De ontwikkeling van de natuurzielen De door God op gang gebrachte opwaartse beweging na de val van de engelen. – door dr. Rainer Uhlmann –
Aan het begin van dit artikel zou ik graag het woord van Jezus uit het GJE, deel VI, hoofdstuk 53: 5-6 willen citeren:
“Alles wat geschapen is en zichtbaar en tastbaar is voor de mens, is geest die zich in het gericht bevindt en is ertoe bestemd om via een lange reeks van allerlei vormen uiteindelijk over te gaan in een vrij en zelfstandig leven. Deze vormen beginnen bij het gesteente en gaan via de mineralenrijken over in het plantenrijk, via het plantenrijk in het dierenrijk en vandaar tot aan de mens. Al deze vormen dienen ertoe om het leven uit God in zich op te nemen.”
Aan de oevers van de Eufraat – Neeltje Diepeveen –
Werd ook zij geboren aan de oevers van de Eufraat of misschien in het oude Babylon waar de nieuwe Nebukadnessar zijn schrikkelijk bewind der vernietiging zaaide
“Help! We worden een kerk!” – de huiver binnen de N.O. voor organisaties – door Hendrik Klaassens –
Op zoek naar de wortels van het individualisme Vaak heb ik mezelf de vraag gesteld: “Waarom zijn mensen vaak helemaal in hun uppie met de N.O. bezig en waarom is er naar verhouding zo weinig deelname aan activiteiten op dit gebied?” Daarbij heb ik de situatie in de N.O.-wereld meermalen vergeleken met New Age, waar de behoefte aan onderling contact en uitwisseling duidelijk groter is dan bij de lezers van de N.O. Waar komt dat sterke individualisme – dat soms neigt naar isolationisme – eigenlijk vandaan? Is er iets in de inhoud, de strekking of het karakter van deze boeken dat mensen ertoe aanzet om er solistisch mee om te gaan? Je kunt die vraagstelling natuurlijk ook omdraaien: ik denk dat dáár het werkelijke antwoord te vinden is. De vraag hoort voor mijn gevoel eigenlijk te zijn: “Welke mensen voelen zich tot deze boeken aangetrokken? Zijn het vooral mensen met een bepaald karaktertype die deze boeken lezen, er iets van zichzelf in herkennen en vervolgens proberen om zich de inhoud ervan eigen te maken?”
De mens heeft – zoals bekend – behalve zijn lichaam ook nog een ziel en een geest. In het leven op aarde heeft iedereen de opgave zijn ziel met de geest in contact te brengen, want deze heeft de leidende kracht van de eeuwige waarheid in zich. ons lichaam van vlees en bloed is in staat om de rijk gevarieerde indrukken van de buitenwereld in zich op te nemen en in de ziel met het inzicht van de geest te vergelijken. In de kern van de geest bevindt zich de Godsvonk, die door een bijzonder omhulsel beschermd is. Die Godsvonk draagt niet alleen het beeld van Jezus in zich, maar bezit zelfs het goddelijke wezen.
Der Mensch hat bekanntermaßen ausser seinem Aussenkörper noch eine Seele und einen Geist. Im Leben auf Erden gilt es, die Seele an den Geist heran zu führen, denn dieser hat die führende Kraft der ewigen Wahrheit in sich. Unser Körper aus Fleisch und Blut ist geeignet die vielerlei Eindrücke aus der Aussenwelt aufzunehmen und in der Seele mit dem Wissen des Geistes zu vergleichen. Im Kern des Geistes ist aber noch der Gottesfunken in einer besonderen Umhüllung eingelagert, der nicht nur das Abbild von Jesus trägt, sondern auch die göttliche Wesensart besitzt.
Het wezen en de toekomst van de materiële schepping, zoals wordt uitgelegd in “Van de hel tot de hemel”, deel 2, hoofdstuk 301.
Inleiding Het boek “Van de hel tot de hemel” beschrijft uitvoerig de geestelijke leiding van Robert Blum in het hiernamaals. Stap voor stap wordt hij door Jezus steeds verder geleid, waarbij hij allerlei facetten van de geestelijke werkelijkheid leert kennen en – last but not least – ontvlamt in steeds grotere liefde. Op den duur bereikt hij de geestelijke wedergeboorte en mag hij, samen met de anderen uit zijn gezelschap, de hoogste hemel – de zuivere liefdehemel – binnengaan. Onder leiding van Jezus verkent hij daar zijn geestelijke woning. Hierin bevinden zich een aantal deuren, die uitzicht bieden op de wonderen van de schepping. Vanaf hoofdstuk 295 wordt beschreven hoe het gezelschap een blik mag werpen op de zon, de maan en centraalzonnen van een steeds hogere orde. Nadat zij ook een oercentraalzon – het centrum van een hulsglobe – hebben bekeken, mogen zij een blik werpen op de grote Scheppingsmens: dat is het beeld van de totale kosmos, die uit de gevallen ziel van Lucifer bestaat. Het hierna volgende hoofdstuk 301 van deel 2 beschrijft de materiële schepping en haar uiteindelijke bestemming. Verder lezen →
“Vader” waar was U en waar bent U ? Kind zijnde was u toch áltijd aanwezig. Als (mis)-dienaar in Uw kerk hoopte hij u daar te ontmoeten zo dacht hij, en was hem wijs gemaakt.