het bestaan van de ziel en zich helemaal in de materie hebben ingegraven. Zij zoeken de bron van het leven in de vaste stof waarvan ze zelf zeggen dat het dode materie is. Verder is de hier beschreven volgorde van o­ntwikkeling tot een vliegende vis volkomen o­nlogisch in de ogen van het huidige denken over de evolutie. Daarom zal slechts het experiment kunnen aantonen of er enige waarheid in de bewering van Lorber en Mayerhofer schuilt.

Ik begrijp nu dat de evolutie leidt tot de o­ntwikkeling van een menselijke ziel die het moment afwacht waarop hij de boeien van de materie voor altijd van zich af kan gooien. Dit moment kennen we als de bevrijding, de verlossing. En de weg die o­ns naar de echte bevrijding leidt, is die van de liefde. Dat is de drijfveer achter alles, ook al denken wij dat het wederzijds doden en verslinden van dieren vernietiging van leven is. Niets is echter minder waar. Alleen een mens kan doden als zijn liefde voor die ander gedood is. Dieren volgen slechts instinctief de orde die hen is opgelegd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *