“Al-goed”, gedicht van Neeltje Diepeveen

Al-Goed
– Neeltje Diepeveen –

Een spiritvonkende o­ntmoeting
op het bakstenen grijs terras
zij hebben een verlate lunch
met zon en vogelvluchte stilte
de openwitte vogelmelken staan
knikkend in het zomerwarme gras



na wederzijdse groet
vuur ik mijn vraag
de ‘sterkevrouwengroep’
vertel mij graag, wat doen zij
is daar nog plaats voor mij

`t gesprek beweegt zich
als een spranklende beek,
als klaterend uit een
zilverzuiv’re bron
zich stortend over
het AlGoede buiten
niet meer te stuiten

diep, diep wordt er gegraven
naar het bewegen van een
zaadje dat zich een weg baant
met denkbeeldige ellebogen
in  het verwoede streven
om  deel te nemen aan
het zo felbegeerde leven

Is er een intelligentie
in het streverige zaadje
is het misschien boordevol
van heiligstromend licht
of heeft het domweg het geluk
als eerste aan te komen
en uit te groeien tot een vrucht
is het het geluk of misschien
wel het drama van de eerste zijn
drie meningen stromen samen
in dit harmonisch samenzijn

is er een plek
voor kruid en o­nkruid
voor eeuwigheid en nu
voor licht en donker
voor leven na de dood

het o­nkruid op de goede plek
heet zij opeens het Kruid
de eeuwigheid wordt nú geijkt
het licht komt eerst als donkerte
zijn volheid heeft bereikt
het doen heeft dan pas resultaat
als wij tot niet meer doen, 
het schemerzitten in de noen
geheel zijn toebereid
tot zegening o­ntvangend
in de o­nt-moeting
van slechts dit moment

dan komt het feest
van  ziel en overgave
de samensmelting
van Al Geest, het samen
of Al Eén beleven
van het werkelijke zijn in het
nooit eindigende feest.


Neeltje Diepeveen, n.a.v. een bezoek aan AlGoed bij Robert en Mimy. 6 mei 2007

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *