Trinitatis (Drievuldigheidsdag)
Uit “Festgarten” van Jakob Lorber – 16.06.1878
Mijn lieve kinderen! Mijn wezen bestaat uit “Vader”, “Zoon” en “Geest” binnen één persoon. Vader ben ik als schepper van alles wat bestaat, en zoals een Vader van zijn kinderen houdt, zo is ook mijn liefde onbegrensd voor alles wat bestaat, vooral voor de mensen die ik precies zo gevormd heb als ik zelf ben. Mijn liefde voorzag de mensen van alle talenten en daardoor kunnen zij gelijkwaardig worden aan wie Ik ben. Daarom moest ik hen ook een vrije wil geven. Nadat zij daarvan waren voorzien, vroeg ik hen om Mij te volgen.
Maar omdat zij hun vrije wil verkeerd gebruikten, moest ik als Zoon verschijnen en vlees aannemen, om hen door mijn leer en mijn woord, dat de Geest is, opnieuw met Mij te verbinden en hen de samenstelling van hun wezen begrijpelijk te maken, opdat zij tot het inzicht zouden komen hoe nodig het is hun wil aan de mijne te onderwerpen om later in het hiernamaals mee te kunnen regeren.
De mens kan zich niet van zijn drieëenheid scheiden, omdat hij anders geen mens meer is. Want de geest is het eigenlijke ‘ik’, dat van Mij uitgaat. De ziel is het middel of werktuig, dat hem verbindt met het lichaam om zich steeds meer te ontwikkelen. Zo zijn de drie samen één geheel; daardoor kunnen zij werkzaam zijn en voor anderen begrijpelijk. Dat geldt ook voor Mij: door de omhulling van mijn Ik (de Zoon) en door de bekendmaking in het woord (de Geest) werd ik een zichtbare God. Nu hebben voor degenen, die Mij in mijn ware wezen leren kennen, de namen God, Vader, Zoon en Geest een gelijke betekenis. De drie namen samengevat zijn de benaming, die mijn gehele wezen moet omschrijven, zoals het ook bij de meeste Christenen gebeurt. In je hart mag je echter slechts één beeld bezitten, zij het onder verschillende namen, afhankelijk van de situatie. Soms eren jullie meer de Schepper in mij, wanneer jullie onder de indruk zijn van de mooie natuur en haar verscheidenheid: dan weer als Zoon en bemiddelaar, wanneer jullie je bewust worden van jullie onvolmaaktheid in het gevecht tegen de zonde. Soms nemen jullie je toevlucht tot de barmhartigheid en de verzoening, waarbij mijn wijsheid het mogelijk maakt dat jullie de Geest of Trooster ontvangen, die jullie in alle waarheid leidt, opdat jullie de Geest erkennen en zeggen: “Vader, geef mij de Heilige Geest!” In dat geval ben ik er als de werkzame kracht, die niet opgesplitst of gescheiden kan worden van de Vader en de Zoon.
Wie in mij de drievoudige Vader eert, zoals ik het nu aan jullie uitleg, die heeft in alle situaties van het innerlijke leven een ware God. Hij heeft Hem soms als Schepper nodig, soms als bemiddelaar of trooster, en zal Mij daarom nooit kunnen missen, maar hij wordt aangespoord zich door middel van zijn gevoelens, woorden en daden op dezelfde manier tegenover zijn medeschepsels te gedragen. Zo maakt hij duidelijk een kind van Mij te zijn.
Zo kan ook een aardse vader vaak op drie manieren worden aangeduid: met een naam, een titel en ook met het woord ‘vader’, terwijl het kind alleen ‘vader’ zal zeggen. Op precies dezelfde manier moeten jullie naast alle namen, die de mensheid Mij geeft, aan het woord “Vader” vasthouden, want die herinnert jullie eraan dat een kind meer plichten heeft tegenover zijn vader dan een willekeurig iemand, die bij hem in loondienst is. Die genoemde plicht heet: “liefde!” Liefde moet jullie grondslag zijn. Alleen uit liefde moeten jullie mij aanroepen, want andere vormen van verering zijn waardeloos. Alle drie wezensdelen die van mij getuigen, namelijk als Schepper en Gever van alles wat goed is, als Zoon en Bemiddelaar, en als Geest en Trooster, zijn zodanig dat zij wederliefde oproepen. Liefde en wijsheid zijn mijn wezen! Amen.