EMANUEL SWEDENBORG (1688-1772) werd op 29 Januari 1688 te Stockholm geboren; hij was een zoon van Jesper Swedberg, toen hofprediker van Koning Karel XII. Jesper Swedberg bezat een grondige theologische opleiding aan de Universiteit te Uppsala en werd door de Koning, die zijn bekwaamheid, ijver en geleerdheid opmerkte, spoedig bevorderd en achtereenvolgens benoemd tot theologisch Professor te Uppsala, Rector van de Universiteit, Deken van de Kathedraal en eerste Professor in de Theologie, Opziener over de Zweedse Kerken in Amerika, Portugal en Londen, en ten slotte in 1702 tot Bisschop van Skara, welk ambt hij tot zijn dood in 1735 bekleedde. Verder lezen →
In het zevende jaar na het overlijden van Jakob Lorber ontving Gottfried Mayerhofer in Triëst, in maart 1870, als voortzetting van de Nieuwe Openbaring het eerste dictaat van de Heer.Geboren in München, als zoon van een officier, begon Gottfried Mayerhofer eveneens aan een militaire loopbaan. Hij hield echter ook voordrachten over wiskunde, hij musiceerde en componeerde, en ontwikkelde zich in het landschapsschilderen.Toen de Beierse prins Otto koning van Griekenland werd, meldde Mayerhofer zich als majoor vrijwillig aan bij zijn persoonlijk gevolg, en kwam zo naar Griekenland. Daar trouwde hij met de dochter van een Atheense groothandelaar, Aspasia van Isay.
Op 22 juli 1800 werd Jakob Lorber geboren in het Oostenrijkse dorpje Kanischa, dat tegenwoordig in Slovenië ligt. Het is vast geen toeval dat hij opgroeide in een arm gezin, waarin men echter wel open stond voor kunst en religie. Van zijn vader, die spoorwegbeambte was, erfde hij zijn muzikale gaven en kreeg hij ook zijn eerste lessen op de viool, de piano en het orgel. Hij maakte daarin snel vorderingen, getuige het feit dat hij zijn gymnasiumopleiding in Marburg bekostigde met zijn inkomsten als organist in een plaatselijke kerk. Verder lezen →
Een persbericht in de ‘Physical Review Letters’ van 27-9-1997 meldt dat een team van 20 Amerikaanse fysici van de universiteiten van Rochester (New York), Princeton, Stanford en Tenessee er voor het eerst in geslaagd is lichtstralen om te zetten in materiedeeltjes: in elektronen en positronen.
De proef vond in Stanford plaats, in de drie kilometer lange deeltjesversneller, de S.L.A.C. (Stanford Linear Accelerator Center), onder leiding van Adrian Melissinos. Verder lezen →
Van een lezer ontvingen wij het volgende bericht uit het blad Exposure Magazine (no.1 1994), een blad met o.a. berichten van onafhankelijke wetenschappelijke onderzoekers welke in tegenspraak zijn met het gevestigd wereldbeeld, die in de media nauwelijks aandacht krijgen.
De “Holle aarde” oftewel “Het gat aan de polen”:
UFO Nachrichten juli 1970 brengt de primeur van een opzienbare NASA-foto gemaakt door de satelliet ESSA 7 op 23-11-1968. Hierop ziet men duidelijk aan de noordpool een reusachtig ‘gat’, d.w.z. de foto werd gemaakt van de noordpool zonder wolkendek. Verder lezen →
Een fenomeen die de wetenschap met de handen in het haar laat is de “spontane menselijke zelfontbranding”. Liever zou de wetenschap het bestaan van dit fenomeen ontkend hebben, maar de as van het slachtoffer er ligt er. De wetenschappers hebben zo hun theorieën over de oorzaak van zelfontbranding, maar goed beschouwd raken ze kant nog wal, daar die theorieën over het ontstaan van dit fenomeen niet met praktijkexperimenten gestaafd kunnen worden. Althans, het resultaat is geheel anders dan wat er rest na een spontane menselijke ontbranding.
Anders dan bij verbranding van buitenaf waarbij brandstof is toegevoerd, is bij spontane menselijke ontbranding de verbranding zo volledig en in zo’n korte tijd dat men eigenlijk wel moet concluderen dat het lichaam zelf als brandstof heeft gediend.
In “Geheimen der Natuur” aan Lorber gegeven lezen we in het hoofdstuk dat de vlieg beschrijft wat de oorzaak hier van deze spontane menselijke zelfontbrandingen is.
Opnieuw blijken gegevens die Lorber via het innerlijke woord ontving, vooruit te lopen op de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen. Lorbers beschrijvingen van onbekende enorme zeedieren werden lange tijd vanuit wetenschappelijk oogpunt naar het rijk der fabelen verwezen. Verder lezen →
Uit “de geneeskracht van het zonlicht” van Jakob Lorber vernemen we het volgende, blz. 10:
Had de zieke last van zijn maag dan moest hij, naast het eerst een tijdlang blootstellen van zijn maagstreek aan het zonlicht, water drinken uit een zuivere bron die ook aan het zonlicht was blootgesteld en dan ging het spoedig beter met hem.