Verslag van de lezing van Frides Laméris op 8 november 2000 over “Inleiding op Jakob Lorber”.
De Oostenrijkse mysticus Jakob Lorber ontving in de periode van 1840-1864 omvangrijke openbaringen die hem – naar eigen zeggen – werden gedicteerd door Jezus Christus zelf. Omdat deze openbaringen op diverse punten in strijd zijn met kerkelijke leerstukken, waren er tot nog toe maar weinig theologen – en zeker in Nederland – die zich serieus met dit werk bezig hielden. Frides Laméris is echter één van de eerste Nederlandse theologen die op dit gebied onderzoek heeft verricht. Omdat de belangstelling voor de persoon en het werk van Jakob Lorber langzamerhand toeneemt, hadden we hem uitgenodigd om een inleiding over dit onderwerp te houden. Ca. 180 mensen kwamen op deze avond af. Hieronder volgt een samenvatting van zijn voordracht.
In de gedachtenwisselingen over reïncarnatie wordt gesteld dat Johannes de Doper de reïncarnatie is van Elias, maar dit is een schijnbaarheid in de letter van het Woord. Swedenborg schrijft in de Hemelse Verborgenheden 9372 [hoofdstuk 24]: “In het Woord zijn er verscheidene, die de Heer uitbeelden ten aan zien van het Goddelijk Ware, of ten aanzien van het Woord; maar onder hen zijn de voornaamste Mozes, Elias, Elisa, en Johannes de Doper.” Omdat dit zonder toelichting onduidelijk blijft, volgt hier het gehele onderwerp in zijn context. Verder lezen →
Zoek je God, je zal Hem vinden waar je Hem niet meer verwacht… Eigenlijk kan je niet zoeken want je leeft, bestaat in Hem zoals de vis is in het water, zoals de roos haar geur verspreidt en het niet kan laten; Al je beelden vallen stuk en je vindt slechts leegte, maar juist daar is Hij. Hij is in het niets, in het Zijn, in de stilte van de afwezigheid. Zo is het goed.
Wat drijft ons toch naar onbekende verten?
– Adeleyd –
Wat drijft ons toch naar waar we nimmer waren,
waar alles vreemd is en ons hart niet thuis;
wat zit er achter al dat trekken, vragen,
dat vol van onrust zijn en uit ons huis?
Wat is het goed dat Gij barmhartig zijt en dat Gij weet hoe wij het lijden vrezen, want nu de herfst ons hart weer wil genezen van al te helder licht en zeeën tijd,
nu schenkt Gij valer tinten in het bos en stuurt Gij wind die snoeit zonder te breken. Gij die ook zonder woorden weet te spreken, maak in ons hart weer nieuwe liefde los,
mijn bomen groeiden tot in de hemel en Jezus plukte er de vruchten van althans dat had ik voor mijzelf berekend maar ik twijfel nu of hij wel vruchten plukken kan
in navolging van zijn voorbeeld het leven vormgeven ach het duurt maar even ik pluk er nu de wrange vruchten van wat christen democraten met Jezus beleven
Hoe God met ons spreekt Tekst uit Jakob Lorber's Himmelsgaben I, blz. 232.
5. Als Ik in verheven taal spreek, spreek Ik meer uit de wijsheid, en de liefde is dan slechts het postulaat *). Als Ik echter spreek in jullie alledaagse omgangstaal, spreek Ik vooral vanuit de liefde, en dan is de wijsheid het postulaat. 6. En zo spreek Ik met wijzen en geleerden van de wereld uit Mijn eeuwig onbereikbare wijsheid, maar met Mijn kinderen, die Mij lief zijn geworden, spreek Ik liever als hun goede Vader, in de hun meer bekende vaderlijke taal van alledag en de omgangstaal, en het zal jullie daarom ook beslist liever zijn dat Ik met jullie spreek uit Mijn vaderlijke liefde dan dat Ik verheven woorden van wijsheid spreek.
Als de dag nog onbeduimeld is en Hij mijn prentenknipboek op de juiste bladzijde opent, bekijk ik aarzelend het gaaf en kreukvrij blad. Het prentje kijkt me nieuwsgierig en uitdagend aan, benieuwd hoe ik het kan bevrijden uit zijn papieren schoot. Ik zie slechts vaag de randen van mijn dagprent, en pas vanavond zal ik zijn betekenis kennen, misschien.