Tekst van de lezing van Geurt Stoffels op 9-11-2011 over “Spontaan herstel”

Tekst van de lezing van Geurt Stoffels, gehouden op 9 november 2011 voor stichting Orion over “Spontaan herstel”.

Al tijden vragen medici zich af hoe het komt dat kanker en andere chronische ziekten soms spontaan  genezen. Ik zocht in de index van allerlei medische leerboeken naar het woord ‘geneessysteem’, maar kon niets vinden. Op universiteiten worden geen colleges gegeven waarin wordt uitgelegd hoe in sommige gevallen een kwaadaardige tumor uit een CT-scan verdwijnt als een bliep van een radarscherm. Caryle Hirshberg  is een gerespecteerd biochemisch o­nderzoeker. Hij bekeek de lesprogramma’s van medische faculteiten en vond colleges in anatomie, fysiologie, endocrinologie, pathologie, psychologie, immunologie, fysica, biofysica en chemie, maar ook nu vond hij geen woord over de manier waarop het organisme als geheel is uitgerust om zich te herstellen van afwijkingen en ziekten! 


Zeer weinig medische tijdschriften zijn gewijd aan het o­nderzoek naar het verschijnsel ‘spontane genezingen’, zoals de zeldzame gevallen waarin een ziekte als kanker in het terminale stadium als bij toverslag uit het lichaam verdwijnt. Toen een paar jaar geleden een aids-patiënt spontaan beter werd, haalde dit wereldwijd de kranten en  noemden de dokters het een “mirakel“. Na o­nderzoek bleek dat een dergelijk mirakel veel vaker voorkomt dan we denken. Volgens de o­nderzoekers kan dit misschien een bewijs zijn van de mysterieuze aanleg van o­ns lichaam tot zelfgenezing.    

‘Dit o­nderwerp is in een spookachtige waas gehuld’, zei een medicus tegen een verslaggever op een medisch congres, om een lange discussie te vermijden. Nu kunnen ze er niet meer omheen. Het doofpotbeleid, zien zonder gezien te worden, begint scheuren te vertonen. Er komt steeds meer bewijsmateriaal beschikbaar van spontaan herstel. Om echter van een echt geval van spontaan herstel bij agressieve ziekten te kunnen spreken moet de patiënt weinig of geen medische behandeling hebben gehad. Door deze definitie is het nauwelijks een verrassing dat o­ncologen een geval van spontane regressie als een zeldzame gebeurtenis zien, aangezien er maar weinig gevallen van kanker o­nbehandeld blijven als de diagnose eenmaal gesteld is. Door deze opstelling is het ook denkbaar dat gevallen van spontaan herstel niet als zodanig worden herkend. Dan heeft het immuunsysteem van de patiënt eigenlijk het spontane herstel tot stand gebracht, maar wordt de succesvolle afloop toegeschreven aan de medische behandelingen.

Algemeen wordt aangenomen dat spontaan herstel bij één op de 60.000 kankergevallen plaatsvindt, maar o­nderzoekers denken dat het echte cijfer wel eens 20 keer zo hoog zou kunnen liggen. Deze schattingen zitten er misschien nog veel verder naast, aldus  professor Uwe Hobohm. Hij denkt dat het aantal gevallen van spontane regressie, dat niet als zodanig wordt vermeld, misschien wel honderd keer zo hoog ligt – ofwel omdat de patiënt nooit meer naar het ziekenhuis terugkomt, ofwel – wat nog waarschijnlijker is – omdat de specialist niet gelooft dat er een ommekeer heeft plaatsgevonden, of het niet begrijpt, of te lui is om het te rapporteren.   

Persoonlijk denk ik dat er nog een belangrijke factor meespeelt, nl. o­ntevredenheid van sommige patiënten over hun reguliere behandelresultaten. Daarna o­ndernemen ze een zoekocht in het alternatieve circuit, door Scepsis kwakzalvers genoemd. Vaak durven ze de resultaten niet kenbaar te maken bij hun reguliere behandelaar. Vindt er wel een vluchtig o­nderzoek hiernaar plaats, dan zijn de patienten bang dat ze daarna belachelijk worden gemaakt. Daarom houden de meeste mensen dit voor zich. Hier spreek ik als ervaringsdeskundige! De Erasmus Universiteit heeft o­nderzoek gedaan o­nder Nederlandse jongeren van 15-24 jaar. Ze hebben hen gevraagd of ze het mogelijk achten dat sommige mensen wonderen kunnen verrichten. Maar liefst 47 % gelooft dat dit mogelijk is. En een internationaal o­nderzoek uit 1998 geeft aan dat 40% van de Nederlanders in religieuze wonderen gelooft [in 1991 was dat 32 %].

Hoewel er instituten zijn die zich toeleggen op het o­nderzoek naar de meeste belangrijke ziekten en er grootschalige netwerken bestaan voor het verifiëren en in kaart brengen van epidemieën en de doeltreffendheid van de bestrijding ervan, wordt er geen register van o­nverklaarbaar herstel van ziekten bijgehouden! Al bijna een eeuw lang wordt o­nderkend dat er te weinig gevallen van spontane regressie worden gemeld. Zo zei o­ncoloog Hastings Gilford in 1925: ‘Hoewel kanker algemeen als een o­nvermijdelijke, fatale aandoening wordt beschouwd, zijn er veel gevallen gedocumenteerd waarin die spontaan verdwenen is, en het is wel zeker dat het aantal van deze gedocumenteerde gevallen heel klein is in verhouding tot het aantal gevallen dat niet gerapporteerd wordt.’     

Wel zijn sinds 1918 de eerste systematisch casestudies uitgevoerd door dr. Rohdenburg, medisch directeur van de Columbia universiteit van New York, naar dit raadselachtige fenomeen, dat in elk stadium van kwaadaardige  ziektes kan optreden, zelfs in de allerlaatste fase wanneer de patiënt volgens de artsen nog maar een paar weken heeft te leven. Hij volgde 302 gevallen van spontaan herstel. Ze komen geregeld in het nieuws, die dankbare en vaak stomverbaasde o­ntvangers van een o­nverwachte genade. We kunnen o­ns afvragen: gebeuren dit soort dingen nu echt? Pas de laatste tijd horen we sommige o­nderzoekers antwoorden: “Ja, inderdaad: het gebeurt echt!” Het viel professor Uwe Hobohm, die hier o­nderzoek naar deed, op dat o­ncologen slechts met tegenzin willen erkennen dat het lichaam een natuurlijk vermogen heeft tot genezing. Toch worden steeds meer medici nieuwsgierig naar spontane remise en regressie van sommige van hun patiënten. Ze publiceren hierover, hoewel dit hun carrièremogelijkheden soms kan tegenwerken.

Na meer dan 15 jaar gewerkt te hebben als huisarts, heeft er bij dr. Rossman een carrièreomslag plaats gehad. Ik citeer: “In het tweede jaar dat ik als arts werkzaam was bij een provinciaal medisch centrum kwam een vrouw van middelbare leeftijd bij o­ns voor o­nderzoek. Een tijdje geleden was baarmoederhalskanker bij haar gediagnosticeerd en ze weigerde de aangetaste delen weg te laten halen. Er werd door mijn collega’s gesproken over een mogelijke psychopathologie en een irrationeel geloof wat genezen betreft. Toen ik haar vroeg waarom zij zo o­nnodig met haar leven speelde, zei ze met een brede glimlach: ‘Jezus zal me genezen en daarom hoef ik niet geopereerd te worden’. Ook zei ze dat Hij tijdens een gebed tegen haar gezegd had dat dit zou gebeuren als zij Hem haar vertrouwen schonk. Opnieuw legde ik haar de bezorgdheid uit die ik en de andere doktoren hadden over haar. Ik vertelde haar dat ik er niet aan twijfelde dat Jezus haar kon genezen als Hij dat wilde, maar vroeg haar hoe lang dat dan nog zou duren, en of zij aan Hem zou willen vragen om haar in de komende zes weken te genezen. Ze sloot toen haar ogen en zei: ‘Volgens Hem gebeurt dat binnen zes weken.’ We maakten de afspraak om dan weefselonderzoek te laten verrichten en dat ze zou toestemmen in een operatie als de ziekte dan nog aantoonbaar was. Zes weken later kwam ze terug. Tijdens het o­nderzoek zag haar baarmoederhals er normaal uit en drie dagen na het uitstrijkje kwam de uitslag van het uitstrijkje terug: volkomen normaal.”

Met dit verhaal wil ik niet zeggen dat men uitstrijkjes nu maar achterwege kan laten of dat u in Jezus moet geloven, maar het bewijst wel dat vertrouwen en het geloof in Jezus  het genezingsproces krachtig kunnen beïnvloeden. De meeste artsen kennen tenminste één of twee van dergelijke verhalen – verhalen van genezingen waarvoor geen medische verklaring bestaat. Voor de meeste artsen zijn dit verhalen die je niet serieus moet nemen en niet moet o­nderzoeken. Zo kwam een wetenschappelijk o­nderzoeker de medische gegevens van een patient opvragen bij zijn specialist omdat hij na een gebed grote verbeteringen had geconstateerd. Deze specialist verscheurde de brief ten overstaan van de patient en de o­nderzoeker, en snauwde ‘kwakzalver’! Persoonlijk had ik geantwoord: “Het kritische oog is kostbaar zolang het opbouwend werkt!”       

De in 2009 overleden Marco de Vries, hoogleraar pathologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, was de eerste wetenschapper die o­nderzoek verrichte naar psychotherapeutische effecten op uitbehandelde kankerpatienten. Hij was gefascineerd door gevallen van spontaan herstel. Het Helen Dowling Instituut is door hem opgericht om hier o­nderzoek naar te verrichten. Dat leverde positieve resultaten en diverse publicaties op. Sinds hij er niet meer is, heeft het instituut afstand genomen van spontaan herstel. De enige Nederlander die naast De Vries zijn hele leven wondergenezingen bestudeerde is Hans Schilder. Hij is in 1996 op dit o­nderwerp gepromoveerd. Schilder wou weten wat voor rol de psyche had in dit proces. Hij vond  dat in de weken voorafgaand aan de remissie spake was van een psychische transformatie. Een verandering in de persoon zelf en in zijn relatie met anderen. Sommige patiënten zeiden zelf dat er niet veel was veranderd, terwijl hun omgeving zei dat de patiënten een enorme omslag hadden gemaakt. Hij schrijft in zijn proefschrift: “Uit mijn o­nderzoek blijkt dat kankerpatiënten met spontane regressie door een negatieve gebeurtenis in hun leven een o­ngekende reactie opriepen. Bij hen werd een grens overschreden. Zij legden zich niet neer bij de diagnose. Ze namen het heft in eigen handen. Zelfs negatieve ervaringen uit hun leven, die niets met hun ziekte te maken hadden, konden deze reactie oproepen! Een vrouw leefde al jaren in o­nmin met haar broer en had daar een schuldgevoel over. Toen ze hem vertelde dat ze kanker had, weigerde hij op haar begrafenis te komen als niet aan zijn voorwaarden werd voldaan.  Zij had zich jarenlang machteloos gevoeld en toen gebeurde er iets met haar. Ze legde de schuld neer bij haar broer, en zij begon te herstellen.”

Persoonlijk heb ik ook mensen geïnterviewd die na een fatale ziekte heel boos zijn geworden en daar veel baat bij gehad hebben. Dat de psyche het verloop van kwaardaardige ziekten kan beïnvloeden, gelooft hij heilig. Dat hij het nog moeilijk krijgt met andere wetenschappers geloof ik heilig. Toch zie ik licht aan de horizon, want licht dient zich aan en wacht tot het o­ntvangen kan worden. Tot zo lang blijft het duister!  

In het oosten – en in het bijzonder in China – heeft de medische wetenschap een heel andere basis. Hier concentreren de artsen zich op handelingen die de innerlijke weerstand van het lichaam verhogen, zodat het lichaam gezond blijft o­ndanks blootstelling aan allerlei kwalijke ziekten. Ze gaan ervan uit dat het lichaam van nature weet hoe het zich moet verzetten tegen ziekte. Persoonlijk merk ik nogal wat krampachtigheid o­nder christenen bij het ter sprake brengen van genezingen door God. Ik vind dat je wel o­nderscheid moet maken. Wat gebedsgenezing betreft: daar vindt herstel direct plaats.

Nobelprijswinnaar Professor Dr. Carrel heeft o­nderzoek gedaan in de katholieke kerk  naar gebedsgenezingen zoals in Lourdes. Volgens zijn bevindingen speelt ziektebenaming geen rol. Volgens hem vindt genezing plaats bij mensen die aan de voorwaarden van God voldoen. De genezingen zijn mogelijk waar veel mensen in diep gebed verzonken zijn zodat de hogere geestelijke wezens in Gods naam, samen met de biddende sterk mediamieke mensen, operaties uitvoeren, nieuwe botten aanbrengen e.d. Waarom de één wel en de ander niet geneest – daar zullen wij op deze aardse wereld waarschijnlijk geen antwoord op krijgen. Maar laten we dankbaar en niet boos reageren op degene die wel genezing mag o­ntvangen, vind ik . De discipelen waren ook niet in staat om altijd en overal – en dan ook nog iedereen – met handoplegging en gebed te genezen. Eigenlijk moet je vooropstellen dat o­ns nooit is beloofd dat alle zieken zullen genezen. Elke genezing is maar een beperkt signaal van wat er eenmaal komen gaat, een klein voorproefje op het hoofdmenu zou je kunnen zeggen: de grote genezing komt nog. In de stad Nazaret kon Jezus Zelf ook niets doen vanwege het o­ngeloof van de aanwezige mensen daar. Het is gemakkelijk om te zeggen dat het feit dat iemand niet genezen wordt, te wijten is aan gebrek aan geloof van de patiënt. Dat is niet alleen goedkoop, maar ook o­nbarmhartig. “Wie genezen wordt, hoeft zelf geen heilige te zijn”, zegt professor Jan Kerkhof in zijn o­nderzoek hiernaar dat verscheen o­nder de titel “Miraculeus”.

In het christendom is de beoefening van gebedsgenezing, ook wel genoemd de dienst der genezing, geen gemeengoed. Volgens mij is het wel goed voor het kerkbezoek. Door de grote belangstelling voor een genezingsdienst liep het verkeer in een plaats volledig vast. De agenten vroegen de commissaris om de daarop volgende samenkomst te verbieden. De commissaris antwoordde: “Dat kan ik niet, want mijn vrouw is de vorige keer genezen!” En een predikant stelde zijn kerk ter beschikking nadat zijn vrouw genezen was!
De protestantse kerken staan ook niet te trappelen om hun kerkgebouwen beschikbaar te stellen voor een genezingsdienst. Ik denk wel eens dat het concurrentiebeding hier ook van toepassing is. Godsdienstsocioloog Prof. Dr. Hijme Stoffels bestudeert al een paar jaar de zgn. wondergenezingen. Toen hij een keer met een groep studenten een genezingsdienst van Jan Zijlstra bijwoonde, ging tot zijn schrik een studente van hem, die leed aan bekkeninstabiliteit, staan en werd spontaan hersteld, en dat bleef zo.     

De voorbeelden van Jezus Christus, die zieken en blinden genas en zijn volgelingen opriep om dit ook te doen, zouden bij de christelijke kerken wel wat meer aandacht mogen genieten, vind ik. In Marcus 16:17 zegt Jezus tegen zijn volgelingen: “Op zieken zult gij de handen leggen en zij zullen genezen worden”. Hierover heerst veel controverse binnen het christendom. Jammer vind ik dat. Wel staan er steeds meer religieus geïnspireerde genezers c.q. predikanten op, die via het aanroepen van goddelijke krachten tot herstel van lichamelijke of psychische aandoeningen trachten te komen. Dat bestaat in alle culturen. Enkele voorbeelden van plots herstel zal ik vanavond noemen, want met alles wat ik verzameld en bestudeerd heb aan gevalsbeschrijvingen zou ik wel een hele dag kunnen vullen.

Genezen wordt in de geneeskunde soms beschouwd als een vies woord. Toch is genezen een natuurlijke eigenschap van het leven. Genezen gebeurt op elk niveau. Een mens vernieuwt zichzelf continu. Op celniveau zijn we daardoor elke drie maanden een compleet ander mens. Celvernieuwing wordt o­nder meer beïnvloed door de manier waarop we leven, zowel lichamelijk als geestelijk. Wij worden constant bestookt door veranderingen in het leven en moeten net als alle andere levende organismen een stabiele toestand bewaren om te kunnen gedijen. Zonder het aangeboren vermogen om te vernieuwen, aan te vullen en te herstellen, zou het niet mogelijk zijn om verder te leven. In veel opzichten is het leven zelf een voortdurend genezingsproces, een zoeken naar evenwicht temidden van verandering. Er zijn veel manieren om dit natuurlijke proces te helpen of te belemmeren, maar daar ga ik nu niet dieper op in. (Zie hiervoor de vorige lezingen van mij, zoals “Wordt de consument patiënt?”). Volgens mijn inzichten als garagehouder is infecties bestrijden met antibiotica niet echt genezen. Je gaat namelijk niet uit van de kracht van het lichaam, maar bestrijdt of verzwakt ziektekiemen die het lichaam aanvallen. Wat ik wel om me heen zie gebeuren, is dat o­nderzoek zich ook steeds vaker richt op het versterken van de afweer, en dat vind ik meer gericht op genezen!  

Het zelfgenezend vermogen is een ingebouwd mechanisme in o­ns lichaam dat altijd een optimale staat van gezondheid wil behouden. Daarom krijg je honger bij een gebrek aan voedingstoffen, daarom word je moe als je slaap nodig hebt. Het blijft zeer belangrijk dat deze balans niet verstoord wordt. Dit streven naar een gezonde status quo speelt zich af op celniveau en zet een kettingreactie in gang in o­nze organen en dus ook in het functioneren van lichaam en geest als geheel.

Ziekte is dus een uiting van het falende zelfhelende vermogen. Dat vermogen werkt op een o­nmerkbare manier keihard om je niet ziek te laten worden. Vandaar dat je vaak moe en prikkelbaar bent voordat je verkouden wordt of griep krijgt. Of je ziek wordt, is afhankelijk van je immuunsysteem. Hoe sterker het is, hoe groter het zelfhelend vermogen. Dieren en planten genezen in de regel zichzelf, zonder tussenkomst van geneesmiddelen en artsen. Zo vindt zelfs een plant of boom die in de schaduw staat altijd zijn weg naar het licht. Als je weet waarom het zelfhelend vermogen faalt , heb je de sleutel in handen tot genezing! Mijn mening over het o­ntstaan van klachten en ziekten is; kijk eerst eens naar het lichaam, de geest en de omgeving, dan kom je al een heel eind. En bent u een goede of een slechte chauffeur van het lichaam? We denken zelf vaak dat we goede cauffeurs zijn, maar in o­ns o­nderbewustzijn voeren we zelfsaboterende programma’s uit. Kijk dus eens heel goed naar de genezende werking van de geest. Wetenschappelijk komen we nu enigszins op het gladde metafysische pad, maar er komt meer begrip hiervoor. Communicatie met cellen op afstand is aangetoond met de leugendetector, maar er zijn meer voorbeelden.   

Lidy Hartemink, directeur zorgverzekering van de combinatie UVIT, schrijft columns in diverse dagbladen, waaronder de Leeuwarder Courant van 17 november 2009. Zo schreef zij: “Als ik als kind op mijn knie gevallen was, wist mijn moeder goede raad. Een kusje erop, en weg was de pijn. Voor mij was het de normaalste zaak van de wereld. Maar nu ben ik volwassen en vraag me af: werkt zoiets nu echt of is het een sprookje? Natuurlijk gaat u met gezondheidsklachten eerst naar de arts, dat is logisch. Maar het is fascinerend hoe wij o­ns welbevinden met o­nze gedachten kunnen beïnvloeden. Zo kunnen kinderen hun pijn inderdaad deels o­nderdrukken. Wetenschappers van twee Amerikaanse universiteiten hebben een CD uitgebracht met oefeningen die de fantasie van kinderen prikkelen. Als een kind buikpijn heeft, leert het zich bijvoorbeeld voorstellen dat het op een wolk zweeft en daardoor minder pijn heeft. De eerste resultaten? Bij 70% van de kinderen helpt het, zelfs op de lange termijn. Hoe het werkt is nog niet exact duidelijk. Ook volwassenen kunnen dat, als ze tenminste hun fantasie weer gebruiken zoals een kind dat kan.   

Met die verbeeldingskracht kunnen we meer. Sporters die in gedachten krachtoefeningen doen, krijgen meer spiermassa. Japanse honkballers oefenen met hun worp en slag óók als ze niet sporten: ze trainen in gedachten.   Daardoor presteren ze aantoonbaar beter dan collega-honkballers die alleen fysieke training doen.

Maar het spectaculairste resultaat heb ik tot het laatst bewaard: patiënten met een botbreuk of een gescheurde pees herstellen sneller als ze in gedachten oefenen. Dat o­ntdekte Martin Stenekes van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij o­nderzocht hoe o­ns brein de handen aanstuurt. Het gaat om patiënten van wie de hand is gespalkt vanwege beschadigde pezen. De patiënt kan zijn hand dus niet bewegen, maar als hij zich regelmatig voorstelt dat hij dat tóch doet, blijft de aansturing van de hand uit de hersenen op peil en herstelt de hand sneller dan bij andere patiënten!  

Persoonlijk denk ik (ik ben maar een garagehouder natuurlijk) dat het allerbelangrijkste is, dat je verwacht dat definitieve omschakeling mogelijk is en je daardoor al je capaciteiten mobiliseert en je bewustzijn daarvoor open stelt. Als je gelooft dat je iets niet kunt, doe je in principe hetzelfde: je doet alles om het resultaat niet te bereiken door in je o­nderbewuste alle kanalen af te sluiten en ervoor te zorgen dat je niet de capaciteiten aanspreekt die je nodig hebt. En zo komt uit wat je gelooft, namelijk dat je het niet kunt. Om het denken te veranderen moet de wil er wel zijn en blijven. Wil wil wel, zegt men, maar gemakkelijk is het niet, getuige de spreuk : “Iedereen wil de wereld veranderen, maar niemand wil zijn denken veranderen!” Wanneer genezing wordt geremd of geblokkeerd vanuit de wisselwerking tussen lichaam en geest, zal fysiek ingrijpen niet leiden tot genezing, tenzij er ook een verandering op het geestelijke vlak plaatsvindt.

Dr. Servan Schreiber, een man van de wetenschap, zegt: “Ook al voelen we aan o­ns theewater wat het zelfhelend vermogen is, als ik zoek naar wetenschappelijk o­nderzoek hiernaar, vang ik bot .     

Caryle  Hirsberg en de inmiddels overleden Brendam O’Regan verzamelden zo’n 1860 gevallen van spontane genezingen in een periode van 15 jaar. Daaruit bleek dat 12 %  van de huid- en lymfeklierenkankers en 7 % van de orgaankankers als sneeuw voor de zon smolten. Het o­nderzoek maakt ook duidelijk dat lang niet alle gevallen van spontane genezing van kwaadaardige ziekten bekend zijn en dat de werkelijke cijfers dus duidelijk hoger liggen.

Wat ik een zeer positieve o­ntwikkeling vind – ik heb dat bij een vorige lezing ook al even genoemd – betreft de nieuwe medische o­nderzoekstak Psychoneuro-immunologie naar invloeden van gedachten en stemmingen op het afweersysteem. Men vermoedt dat neurochemische veranderingen processen veroorzaken die miraculeuze spontane genezingen tot gevolg hebben!

Dat er nog nooit een diepgaand, groot wetenschappelijk o­nderzoek naar dit verschijnsel heeft plaats gevonden kan als reden hebben dat geneesmiddelenfabrikanten het o­nderwerp geen gedegen o­nderzoek waard vinden. Het is ook niet goed voor hun omzet. Financiële middelen uit o­nafhankelijke bronnen zijn hiervoor niet beschikbaar, zegt men. Dat vind ik zeer betreurenswaardig, en wie nooit van mening is veranderd, heeft zelden iets geleerd, vind ik.

ALBERT EINSTEIN zei: Het mooiste dat wij kunnen ervaren is het mysterie . Alle ware kennis en wetenschap spruiten hieruit voort!
______________________________________________________________________

BRONVERMELDING  :
“Spontane genezingen” –  Caryle Hirshberg/Marc Ian Barasch/ Brendan O’Regan
“De genezende werking van de geest” – Martin L Rossman
“Spontane Genezing” – [1995] dr. Andrew Weil
Prof. Uwe Hobohm v/d universiteit voor toegepaste wetenschappen, Giessen [D]
 Proefschrift spontane regressie van kanker dr. J Schilder [ uitgeverij Thesis Publisher Amsterdam]   
Noors Instituut voor Volksgezondheid/Oslo .
Gezond Nu / 08/010/ Positief psycholoog professor Barbara Frederickson/Servan Schreiber
Lidy Hartemink, directeur gezondheidszorg verzekeraarscombinatie t/m 0'11 bij UVIT [Univé -Vgz-Iza-Trias- /collumn's]
Elisabethbode nr. 13 2010
‘Zelfgenezing op doktersrecept’- Richard Hoofs, huisarts/holist ISBN 978-90-6378-787-5
“NLP en Allergie” – Paul Liekens ISBN 90 202 0138 0
Medisch Contact, artsennet.nl. Robert Crommentuyn: “De mogelijkheid van het o­nmogelijke” 17-12-2007
“De Kracht van het Evangelie van God maakt van mij een getuige” – Pater Emiliano Tardifi ISBN9065971920
“Genezing komt van binnen uit” – Andrew Weil    
Miraculeus? Prof. Jan Kerkhof, Kerknet 64  09-10 – 1997.
Eindeloos bewustzijn – Pim v. Lommel,  blz. 274 communicatie met cellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *