Alle berichten van Hendrik

BDE’s, de donkere materie van het bewustzijn

– Hendrik Klaassens –

Onze zon beweegt zich, samen met sterren uit onze omgeving, in ongeveer 250 miljoen jaar om het centrum van ons melkwegstelsel. Toch kunnen we met de bestaande theorieën niet verklaren waarom sterrenstelsels zich gedragen zoals ze zich gedragen. In de praktijk zien we nl. dat sterrenstelsels om hun as draaien alsof ze maar liefst tien maal zo zwaar zijn als de materie die we kunnen zien. Dat betekent dat 90% van de materie in het heelal voor ons onzichtbaar is. We hebben geen idee wat we ons daarbij moeten voorstellen. Natuur- en sterrenkundigen rekenen zich een punthoofd om dit raadsel op te lossen. Wie het ei van Columbus gevonden heeft, wordt op slag een tweede Einstein en mag rekenen op een vette Nobelprijs. Jammer genoeg heeft nog niemand het zo ver geschopt. De natuur van de donkere materie is nog duister.

Wat voor de materie geldt, geldt in feite ook voor de menselijke geest. Het onderzoek naar de werking van ons bewustzijn en alle aspecten daarvan heeft een schat aan kennis opgeleverd. Toch blijven veel dingen onverklaarbaar. Ik heb het vermoeden dat BDE’s (de afkorting van bijna-dood-ervaringen, waarbij mensen tijdens de hersendood uit hun lichaam treden) wel eens de sleutel zouden kunnen zijn om dieper in deze materie door te dringen. Een BDE van een Amerikaanse wetenschapper bracht me daarbij op het spoor.

Dr. Eben Alexander gaf al 15 jaar les in de neurochirurgie aan de Harvard Medical School toen hij in 2008 een BDE kreeg n.a.v. een zeldzame vorm van hersenvliesontsteking. Zeven dagen lang was hij hersendood. Toen ontwaakte hij uit een diepe coma. Wat hij zich kan herinneren uit die tijd staat voor altijd in zijn geheugen gegrift.


Dit is de originele uitgave van zijn eerste boek “Proof of Heaven”, waarin hij uitgebreid verslag deed van zijn diepgaande bijna-dood-ervaring. Het werd een wereldwijde bestseller.

Eerst had hij de ervaring dat alles bruin, rood en vormloos was. Hij voelde zich een aardworm die rondkroop in de modder, zonder spraak, zonder herinnering, zonder besef van wat er om hem heen gebeurde. Opeens hoorde hij een melodietje spelen dat steeds luider werd en steeds vrolijker. Gaandeweg liet het alle lelijkheid en treurigheid van dat aardwormrijk verdwijnen. Terwijl die melodie nog speelde veranderde de omgeving in een hemels gebied waar hij op de vleugel van een vlinder overheen vloog. Samen met miljoenen soortgenoten vlogen ze in wisselende formaties door een prachtig landschap met een weelderige begroeiïng.

Even later schoot hij van de aarde weg, alsof hij in een ruimteschip zat dat zich met een ontzagwekkende snelheid van onze planeet verwijderde. Hij belandde uiteindelijk in een gebied dat zich buiten het universum bevond en dat hij als ‘de kern van alles’ omschreef. Dat was oneindig groot en donker. Daar werd hij zich bewust van de liefdevolle aanwezigheid van God. Tijdens dit verblijf in de ‘kern’, dat hij ook het ‘multiversum’ noemde, werd zijn hele wezen doordrongen van de waarheid dat Liefde het allerbelangrijkste is bij alles wat je doet. De herinnering hieraan was zeer helder en indringend.

Nu hij terugkijkt op deze ervaring beseft hij dat we met onze wetenschappelijke modellen en theorieën helemaal niet in staat zijn om dergelijke ervaringen te verklaren. Er is geen fysiologische verklaring voor deze ervaring die zijn hele leven ingrijpend veranderde. Deze ervaringen kun je alleen begrijpen als je ervan uitgaat dat ons bewustzijn, onze geest, voor zijn functioneren helemaal niet afhankelijk is van de menselijke hersenen, maar er hooguit gebruik van maakt zo lang de mens nog op aarde leeft. Daarna verlaat de menselijke geest het lichaam en gaat een geestelijk gebied binnen.

Veel mensen denken dat BDE’s ontstaan door zuurstofgebrek, of het gevolg zijn van de extreme spanningen die optreden wanneer een mens in levensgevaar verkeert. Volgens dr. Alexander falen deze puur biologische verklaringen van BDE’s stuk voor stuk. Graag ga ik op deze verklaringen in en zal ik proberen uit te leggen waarom ze niet voldoen. Daarbij baseer ik me op het werk van Bruce Greyson, een Amerikaanse psychiater die meer dan 1000 BDE’s onderzocht, en op het werk van Michael B. Sabom, een cardioloog uit de VS die alle fysiologische verklaringen van bijna dood-ervaringen toetste, maar ze allemaal ontoereikend vond om de belangrijkste kenmerken van BDE’s te verklaren: het ontmoeten van overleden vrienden en familieleden, en de grote scherpte en helderheid van het bewustzijn tijdens zulke ervaringen.

Bruce Greyson is psychiater aan de School of Medicine van de Universiteit van Virginia. In die functie heeft hij meer dan 1000 BDE’s onderzocht. Over dat onderzoek verklaarde hij tijdens een interview met de Amerikaanse zender TVPG: “De specifieke kenmerken van een BDE zijn een gevoel van diepe vrede en welbevinden, het gevoel dat men het lichaam verlaat en het zien van een helder licht dat warmte en onvoorwaardelijke liefde uitstraalt. Soms rapporteren mensen dat ze een godheid ontmoeten die ze identificeren als God of Christus. Soms hebben ze het alleen over een almachtig wezen.”

Hoewel getuigenissen van mensen die zoiets hebben meegemaakt vaak indrukwekkend zijn, gaan veel wetenschappers ervan uit dat deze verhalen niet een reëel hiernamaals beschrijven, maar alleen de uitdrukking zijn van de psychische mechanismen die optreden als mensen in doodsstrijd verkeren. BDE’s zouden binnen die opvatting niet meer zijn dan hallucinaties die de psyche van de mens produceert om de moed erin te houden als de dood héél dicht bij is. Zuurstofgebrek wordt daarbij vaak als de directe, fysieke aanleiding beschouwd waardoor dergelijke ervaringen worden opgeroepen.

Om deze hypothese te toetsen heeft men in de zeventiger jaren piloten van de Amerikaanse luchtmacht getest. Deze piloten werden in een laboratorium blootgesteld aan heel hoge versnellingen, waardoor het bloed uit hun hoofd wegtrok. Daarbij raakten ze bewusteloos. Toen ze bijkwamen meldden sommigen dat ze dingen hadden ervaren die ook vaak voorkomen in BDE’s. Zo zagen enkele piloten een helder licht. Anderen konden hun eigen lichaam van buitenaf zien. In de medische literatuur noemt men dat de ‘autoscopische ervaring’.

Hoewel de verhalen van enkele piloten dus in een paar opzichten overeen kwamen met echte BDE’s, ontbraken telkens twee essentiële dingen: 1. De verbrokkelde, fragmentarische waarneming die optreedt bij zuurstofgebrek haalt het niet bij de helderheid en de ingewikkelde structuur van echte BDE’s. 2. Ook is er dan geen weerzien met overleden vrienden en familieleden, noch de ervaring van een opperwezen.

In het boek “Herinneringen aan de dood” van de Amerikaanse cardioloog dr. Michael B. Sabom kwam ik twee andere onderzoeken tegen die zijn verricht naar de gevolgen van zuurstofgebrek in de hersenen. Zo brachten Y. Henderson en H.W. Haggard verschillende proefpersonen in een kamer waarin het zuurstofgehalte langzaam werd verminderd. Ze merkten dat de geestelijke en lichamelijke vermogens van deze mensen geleidelijk afnamen. Op den duur kregen ze last van stuiptrekkingen en problemen met ademhalen. BDE-achtige ervaringen kwamen bij dit experiment niet voor.

In een later uitgevoerd onderzoek van R.A. MacFarland naar de gevolgen van zuurstofgebrek constateerde deze arts dat bergklimmers op hoge bergtoppen lijden aan concentratiestoornissen, een slecht geheugen en prikkelbaarheid. Kortom: ze zijn dan verward en overgevoelig.

Deze twee onderzoeken die Michael Sabom aanhaalt wijzen dus in dezelfde richting: de manier waarop mensen hun omgeving waarnemen is bij zuurstofgebrek veel chaotischer en meer verbrokkeld dan tijdens bijna-doodervaringen. Het karakteristieke verloop van een BDE en de enorme helderheid en het totaaloverzicht die daar bij horen, zijn bij zuurstofgebrek volledig afwezig. Sabom concludeert dan ook dat zuurstofgebrek niet de oorzaak kan zijn van BDE’s: het gaat hier om een wezenlijk ander type ervaringen.

Eben Alexander, die zelf een BDE heeft gehad, gaat nog een stap verder. Hij is er rotsvast van overtuigd dat het bewustzijn niet ontstaat door de werking van onze hersenen: volgens hem functioneert het onafhankelijk daarvan. De interactie met de wezens die hij tijdens zijn eigen ervaring zag was zó enorm indringend, complex en onverklaarbaar, dat geen enkele traditionele theorie, die BDE’s moet verklaren, naar zijn mening hiervoor toereikend is. De hersenvliesontsteking, die hem op de rand van de dood bracht, zorgde ervoor dat zijn hersenschors niet meer functioneerde. Maar misschien – zo redeneerde hij – was zijn BDE wel veroorzaakt door gebieden van de hersenen die wat dieper liggen. Vervolgens heeft hij onderzocht of daar misschien de oplossing lag van dit raadsel. Jammer genoeg liep dat onderzoek volledig dood. De meer naar binnen gelegen hersendelen zijn nl. niet in staat om dergelijke ervaringen voort te brengen.

De enige plausibele verklaring die dr. Alexander kon bedenken voor zijn ervaringen is de aanname dat de mens een geest is die tijdelijk een lichaam bewoont en na de fysieke dood terugkeert naar zijn eigenlijke, geestelijke domein. BDE’ers komen voor enkele minuten in dat geestelijke gebied terecht en kunnen ons vertellen hoe dat eruit ziet en welke wetten en principes daar gelden.

Laten we er nu van uitgaan dat Alexander en Sabom – naast veel andere onderzoekers – gelijk hebben en BDE’s inderdaad bewijzen vormen van een hiernamaals; wat zijn dan de consequenties ervan voor de wetenschap en voor onze samenleving en onze ethiek? Zijn deze ervaringen nu echt de ‘donkere materie van het bewustzijn’? Graag wil daar nu op ingaan.

ZELFMOORD EN DOODSTRAF
Als er alleen een lichamelijke dood bestaat, maar de geest verder leeft in een andere bestaanssfeer met eigen wetten en regels, heeft zelfmoord geen zin. Meestal hoopt iemand, die zichzelf van kant maakt, dat zijn problemen samen met zijn lichamelijk bestaan eindigen. Maar als we als geest verder leven, zullen we merken dat de problemen nog even erg zijn als daarvoor: vroeg of laat zullen ze toch echt moeten worden opgelost, is het niet tijdens het leven op aarde, dan wel in de geestelijke wereld na dit leven.

Een directe consequentie van dit andere mensbeeld, waarbij we als geest in een lichaam worden beschouwd, is verder dat de doodstraf zinloos is. De misdadiger die als straf voor zijn daden wordt geëxecuteerd, houdt niet op te bestaan, maar gaat alleen over naar een ander bestaansniveau. Ook daar kan hij een heel negatieve invloed uitoefenen op zijn omgeving, maar dan meer in geestelijke zin. Een dergelijke straf verandert de mens niet. De enige oplossing voor criminaliteit is dan ook dat er wordt gekeken naar de oorzaken en achtergronden van de misdaad en degene die hem pleegt. Dat betekent niet dat hij of zij met fluwelen handschoenen moet worden aangepakt, maar wel dat er veel doelgerichter wordt gewerkt om iemand ook mentaal te beïnvloeden en te verbeteren d.m.v. zelfinzicht.

GEZONDHEIDSZORG
Ik denk verder dat dit andere mensbeeld ook verstrekkende consequenties heeft voor de gezondheidszorg. Als de mens allereerst een geest is, die tijdelijk van een lichaam gebruik maakt, wordt de zorg voor het geestelijke welbevinden naar verhouding belangrijker dan de zorg voor het lichaam. In plaats van ons blind te staren op allerlei methoden om het fysieke leven van chronisch zieken eindeloos te rekken zullen we dan misschien eerder de moed hebben om de stekker eruit te trekken – dat alles in het besef dat we iemand misschien wel extra leed toebrengen door hem of haar tijden lang kunstmatig in leven te houden. Het bestaan houdt immers met de lichamelijke dood niet op.
Ook belangrijk is voor mijn gevoel dat bij de genezing van allerlei ziekten en aandoeningen veel meer de nadruk komt te liggen op de aanpak van de werkelijke, diepere oorzaken ervan dan op symptoombestrijding. Het onderdrukken van symptomen lost immers niets op; het wegnemen van de oorzaken, die vaak met een verkeerde manier van leven – en dus ook met de psyche – samenhangen, is véél effectiever.

RELIGIE EN PARAPSYCHOLOGIE
BDE’s passen niet in één bepaalde religie. Ze propageren ook niet één bepaalde geloofsovertuiging met uitsluiting van alle andere. Wél hebben ze een paar belangrijke kenmerken gemeen met de grote wereldreligies zoals het christendom, de Islam en het Jodendom. Het idee dat er één God is, dat er engelen zijn, dat het leven een bedoeling heeft – nl. het ontwikkelen en beoefenen van de liefde voor God en de naaste – en de opvatting dat de mens allereerst een geest is, die tijdelijk in een lichaam leeft en na de fysieke dood naar dat onlichamelijke bestaan teruggaat, komt in al die religies voor. In die zin bevestigen ze de kern ervan, zonder zich voor één bepaalde richting uit te spreken.

In wetenschappelijke zin is er voldoende bewijs voor vijf paranormale verschijnselen, nl. telepathie, helderziendheid, de ‘voorschouw’ (voorkennis van dingen die staan te gebeuren), psychokinese en genezing d.m.v. geestkracht (magnetiseren e.d.). Door ervan uit te gaan dat de mens allereerst een geest is in een lichaam vallen deze verschijnselen gemakkelijker te verklaren. Op geestelijk niveau staan mensen met elkaar in verbinding en kunnen ze elkaar zowel negatief als positief beïnvloeden.

TOT SLOT
Er zijn vast mensen die dit artikel over bijna-dood-ervaringen kunnen aanvullen en meer of betere consequenties van een spiritueel mensbeeld kunnen opnoemen. Dan hoor ik dat graag. Wel heb ik geprobeerd alvast een paar aanzetten en ideeën te leveren. Want ik vermoed dat de acceptatie van BDE’s als geloofwaardige beschrijvingen van de geestelijke wereld een cultuuromslag zal veroorzaken die vergelijkbaar is met de Copernicaanse revolutie die aantoonde dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel. In plaats van ons – zoals tot nu toe gebruikelijk was – blind te staren op de materie en op alles wat zichtbaar en meetbaar is, krijgen we dan oog voor de bijna oneindige wereld van de geest. De fysieke wereld is daaraan volledig ondergeschikt. Dat bedoelde ik dan ook met de titel ‘BDE’s als de donkere materie van het bewustzijn’: tijdens zulke ervaringen gaat opeens een véél grotere wereld voor ons open – een wereld buiten ruimte en tijd, waaruit alle materie is voortgekomen en waarnaar het uiteindelijk terugkeert. Ik ben ervan overtuigd dat die cultuuromslag enorme consequenties zal hebben voor de manier waarop we met anderen, met onszelf en met de aarde omgaan. 

Wie geïnteresseerd is in dit onderwerp kan ik verwijzen naar de titels in onderstaand lijstje.

Literatuur:
– Eben Alexander, “Na dit Leven”, een neurochirug over zijn reis naar het hiernamaals, 2013, uitgeverij Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Eben Alexander, “De hemel in kaart”, een neurochirurg onderzocht de mysteries van het hiernamaals, 2014, uitgeverij Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Pim van Lommel, “Eindeloos bewustzijn – een wetenschappelijke visie op de bijna-dood-ervaring”, 2008, uitgeverij Ten Have. 
– Raymond Moody, “Een blik in de eeuwigheid – gedeelde ervaringen met de dood”, 2011, Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Todd Burpo en Lynn Vincent, “De jongen die in de hemel was”, 2013, uitgeverij Plateau.  


Hieronymus Bosch – Opstijging van de gelukzaligen naar de hemel, 1500-1504.

Lezing over de eindtijd


*     Wat betekent de Eindtijd in verschillende religies en wat gaat er volgens die religies gebeuren?
*     Wat zijn tekenen van de komst van de eindtijd in het Christendom? Is deze interpretatie juist?
*     Oproep tot gesprek:  Wat zijn jouw verwachtingen van de eindtijd en hoe moeten we de teksten die in tekenen worden vertaald interpreteren? Hoe kunnen we ons het beste voorbereiden?

Franklin Delano Roosevelt sprak aan het begin van de Grote Depressie: “Deze generatie heeft een rendez-vous met het noodlot”.

1. Wat betekent de Eindtijd in verschillende religies en wat gaat er volgens die religies gebeuren?

De eindtijd in de context van het geloof betekent het einde van de periode van de mens. Oftewel: de periode dat de mens op aarde is komt ten einde.

Volgens de 5 wereldreligies:

Boeddhisme en Hindoeïsme: Zij geloven in een Kalpa (wereld-cyclus) die een bepaald aantal jaren duurt. Kalpa is de periode van het onstaan van materie tot de vernietiging ervan.

Je hebt verschillende kalpas met ieder een eigen tijdsperiode. De tijdsperiode laat ik voor het gemak hierbij weg omdat deze nogal wat rekenen vergt:

  • Ayu-Kalpa: Dit is de levensverwachting van de mens
  • Antah-Kalpa: Massale sterfte van mensen door: ziekte, honger of oorlog
  • Maha-Kalpa: De tijd tussen het ontstaan van de wereld, stabiele fase, ondergang en lege periode.

Hoelang de Maha Kalpa duurt heeft de Boeddha niet gezegd, wel dat als je alle zandkorrels uit de Ganges telt het aantal voorbije Kalpas nog meer is. Het zal dus nog wel even duren volgens de Boeddhisten voordat de wereld aan zijn eind komt.

Hindoeïsten hebben een andere telling ‘De dag van de Brahma’, maar het concept is hetzelfde. De tijd is om, de aarde houdt op te bestaan. Er zouden 50 van de 100 Brahma jaren verstreken zijn, we zitten nu dus op de helft.

Jodendom, Christendom en Islam.
Deze drie religies hebben veel overeenkomsten, ook als het gaat om de eindtijd.

De Joden: De eindtijd is volgens hen het laatste stuk van de geschiedenis waarbij de Messias verschijnt en de tijd van Godsrijk van recht en vrede aanbreekt. De Joden zullen bij elkaar worden gebracht en het ‘’huis van David en de tempel Israel’’ zullen hersteld worden. Doden zullen herrijzen.

De Christenen: Bij de Christenen is er ook nog sprake van een ‘’eindstrijd’’ tussen goed en kwaad, God/duivel, Christus/Antichrist. Ook is er voor de wederkomst (tweede komst van de Messias) een grote verdrukking van de christenen en misschien wel alle mensen.

De Moslims: Geloven dat vóór de Oordeelsdag de verschijning van de Mahdi komt (laatste imam/kalief). Samen met Isa (jezus) zal hij de Massih-ad-Dajjal (antichrist) vernietigen. 

2. Wat zijn tekenen van de komst van de eindtijd in het Christendom? Is deze interpretatie juist?

Wanneer Jezus terugkomt weet niemand. In de bijbel Mattheus 24:36 staat: Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse ​engelen​ en de Zoon niet, alleen de Vader weet het”. Mensen die zeggen dat ze de datum weten door een of andere berekening die ze hebben gedaan zijn dwaas. Alleen God weet het. En zo hoort het ook. Net als het voorbeeld van de meisjes en de lampen, de slaven die wachten op hun meester. De meester zegt niet wanneer Hij terugkomt, dus staan ze altijd paraat. Iemand komt op visite. Je weet dat ze op zondag komen maar niet hoelaat. Je zorgt ervoor dat je thuis bent die dag en dat je huis schoon is. Wanneer je weet dat ze om 16:00 uur komen dan ga je ff uitslapen, met de hond wandelen en nog even lezen voordat je gaat schoonmaken. Oftewel: om scherp en alert te zijn wanneer je visite komt is het zaak dat je niet weet wanneer precies. Je aandacht verslapt dan niet en je zorgt dat je zaakjes voor elkaar zijn.

“Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes …” (Lukas 21:34).

Voor de wederkomst van Jezus zullen er volgens de Bijbel een aantal tekenen zijn. Maar: hoe moeten we deze tekenen interpreteren? Als we de slang in het hof van Eden en de dieren op de ark van Noach als beeldspraak zien, moeten we dat dan ook niet met deze tekenen?

Jezus gebiedt Zijn oprechte volgelingen om te waken en gereed te zijn; “Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan [“staan”, SV] voor de Zoon des mensen” (Lukas 21:36).

Lukas schreef: “Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien geschieden, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is. Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht zeker niet voorbij zal gaan, totdat alles geschied is [cursivering door ons]. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan” (Lukas 21:31-33).

  • Oorlog, geweld en wetteloosheid

“U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk …” (Mattheüs 24:6-7).

Op dit moment zijn er rond de 50 oorlogen gaande in de wereld. Dit is niet per definitie veel meer dan vroeger, maar het aantal doden is hoger door moderne wapens. Misschien dat er geen vlees meer over is door de nucleaire wapens en laat God het niet zover komen? Wie zal het zeggen.

Kleine oorlogen op persoonlijk niveau. Kinderen van 13 lopen met rond met messen waar een slager jaloers op is. Bij ons op school liggen de koksmessen achter slot en grendel. Metaalpoortjes op scholen zijn al heel gewoon. Maarja, de jeugd wordt overspoeld met geweld in games, muziek maar ook op het nieuws. Beelden van iemand die wordt neergeschoten maakt bij veel de pis niet lauw.

  • Vechten om eten

De woestijn rukt steeds verder op. Grote droogte zorgt overal voor bosbranden en voedseltekort. Oogsten mislukken. De grond is zo droog dat vocht niet eens wordt opgenomen maar er op blijft liggen en meteen weer verdampt. Just dig it organisatie houdt zich hiermee bezig.

  • Droogte en hongersnoden

 Mensen komen om van de honger. Maar ook door oorlog tekort aan voedsel. Zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraine die grote invloed heeft op onze aanvoer van brood, olie, noem maar op. De winkels waren snel leeg. Mensen worden gevaarlijk als ze honger krijgen en het is ieder voor zich. Of het eten niet meer kunnen betalen.

“En toen het Lam het derde zegel geopend had [kort voor de komst van Christus], hoorde ik het derde dier [een engelachtig wezen] zeggen: Kom en zie! En ik zag, en zie, een zwart paard, en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: Een maat tarwe voor een penning en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe” (Openbaring 6:5-6).

God beheerst het weer, zoals bij Noah.

  • Aardbevingen en andere natuurrampen

Dit jaar: Turkije, Frankrijk, Marokko. Dinsdag: 36 aardbevingen. Per dag 20 vulkanen actief

San andreas breuk: Californie en Florida. Breuklijnen schuren langs elkaar. Kan een grote beving veroorzaken.  Is het hierop wachten? Zou dat een teken zijn?

De yellowstone vulkaan in Wyoming. Met een magmakamer 11 keer groter dan de grand canyon kan hij met zijn giftige dampen en as bij een uitbarsting miljoenen mensen doden.

Zijn aardbevingen iets nieuws? Nee, maar doordat gebieden steeds dichter bevolkt raken vallen er wel meer slachtoffers dan vroeger.

Moeten mensen letterlijk door elkaar worden geschud of is het beeldspraak?

Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen” [cursivering door ons] (Mattheüs 24:7).

  • Epidemische ziekten

Heel recent hebben we het natuurlijk over Corona. Maar de wereld wordt al langere tijd geplaagd door ziektes. Denk aan de Pest, Spaanse griep (tussen 50 en 100 miljoen doden), Cholera, Ebola, Sars, Hongkonggriep, Mexicaanse griep. Niet echt speciaal die Corona dus. Maar: door de overbevolking in grote steden met vieze markten met vleermuizen in kooitjes is het natuurlijk een kwestie van tijd dat het weer gebeurt.

  • Antichrist

grote valse religieuze leider, in de Bijbel “de valse profeet” genoemd. (Openbaring 19:19-21) Deze religieuze leider zal een groot charisma bezitten en zal een krachtige invloed uitoefenen op een politieke macht – het spoedig komende beest (Openbaring 13, 17, 19). 

 Deze man zal bovennatuurlijke macht hebben om te misleiden! Hij zal de mogelijkheid hebben om grote wonderen te verrichten, zoals het laten neerdalen van vuur uit de lucht (Openbaring 13:13-14). 

 Wie is de antichrist? Anti betekent ‘tegen’ of ‘tegenwerkend’. Iemand die zicht dus verzet tegen Jezus.

Theoloog J Hoek oppert dat er wel meer antichristen in de geschiedenis zijn geweest: Keizer Nero, Keizer Domitianus, pausen, Hitler. Dat er in de eindtijd ook een dergelijk figuur optreedt.

De bijbel zegt dat hij zich voordoet als een engel des lichts. Hij doet net alsof hij goed is en is een groot religieus leider. Sommigen zeggen dat Poetin wellicht de antichrist is, maar die doet nou niet echt zijn best om goed te doen. Wonderen verrichten doet hij ook niet. Religieus leider? Nee. Ik denk niet dat hij degene is die we zoeken.  

Hoe heeft hij de controle? We krijgen een merk. Net als een hond of kat die een chip krijgt kiezen wij bewust voor een volgsysteem. Denk aan bijvoorbeeld ons sofinummer, pinpas, gezichtsscanner op je telefoon, et cetera. Facebook laat niet voor niks filmpjes zien die jij leuk vindt. Je algoritme weet meer over je dan jijzelf. De Rabbithole zoals ze dit noemen.

  • Het evangelie van Gods Koninkrijk gepredikt aan alle volken
  • Vervolging/ minder godsdienstvrijheid, maar wel een tolerantie voor al het andere en veel nieuwe godsdiensten

“Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam” (Mattheüs 24:9).. “En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden” (Mattheüs 24:11).

Krantentitel: De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is sinds kort officieel ingeschreven als kerk. De aanhangers noemen zichzelf ‘pastafarians’. Een vergiet op het hoofd zetten is daarmee officieel een religieuze aangelegenheid. Beetje research gedaan: in de hemel zijn blijkbaar biervulkanen en strippers. In de hel ook, maar daar is het bier bedorven en hebben de strippers geslachtsziektes.

En dit wordt dus goedgekeurd als religie. Waarom? Omdat het geaccepteerd MOET worden. We kunnen niet anders meer. Tot zover is het dus gekomen.

Als christen wordt je nu al ouderwets gevonden. Is niet echt woke. Ben je een blanke vrouw die op een man valt? Wat saai!

Alles mag en lijkt te kunnen. Identificeer ik mezelf als kat en wil ik uit een bak van de grond vreten en de hele dag in een mand liggen? Geen probleem! Maar als ik zeg dat ik Christen ben en dat ik vanuit mijn geloof vind dat een man bij een vrouw dan ben ik een geloofterrorist, extremist en discrimineer ik. Wel een voordeel: Ik identificeer mezelf vanaf nu als een slanke dame van 25, dan hoef ik niet meer op dieet en de dagcrème kan de deur uit.

Waar is de moraal? Kan alles dan zomaar? Of is er toch nog ergens een grens. Ik werd laatst aangesproken in de klas: ik mocht geen dementerenden meer zeggen als ik het over mensen met dementie had. Dat is oneerbiedig. Ze zijn meer dan alleen een ziekte. Oke… Volgens die logica ben ik dus geen docent. Nee, ik ben een cisgender hetero vrouw die het beroep van docent uitoefent. Ik ben niet bijziend: ik heb bijziendheid. 

Hulp bij zelfmoord? Dat kan. Abortus? Dat kan. Je laten ombouwen van man naar vrouw? Dat kan. Andersom? Kan ook. Transspecies? Dus dat je geen mens meer bent maar bijvoorbeeld een kabouter of een kat? Dat kan. Kuitimplantaten voor mooie ronde kuiten? Prima! Jezelf in een coma zuipen? Tuurlijk. Alle drugs gebruiken die er maar zijn? Tuurlijk! Dat is geestverruimend zoals ze dat noemen.

Waar houdt het op? Is er een grens? Of is dit pas als de pedofielen zeggen dat zij ook recht hebben op de vervulling van hun behoeften?

We leven nu! YOLO. Vooral niet nadenken over God en de toekomst. Dat beperkt onze vrijheid en kunnen we ons hart niet volgen…

Maar niets is zo verraderlijk als ons eigen hart. Wat weten wij er nou van? Er zijn niet voor niets regels.

  • Jeruzalem zal bezet worden.

“Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen” (Mattheüs 24:17-18). Met andere woorden, u moet onmiddellijk weg zien te komen wanneer u dit ziet gebeuren, want als u wacht, zal het te laat zijn om veilig te vluchten. Door de moslims?

  • Verdrukking

“Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden [in leven gehouden] worden; maar ter wille van de uitverkorenen [ter wille van Gods berouwvolle en gehoorzame volk] zullen die dagen ingekort worden” (Mattheüs 24:21-22).

Wetenschappers vertellen ons vandaag dat wij nu al het menselijk leven tenminste 20 keer van deze aarde kunnen wegvagen! Door alle nucleaire speeltjes.

“En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid” (Mattheüs 24:30). Moge de almachtige God die grote dag bespoedigen!

  • Uiteindelijke redding

“… In die tijd zal uw volk [alle afstammelingen van de aartsvader Israël] ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen” (Daniël 12:1-2). Jezus zal 1000 jaar regeren op aarde. Het KOH komt dus op aarde.

Dan zal Christus Satan verbannen, zodat hij niet langer in staat zal zijn om de naties te verleiden (Openbaring 20:1-3)

Dan – na de grote verdrukking – zullen er, zichtbaar voor iedereen op aarde, indrukwekkende astronomische tekenen aan de hemel zijn. “En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden” (Mattheüs 24:29).

Lees Openbaring 6: “En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud” (vv. 12-13).

Conclusie

Wat gaat er gebeuren en wanneer? De Verdrukking en Verlossing? En hoe? Komt het nog, is het gaande of is het al gebeurd? Op kleiner niveau, in de harten van de mensen? Zijn alle tekenen letterlijk te interpreteren of gaat het om de symboliek? Tolerantie bij jezelf en aardbevingen in je binnenste die je geloofsovertuiging op de kop zetten?

Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik mijn best doe tot God te komen door gebed en om een zo goed mogelijk leven te leiden. Zodat als de zon en sterren vergaan, de graven open gaan en de aarde wordt gefrituurd door een kernbom van Kim en Poetin, dat ik wordt opgenomen door Hem.

Vraag tot gesprek:

Wat zijn jouw verwachtingen van de eindtijd en hoe moeten we de teksten die in tekenen worden vertaald interpreteren? Hoe kunnen we ons het beste voorbereiden?

Uw wil geschiede – Lezing door T. de Vries op de ontmoetingsdag voor Lorbervrienden in 2023

Inleiding
Het thema dat Hans de Heij mij noemde om op 30 september 2023 een lezing over te houden was: Gehoorzaamheid, in het kader van Gods wil tegenover onze eigen wil en de daarmee samenhangende Nederigheid.

Gods wil is denk ik ware onvoorwaardelijke en onbaatzuchtige liefde. Zijn hier ook mensen die niet de liefde willen doen en zijn? Nou dan denk je mooi, dat is dan voor elkaar, einde lezing. Maar als mens hebben we ook te maken met de verleider. En wij zijn gezegend met zwakten en hebben ook te maken met van liefde afwijkend gedrag en de gevolgen daarvan door andere mensen. We zijn uitgenodigd om onze zwakten met Zijn hulp te overwinnen, zo mogelijk al enigszins hier op aarde. Cruciaal is daarbij dat we een vrije wil hebben, in tegenstelling tot de rest van de schepping. In deze lezing ga ik in op een aantal aspecten van Uw wil geschiede.

Passief?
In eerste instantie denk je: Uw wil geschiede betekent dat wat God wil ook gebeuren moet, dat je verdraagt wat Hij toelaat en dat je daarmee vrede hebt. Passief dus. Maar eigenlijk moet er nog wat achteraan: Uw wil geschiede ook door ons mensen, door onszelf! Daarvoor is het nodig om krachtig nee te zeggen tegen onze zwakten en Hem om hulp vragen om die te overwinnen. En uit de deemoed Hem dan alle ruimte geven in ons hart en zo Zijn liefdesinstrument te worden, ieder naar zijn of haar talenten.

Kerken en uw wil geschiede
Eén van de vijf sola (Alleen) uitspraken van Martin Luther is Sola Fide: alleen het geloof. Alleen door het geloof ben je voor God gerechtvaardigd. Volgens Luther was naast het geloof alleen nog Gods genade nodig. Dit was in reactie op dat volgens de katholieke kerk goede werken nodig zijn om in de hemel te komen en dat geld geven aan de kerk zo’n goed werk was. Die katholieke kerk en de kloosters waren dan ook schatrijk in de tijd van Luther. In Bijbelteksten lezen we echter: En Ik zei ook, dat degenen die tot Mij ‘Heer, Heer!’ zeggen, die dus aan de Zoon van God geloven, niet in het hemelrijk zullen binnengaan, maar alleen degenen die de wil van Mijn Vader doen!  (Bijbelteksten 34:5). Ik ben er van overtuigd dat de vijf dwaze maagden in die parabel geen gebrek aan geloof hadden, maar een gebrek aan liefde voor de Bruidegom, dus dat de lampolie liefde is en niet geloof.

Een andere uitwas over uw wil geschiede in de kerken is wat ook in Lorber aan de orde komt: het beeld van de straffende God die alles ziet, waarmee mensen bang gemaakt werden. Dat is voor sommigen zelfs traumatisch geweest. Ik ken een vrouw die daar veel therapie voor nodig had en die de woorden God en Jezus dan ook niet meer wil horen. Willeke heeft over die bangmakerij een prachtig lied gemaakt met de titel “Ik was bang voor U” (op CD Grenzeloos 3), waarin aan bod komt hoe het is om met zo’n bangmakend Godsbeeld op te groeien. Die bangmakerij had je niet alleen in de strengere protestantse kerken, maar ook in delen van de katholieke kerk. Zo is mijn katholieke grootmoeder helaas heel angstig gestorven, hoewel zij een heel goed mens was.

Jezus legt in Lorber uit dat die bangmakerij met de wens naar nog meer macht samenhangt. Het beeld van de straffende Vader staat wel heel ver af van onze onvoorwaardelijk liefhebbende hemelse Vader, zoals die bijvoorbeeld in de gelijkenis van de verloren zoon naar voren komt en we die ook kennen uit Lorber en Hemels Brood.

Jezus als ons voorbeeld
Uit Lorber kennen we heel goed de strijd die Jezus moest voeren als mensenzoon met betrekking tot Gods wil. In het laatste hoofdstuk van de Jeugd van Jezus lezen wij hoe hij tot zijn dertigste streed tegen zijn zwakten, waarvan hij er vele had. In de bijbel komt die strijd in beeldvorm terug als Jezus in de woestijn is en de verleider Hem probeert over te halen af te wijken van de wil van de Vader.
Tot op het laatst in Gethsemane moest Jezus die strijd voeren. In Kruis en Kroon (blz. 57) lezen we:
Want nu ging het erom dat de ziel van Jezus zich vanuit een volledig vrije wil onderwierp aan de grote, wijze Liefdewil en het scheppingsplan van de in Hem wonende Vadergeest…Nu moest Hij volgens het heilige plan van God alle mensen, geesten en engelen voor eeuwig een voorbeeld geven van totale overgave aan de wil van de Vader. ..Daarom trok de Vader-Godgeest zich op dit grote, beslissende uur terug uit de ziel van Jezus, opdat de wil van de Mensenzoon beproefd zou worden…
Tegenover de Vader in de hemel: “Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan.”
Hij wordt gesterkt en krijgt het volgende inzicht (blz. 59): “Zoals zij (de discipelen) sliepen, zo sliepen immers nog in de gehele schepping in en op de aarde en alle hemellichamen myriaden niet verloste zielen in het gericht van de materie en wachtten op het moment dat ze gewekt en uit de knellende banden … teruggevoerd zouden worden naar het rijk van de goddelijke orde, van de liefde, het licht en het eeuwige leven.” Jezus wordt dan door een groot medelijden aangegrepen en met het verkregen inzicht groeide in Jezus gevoel na droefheid en vrees en vurig gebed het besluit dat Hij uit volkomen vrije wil en vanuit de zuiverste liefde tot God en de Broeders nam: “Vader, ik weet dat het mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat – maar Uw wil alleen geschiede! En daarom wil ik hem drinken!” (blz. 60) Jezus ziel werd volkomen één van zin met de Vadergeest en het werk der verlossing kon Hij volbrengen, Hij kon zeggen: “Het is volbracht!”
Jezus liefdeoffer is tevens een uitnodiging aan ons om alleen nog Zijn wil te doen.

Wat is Gods wil?
Je kunt denken: Gods wil is simpel: Liefde, en wat specifieker de tien geboden die ons via Mozes gegeven zijn uit het Oude Testament en de twee liefdesgeboden die Jezus ons gaf. Maar wat is liefde? Wanneer is het goed iemand te geven waar diegene om vraagt en wanneer niet? Ik gaf altijd als iemand om geld vroeg, tot ik er op gewezen werd dat dit lang niet altijd de bedoeling is. Liefde is niet altijd doen wat de ander wil, ook in een huwelijk niet. Immers is wat de ander wil wel goed in Gods ogen? Daarom is het nodig om naar Zijn advies te luisteren in je hart, om Hem voor te leggen wat we uit onszelf zouden doen en te horen of dat overeenkomt met wat Hij wil. We zijn uitgenodigd om daar eerst naar te luisteren, alvorens te spreken, te handelen.
De sleutel ligt in de ware liefdevolle bedoeling en goed doen zoals God je vraagt. Zelf maak ik het regelmatig mee dat ik achteraf zie dat ik het beter anders had kunnen doen. Het is dan zaak te weten dat God mij geen schuld geeft, dat ik ook mezelf vergeef en waar nodig of mogelijk om vergeving vraag en/of iets goedmaak.

In Lorber lezen we dat als je uit de Bijbel alleen maar onthouden hebt: Hou van God boven alles en van je naaste als jezelf en je best doet daar naar te leven, het al prima is. Maar aan ons Lorberlezers wordt veel meer gevraagd. Aan wie meer weet, worden terecht ook hogere eisen gesteld. Dus enerzijds zijn wij gezegend dat Jezus ons de boeken van Lorber op ons pad heeft gebracht, anderzijds kom je er dan achter dat er veel meer van ons gevraagd wordt. Zo las ik bijvoorbeeld dat Jezus tegen Cyrenius zei dat de geslachtsgemeenschap alleen bedoeld is voor de voortplanting. Ben ik mooi klaar mee dacht ik toen ik dat las, omdat ik seks heerlijk vind! En dat is dan maar één van de vele dingen. Ik mag dus wel zeggen dat wij Lorberlezers in dit opzicht mooi de pineut zijn geworden. Hadden jullie niet gedacht hè dat vandaag hier te horen! Weer even serieus. Het gaat er niet om dat we alles perfect naar Zijn wil doen, het is belangrijk is dat we van goede wil zijn en ons best doen. Er was er maar één perfect die altijd de Wil van de Vader deed en dat is Jezus.
In dit verband moet ik ook denken aan Van de Hel tot de Hemel, waarin Robert Blum de piramide bekijkt en alle rotzooi ziet van zijn leven. Robert zegt dan dat dit veel erger is dan de spreekwoordelijke augiasstal en nooit meer schoon te krijgen is. Maar door zijn grote liefde voor Jezus zorgt Jezus ervoor dat het gereinigd wordt en Robert verder kan naar de hoogste hemel. Dus het belangrijkste lieve mensen is onze liefde voor onze hemelse vader Jezus!

Wilsvrijheid en gehoorzaamheid
Voor ik Lorber leerde kennen vond ik Gods wil gehoorzamen helemaal niet de vrije wil, vrije wil was te doen wat ik zelf wilde. En als je iemand moet gehoorzamen dan is jouw wil niet meer vrij dacht ik. Maar in deel 4 van het GJE las ik: Als wij willen wat de Heer wil, is ons willen volkomen vrij, omdat de wil van de Heer ook volkomen vrij is; willen wij dat echter niet, of maar ten dele, dan zijn wij miserabele slaven van onze eigen oneindige blindheid. Alleen in God kunnen wij volkomen vrij worden; buiten God bestaat er niets dan alleen maar gericht en dood! (GJE 4 176:3-4)

Zo nu en dan worden we op de proef gesteld. Dat is niet fijn, maar goed is dat daarmee onze ogen verder geopend worden, ook al struikelen we. Het goede aan beproevingen en falen wordt vaak niet gezien, al is het maar dat het ons deemoediger maakt. (zie ook HB 7637)

Als ik als mens mijn eigen wil volg, kies ik in mijn vrijheid ook de consequenties. Het directe contact met God verbleekt dan bij het volgen van de eigen wil. Zo sprak ik onlangs tegen mijn jongste broer en diens vrouw een oordeel uit, wat de tweespalt in mijn familie vergrootte. Mijn zus wees me er later gelukkig op: ik had geoordeeld op een aanname en niet nagevraagd. Ik heb wel mijn excuses aangeboden, maar daarmee is de toegebrachte wonde niet gelijk geheeld. Dus ook al wist ik donders goed dat we gevraagd zijn niet te oordelen, ik gaf weer een keer toe aan die verleiding.

Een ultiem voorbeeld over gehoorzaamheid uit het Oude Testament is dat God Abraham vroeg zijn eigen zoon Isaak te offeren en Abraham was daartoe bereid. Een mooi beeld voor dat ook wij uitgenodigd zijn om Hem te gehoorzamen, ook als dat betekent dat we niet doen wat onze familie en andere naasten het liefst zouden willen.
Een mooie uitleg over de vrije wil staat in het Groot Johannes Evangelie deel 3, hoofdstuk 17 waarin Rafael dit uit de doeken doet. De tijd is niet toereikend om dat hier voor te lezen.

Gods hulp
Wat voor hulp kunnen we van God verwachten? Veelzeggend is wat Judas als antwoord krijgt.
[6] Na deze woorden stond JUDAS weer op en zei tegen Mij: “Heer! Doden roept U uit de graven, en zij leven, waarom laat U dan mijn hart in het graf van het verderf te gronde gaan? Ik wil een beter mens worden en toch kan ik het niet omdat ik mijn hart niet kan veranderen. Vormt U daarom mijn hart om en dan ben ik een ander mens!”
[7] IK zeg: “Daarin ligt nu juist het grote geheim van de zelfontwikkeling van de mens! Alles kan Ik voor de mens doen en daarbij blijft hij mens; maar zijn hart is van hemzelf, dat moet hij geheel en al zelf bewerken als hij voor zichzelf toegang wil krijgen tot het eeuwige leven. Want als Ik Zelf eerst het hart van de mens zou bijschaven, dan zou de mens een machine en nooit vrij en zelfstandig worden; maar als de mens geleerd wordt wat hij moet doen om zijn hart voor God te vormen, dan moet hij dat ook ongedwongen ten uitvoer brengen en zijn hart vormen volgens de leer!
[8] Pas als hij zijn hart zo gevormd, gereinigd en gezuiverd heeft, kom Ik geestelijk daarin en ga er wonen, en de gehele mens is dan geestelijk opnieuw geboren en kan daarna eeuwig niet meer verloren gaan. Want daardoor is hij één met Mij geworden, zoals Ik één ben met de Vader, van wie Ik ben uitgegaan en in deze wereld ben gekomen om alle mensenkinderen de weg te wijzen en te banen, die zij geestelijk moeten gaan om bij God in de volheid der waarheid te komen!
[9] Daarom moet jij, net als ieder van jullie, eerst beginnen met de bewerking van je hart, anders ben je verloren, ook al zou IK je duizendmaal uit het graf in het vleselijke leven hebben geroepen!” 
(GJE 2:75)

Gelukkig lezen we in een boek van Max Seltmann dat het ook met Judas toch nog goed gekomen is aan gene zijde!
De hulp van God is er wel, maar bestaat uit het ons gegeven geweten, de antwoorden die Hij ons in ons hart geeft en de beproevingen die hij ons schenkt. Niet om het ons met die beproevingen moeilijk te maken, maar uit liefde, om ons te laten oefenen in het doen van Zijn wil, ons daarin sterker te maken en ons te doen groeien in deemoed, liefde en waarheid!

God heeft alle mensen dus het geweten gegeven. Zelf heb ik ervaren dat naar mate je meer en meer je best doet naar dat geweten te handelen, je geweten scherper wordt. Ik dacht bijvoorbeeld vroeger dat ik een goed mens was. Maar zeker sinds ik Lorber op mijn pad kreeg, werd ik me bewust dat daar nogal veel aan schortte. Zo is een van mijn zwakten het liegen en ik kan het aantal keren niet noemen dat ik me daaraan beschuldigd heb. Het is werd wel beter, maar dan merkte ik dat ook leugentjes om bestwil niet naar Gods wil zijn. En nog later dat je wel de ware dingen kunt zeggen, maar door het weglaten van wat er ook is, de ander toch een verkeerd beeld krijgt. Veel van mijn leugens waren gebaseerd op angst, onzeker van mezelf zijn en zelfliefde, de wens dat anderen een goede indruk van mij zouden krijgen, hoogmoed.

Ook een simpel iets als niet oordelen, tsjonge jonge dat valt mij niet mee. Daar ga ik nog regelmatig mee de mist in. Het mooiste hieraan is nog dat het mij deemoediger maakt, ook daartoe zijn we uitgenodigd. Zo zullen we allemaal wel struikelend achter Jezus aan gaan, zoals Stans Welling dat zo mooi noemt. Hij wil graag dat we erkennen dat we mis waren, indien mogelijk het weer goed maken en dan vrolijk opstaan, zonder ons schuldig te blijven voelen. De tegenkant echter wil graag dat we ons schuldig blijven voelen om ons onderuit te halen en herinnert ons dan regelmatig aan iets wat we niet goed gedaan hebben. Je schuldig blijven voelen is niet nodig en is niet goed laat Jezus ons weten. Mij zelf vergeven vond ik moeilijk tot Jezus mij zei: als ik je al vergeven heb, wie ben jij dan dat je dat niet doet en denkt dat je het beter weet? Dat heeft gelukkig geholpen!

Geloven, denken, willen, spreken en doen.
Gedachten zijn vrij. In Lorber staat ergens dat slechte gedachten op zich niet zondig zijn en dat pas worden als je er in je hart welgevallen aan hebt en er je wil aan koppelt.

In het Grote Johannes Evangelie lezen we dat Mathaël zegt: “Een redelijk goede wil is al gelijk aan het halve werk. De mens mag het echter niet te lang alleen maar bij de goede wil laten maar moet die zo gauw mogelijk aan het werk zetten, omdat de wil anders in de loop van tijd afkoelt, zijn spankracht verliest en uiteindelijk te zwak en machteloos wordt om een goed werk te volbrengen. (GJE 3:43)

En Jezus zegt tegen twee farizeeën en twee levieten:
(De Heer): ‘Wie tegen Mij zegt: ‘Heer, Heer!’, is nog ver van het ware Godsrijk; wie echter in Mij gelooft en doet wat Ik hem geleerd heb te doen, zal bereiken wat hem beloofd en getoond is, en zal pas door het handelen in zichzelf gewaar worden dat de woorden die Ik gesproken heb, geen woorden van een mens, maar waarlijk goddelijke woorden zijn; want Mijn woorden zijn in zichzelf liefde, licht, kracht en leven. Mijn woorden zeggen jullie duidelijk wat Mijn wil is. Wie Mijn wil in zichzelf opneemt en daarnaar handelt, zal in zichzelf het eeuwige leven hebben en zal verder blijven leven ook al zou hij, als dat mogelijk was, lichamelijk vele honderden malen sterven.(GJE7:157 1)

Zelfverloochening en deemoed
Wij zijn uitgenodigd om zelf steeds minder en minder te worden, zodat Hij in ons kan groeien. Zover groeien tot we uiteindelijk met Paulus kunnen zeggen: nu leef niet ik meer maar Hij in mij! Wat we dan doen en zeggen, doet en zegt Hij door ons! Lorber noemde zichzelf een onnutte knecht en daar snapte ik eerst niet van, immers voor mij was wat hij opgeschreven had uitermate nuttig! Tot ik besefte dat hij daarmee bedoelde dat hij zelf de teksten niet schreef, maar dat het de teksten van onze Hemelse Vader Jezus was.

Op zich hebben wij hier aanwezigen denk ik niet meer de illusie dat wij het beter weten dan onze Hemelse Vader. En dan denk je mooi: dan is het ook een peuleschil om te doen wat Hij wil. Maar dat valt nogal tegen bij mij, want daarvoor is het nodig tegen mijn eigen wensen en begeerten in te gaan en echt deemoedig te worden. Dit doet ook denken aan de verhouding 666, waarover Gera Hogendoorn hier een mooie voordracht gehouden heeft.

Een goede opsomming van wat onze Hemelse Vader van ons verlangt staat in het boek: de Weg tot de geestelijke wedergeboorte, dat je bij Jan en Ria kunt kopen. Als ik dat weer lees, realiseer ik me hoever ik nog te gaan heb alvorens die wedergeboorte te bereiken. Het maakt deemoediger en juist die deemoed is nodig om de Vader in ons alle ruimte te geven. Onze zwakten zijn in dit opzicht ook een geschenk. Als we al heilig zouden zijn, liepen we het gevaar hoogmoedig te worden. Ook de leerlingen ontvingen pas de Heilige Geest met Pinksteren, nadat ze drie jaar dagelijks onderricht van Jezus zelf hadden gehad.

Op een vraag van Jezus zegt Jarah in het Grote Johannes Evangelie:
“Heer, ik heb alles begrepen! Er is een goede mogelijkheid, maar alles hangt af van de vrije wil van de mens! De wereld zien en proeven zij, maar de hemelen zien en proeven zij daarentegen niet, en dan kan het gebeuren dat velen de gebaande weg niet zullen gaan, en het zal met hen dan erger zijn dan tot op heden! Ik zeg U, o Heer, de gebaande weg naar de hemel zal door weinigen betreden worden, want het moeilijkste voor de mens is de zelfverloochening!”
IK zeg: “Maak je geen zorgen, de verbeteringsinrichtingen zullen zo omvangrijk zijn dat ze van hier tot in het hiernamaals zullen worden uitgebreid!
(GJE 2:133, 5-6)

Zelfbeschouwing

Over zelfbeschouwing is een mooi gedicht geschreven door de Vlaamse dichteres Alice Nahon:

’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
Nog even voor het slapen gaan
Of ik van dageraad tot avond
Geen enkel hert heb zeer gedaan

Of ik geen ogen heb doen schreien,
Geen weemoed op een wezen lei
Of ik aan liefdeloze mensen
Een woordeke van liefde zei.

En vind ik, in het huis mijns harten,
dat ik één droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom één hoofd dat eenzaam was…

Dan voel ik op mijn jonge lippen,
Die goedheid lijk een avond-zoen
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
en zo zijn ogen toe te doen.

In het grote Johannes Evangelie lezen we dat een van de zaken die de leerlingen te doen kregen van Jezus zichzelf beschouwen was, onderzoeken wat ze niet naar Gods wil gedaan hadden en daar spijt van hebben.

Jezus geeft in het begin van zijn driejarige rondtrekken de leerlingen hierover raad:
Enigen weten echter niet hoe ze een begin moeten maken met de innerlijke zelfbeschouwing, en vragen dat aan Mij. Dan zeg Ik: ‘Rust en denk in stilte actief na over jullie doen en laten, over de jullie welbekende wil van God, en of je deze hebt opgevolgd tijdens de verschillende periodes van je leven. Op deze manier heb je je innerlijk onderzocht en daardoor bemoeilijk je het binnendringen van de satan in jezelf steeds meer. Want deze probeert met al zijn energie om de innerlijke zelfbeschouwing van de mens, door middel van allerlei nietszeggende begoochelingen te verhinderen.
Want als de mens eenmaal door oefening wat vaardigheid heeft verkregen in de beschouwing van zijn innerlijk, dan ontdekt hij in zichzelf ook heel gemakkelijk en heel snel welke valstrikken de satan voor hem heeft opgezet, en dan kan hij deze behoorlijk onklaar maken en vernietigen en tijdig maatregelen nemen tegen alle toekomstige valsheid van deze vijand. Dat weet de satan maar al te goed en daarom is hij zo ijverig mogelijk bezig om de ziel zelf met allerlei naar buiten gerichte begoochelingen af te leiden, en onderhand heeft hij dan niet veel moeite om onzichtbaar voor de ziel allerlei vallen uit te zetten, waarin zij tenslotte zo verstrikt raakt dat ze dan niet meer tot zelfbeschouwing kan komen, en dat is heel erg. (GJE 1:224.10-11)

Er is een hemels brood waarin gevraagd wordt aan de Hemelse Vader om alles te tonen wat van binnen nog niet naar Zijn wil is en was. De Vader weigert dat en zegt daarin dat als hij dat zou laten zie, dat je dan door de grond zou zakken van schaamte en tot niets meer in staat zijn. Vandaar dat Hij het stukje bij beetje laat zien. Belangrijk is daarbij onze motieven te onderzoeken: doen en zeggen wij iets uit liefde voor de vader, voor de ander, of willen we ook dankbaarheid zien als we mensen helpen, of dat anderen bij ons op gaan kijken?
Belangrijk is ook om met Hem je motieven te onderzoeken, juist van goede daden. Als je die doet om de hemel te verdienen, dan klopt dat ook nog niet. Het gaat om de liefde: Hoe meer jullie de Heer met liefde zullen omvatten en hoe deemoediger jullie ten opzichte van Hem en al jullie broeders zullen zijn, des te meer zul je van de waarachtige hemel in je dragen. (GZ_1 32:9-10)

Tot slot
Het doen van zijn liefdeswil lijkt gemakkelijk, maar is het absoluut niet. Maar weet dat hoe meer je in liefde groeit voor Jezus en je naaste, hoe duidelijker je ook Zijn liefde voor jou mag voelen! En dat is het mooiste wat mij hier al op aarde is overkomen, ook al ga ik struikelend en weer opstaand achter Hem aan.
Graag wil ik besluiten met nog twee stukjes uit GJE 9 (43:10-11), Nog een vijfde teken van Mijn tegenwoordigheid bij, in en te midden van jullie zal zijn dat jullie, als jullie altijd Mijn wil doen, in jezelf de wedergeboorte van de geest zullen bereiken. Dat zal een echte levensdoop zijn, omdat jullie daarbij van Mijn geest vervuld en daardoor in alle wijsheid binnengeleid worden. Laat ieder van jullie vooral naar dit vijfde teken streven!
En tot slot: Als het rijk Gods echter in jullie zelf gestalte krijgt en vol werkzaamheid wordt volgens Mijn aan jullie geopenbaarde wil, dan zullen jullie het ook aanschouwen en daar grote vreugde aan beleven. (GJE 9 159:4)

Die vreugde wens ik jullie allemaal!

T. de Vries

Wedergeboorte: hoe gaat dat? – G.K. Holderer

Wedergeboorte – hoe gaat dat?                                                              G.K.Holderer, 13.02.2023

Wedergeboorte mag niet verward worden met reïncarnatie. Terwijl reïncarnatie verwijst naar een tweede of derde geboorte van een mens op aarde, is de wedergeboorte een veel diepgaandere gebeurtenis.

De wedergeboorte beschrijft de bezitname van de ziel door de geest. Om dit te kunnen begrijpen moeten wij weten dat de mens een drievoudig lichaam heeft: het zichtbare materiële lichaam, vervolgens de ziel en tenslotte ook nog een door God gegeven geest.  De ziel is in ons leven op aarde het centrum. Daar gaan alle persoonlijke eigenschappen, verlangens en begeerten van uit. De opgave van ieder mens is het de bij zijn geboorte al aanwezige negatieve gegevens in de ziel te veranderen in liefde voor de hemelse Vader in God. Daarvoor heeft de mens zijn hele leven de tijd om dit te volbrengen. Maar in onze tijd weten weinig mensen dat dit hun belangrijkste opgave is.

En waarom is dit zo belangrijk? In de bijbel lezen wij dat Jezus aan zijn discipelen –  en daarmee aan ons allen – heeft uitgelegd dat God voor de mensen een liefdevolle Vader is, en zo zijn de mensen vanzelfsprekend zijn kinderen of kunnen zij het worden. Verder zegt Jezus dat God geest is. En in Genesis lezen wij dat God de mens naar zijn voorbeeld geschapen heeft, dat wil zeggen ook als geest geschapen heeft. Pas in tweede instantie was het noodzakelijk om aan de mens voor zijn leven op aarde ook een materiëel lichaam te geven.

Het leven hier op aarde is daarom een voorbereidend leven voor de toekomst, namelijk na onze overgang naar het hiernamaals. Daar bestaat het materiële lichaam niet meer, maar alleen nog ziel en geest.

De door God aan de mens gegeven geest kan zich pas met zijn ziel verenigen, wanneer de ziel bevrijd is van de negatieve gegevens en invloeden. Hier begint de opgave en het werk van de mens. Hoe is het mogelijk om de ziel van de uiterlijke invloeden af te schermen en zich van de nog negatieve eigenschappen van de ziel te ontdoen?

Allereerst moet de mens begrijpen dat God echt een liefdevolle Vader voor de mensen is. Dat verandert zijn geloof in God in liefde voor de hemelse Vader. Deze liefde is belangrijk om kracht te scheppen voor de echt zware opgave van de bevrijding van de ziel.

De mens begint ermee zichzelf te beschouwen en na te denken over de verkeerde daden die hij in het verleden heeft gedaan. Deze moeten nu worden berouwd met het vaste voornemen ze niet meer te doen. Dat zal niet binnen een week of maand mogelijk zijn. Maar geduld en doorzettingsvermogen helpen om het doel te bereiken. Maar er wachten nog meer opgaven. Tijdens zelfbeschouwing kan iedereen erkennen wat hij nog voor storende invloeden in zijn ziel waarnemen kan. Dat kan speelzucht, seks, machtsvertoon, geldzucht, ongeduld en nog veel meer zijn. Verder moeten ook de eigen eigenschappen gecontroleerd worden en door positieve worden vervangen.

Zo wordt de ziel langzaam gereinigd en wordt het mogelijk dat de geest gemakkelijker zijn informatie voor een naar God gericht leven aan de ziel van de mens kan meedelen. De geest is vol van liefde en draagt dit over aan de mens. Zo neemt ook de liefde van de mens voor de hemelse Vader toe en wordt het steeds gemakkelijker de ware en goede weg te volgen. Het is belangrijk om te weten dat de materiële begeerten zullen blijven storen. Maar de overwinning van hen sterkt de mens, en hij kan zich met liefde overgeven aan de wil van de hemelse Vader.

Zonder hulp zullen wij het zuiveren van de ziel niet kunnen bewerkstelligen. Jezus zal ons altijd hulp geven. Toch blijft de vrije wil van de mens aanwezig en die moeten wij met de goddelijke wil verenigen. Dan lukt het.

De wedergeboorte is de basis voor een verblijf in de hemel. Het is vanzelfsprekend dat het bereiken van de wedergeboorte – met hulp en genade van Jezus – al hier op aarde voor een snellere opname in de hemel zorgt.  Na het overlijden wordt ieder mens, die de wedergeboorte helemaal niet of alleen deels heeft bereikt, verder onderwezen. Daar duurt het groeien veel langer en kan duizenden jaren duren.

Ons leven op aarde is ons gegeven om aan de wedergeboorte te werken, omdat zij ook de liefde voor de hemelse Vader vergroot en zijn liefde voor ons daardoor vanzelfsprekend duidelijk voelbaarder wordt. Amen.

 

De ware christelijke kerk van de toekomst – G.K.Holderer

De ware christelijke kerk van de toekomst
–  G.K. Holderer  –

Voordat Jezus op aarde leefde, werd één volk bijzonder op zijn komst voorbereid – en dat was het volk Israël. Zij hadden één kerk – voor hun God – om voorbereid te worden op Gods leer en te leren hoe de mens zich moet gedragen tegenover zijn medemensen, maar ook om kennis te verkrijgen over wie hij zelf is. In de tempel – hun godshuis – brandde een licht dat de aanwezigheid van God bevestigde. De tempel was de heilige plaats die de verbinding tussen God en het volk Israël voorstelde. God leerde door de profeten, en de tempel was het oord waar zijn woord aan het hele volk werd verspreid.

Met de geboorte van Jezus veranderde iets belangrijks. God zelf was in de mens Jezus naar de aarde gekomen om nu niet alleen het volk Israël te leren waarom de mens op aarde leeft en hoe de verbinding van God met de mens moet zijn, maar om te leren dat God de hemelse Vader is en de mens zijn kind moet worden. “Worden” wil zeggen dat wij mensen hier op aarde een voorbereidingsleven moeten doormaken om vervolgens de goddelijke regels en orde in ons op te nemen om de liefde te beleven, die na ons einde op aarde en de geboorte in het eeuwige geestelijke rijk van levensbelang is. Jezus maakte zijn goddelijke leer overal, waar hij in het land was, bekend. Hij had daarvoor geen kerk nodig. Hij leerde vast en zeker ook in de tempel, maar dit was ook juist de plek waar de priesters hem gevangen wilden nemen. Wij zien dat de priesters al eerder de goddelijke leer zo verdraaiden dat zij er zelf veel profijt van hadden.
Later – na zijn dood en opstanding – ontwikkelde het geloof in de enige eeuwig levende God zich ook in andere landen, en vooral in Europa. In Rome werd de algemene katholieke kerk opgericht met een paus als aardse leider. Iedereen moest zijn geloof aanpassen aan de leer van de paus en zijn kardinalen. Er werden overal grote en kleine kerken gebouwd, waar de leer van God aan het volk werd doorgegeven. Maar deze oorspronkelijke, reine leer werd meer en meer veranderd om de macht en het aanzien van de paus te vergroten. Niet God stond in het middelpunt, maar de paus! Dat is goed te zien aan de oorlogen die de paus in de middeleeuwen voerde tegen allen die niet naar zijn geboden luisterden. Er werden honderdduizenden vermoord. Wij zien dat een kerk niet bepaald een trefpunt voor Gods kinderen werd.

Door mensen als Luther, Calvijn en Zwingli werd in de 16e eeuw geprobeerd de algemene kerk weer tot een plek te maken waar het ware woord van God aan de mensen werd verkondigd. Behalve de katholieke kerk ontstonden daardoor andere christelijke kerken die zich op menselijke voorstellingen baseerden. Jezus had geleerd: “Heb God boven alles lief en je naaste zoals jezelf.” Hoewel de drie tegenstanders van de paus belangrijke valse leren van hem corrigeerden, verschilden zij onderling toch van mening over de vraag hoe je moest geloven. Zo werden de mensen – de gelovigen – wel gedwongen de een of andere interpretatie van de leer kiezen.

Wanneer wij vandaag hier in Nederland rondkijken, zien wij een heel groot aantal geloofsgemeenschappen. Iedere geloofsgemeenschap leert wel volgens de Bijbel, maar iedereen begrijpt de Bijbel een beetje anders. Iedere kerk houdt stevig vast aan haar mening – wel te verstaan: een menselijke mening – en wil niet toegeven dat God deze verschillende opvattingen niet heeft geïnspireerd, want zij zijn uit het menselijk verstand te voorschijn gekomen. Op die manier dwalen wij steeds verder van de verbinding tussen hemelse Vader en Gods kind af. Wij zijn niet meer in staat de leer van de twee liefdesgeboden van Jezus in ons op te nemen en te versterken. Die zijn beslist doorslaggevend wanneer wij na ons aardse leven in het geestelijke rijk aankomen. Als wij deze twee geboden niet in ons leven in de praktijk hebben gebracht, komen wij in het hiernamaals op een ongekende omweg met veel pijn terecht.

Laten wij nog eens kijken naar de manier waarop de mens met de twee liefdesgeboden van Jezus omgaat. De christelijke opvoeding van kinderen is een van de belangrijkste opgaven. Maar wat doet de mens? Hij brengt zijn kinderen naar een crèche of kindertehuis in plaats van zijn kinderen zelf met moederliefde op te voeden. Dieren zoals een leeuwin of berin zijn liefdevoller voor hun nakomelingen dan een mens. Lijkt het er dan niet op dat wij tot onder het niveau van dieren zijn gezonken?

Is het dan niet begrijpelijk dat God, onze hemelse Vader, een andere kerk wil hebben om ons op aarde de gelegenheid te geven om op een eenvoudiger manier zijn geboden in ons op te nemen?

De religie van de toekomst heeft meer met God te maken. Hij is geest en wanneer wij tot hem bidden, dan moet dat op een geestelijke manier gebeuren. Dat kan niet door ceremonies of voorgelezen gebeden, maar dat kan alleen in het eigen hart gebeuren. Daar kunnen wij de hoogste liefde tot de hemelse Vader voelen en die vasthouden voor het praktizeren in het dagelijkse leven. Dan is het ook niet meer zo moeilijk om voor een ander mens respect, geduld en naastenliefde op te brengen.

De liefde die wij mensen in ons hart opbouwen, is de basis van de religie van de toekomst. Daardoor zullen wij ook de natuur en zelfs het hele universum beter kunnen begrijpen. Het eigen hart is dan de kerk van de toekomst. Er zijn geen grote gebouwen voor nodig. Het eigen hart zorgt voor geloof in God, die voor ons de hemelse Vader is. Hij zelf is toch in elk hart aanwezig. Door een echt levend geloof neemt het vertrouwen in God toe. Dat is weer noodzakelijk om in ons aardse leven alle gebeurtenissen die op ons afkomen, met rust en geduld te aanvaarden.

In deze toekomstige kerk, die zich in ieders hart bevindt, zullen de twee liefdesgeboden de belangrijkste uitgangspunten van het leven worden en de mens zal op een directe weg naar de hemel kunnen komen.

–   G.K. Holderer, januari 2020  –

==================================================

 

Levenstaak van de vrouw, geestelijk bezien – G.K. Holderer

Levenstaak van de vrouw, geestelijk bezien
–   G.K. Holderer  –

Allereerst zal worden uitgelegd wat het woord “geestelijk” eigenlijk betekent; daarna kunnen wij met het bovenstaande thema beginnen. Geestelijk heeft in ieder geval niets met verstand te maken, omdat het verstand in het hoofd zit, terwijl de geest in het hart zit. De geest is van God, want wij lezen in de Bijbel dat God geest is.

De mens is – zoals wij weten – naar het voorbeeld van God geschapen. Dat maakt duidelijk dat de mens ook geest is en dat in zijn oorspronkelijk geschapen vorm. Het hiernamaals en de hemel zijn het rijk van de geest. Daarin bevindt zich niets materieels. En toch leven wij hier op onze aarde in een materiële wereld. Oorspronkelijk is door God alles op geestelijk niveau geschapen. Maar door het falen van Lucifer, ook wel Satana genoemd, was het noodzakelijk geworden allen, die met hem gevallen waren, weer terug te leiden naar het geestelijke rijk. Dat gebeurt door een relatief kort leven in een materieel lichaam, onder andere hier op deze aarde. Hier zien wij mensen in onze omgeving en ook door de gebeurtenissen veel dingen, die in ons hart een blijvende indruk achterlaten. Zij zetten ons aan tot nadenken en laten ons inzien, dat boven ons een Schepper moet zijn, die alles regelt.

De opvoeding van de mens is wel moeilijk, omdat ieder een vrije wil heeft, die hem de vrijheid geeft zijn liefde op iets te richten wat hij leuk vindt. Hij kan God als zijn geestelijke en hemelse Vader, die de overgrote liefde is, erkennen en al zijn geboden opvolgen, maar ook totaal iets anders doen. Het is vanzelfsprekend dat degene dan de gevolgen van zijn verkeerde beslissing moet dragen.

Het leven op aarde ervaren wij als een leven in een stoffelijk lichaam dat door het verstand geleid wordt. Maar in ons zit de geest, die ons via het geweten inlicht over wat juist en verkeerd is. Het is een indirecte aanwijzing dat wij innerlijk een geestelijk leven hebben. Dat is bijzonder belangrijk, want na onze tijd op aarde komen wij direct in het geestelijke rijk om daar voor alle eeuwigheid te blijven. Zoals hier op aarde een ontwikkeling gaande is, zo is het ook na onze overgang naar het geestelijke rijk. Ook daar vindt een ononderbroken ontwikkeling en vooruitgang van het leven plaats.

Nadat wij het woord “geestelijk” uitgelegd hebben, komen wij nu op man en vrouw. In de Bijbel lezen wij bij Mozes, dat de mens als één mens geschapen werd om daarna gesplitst te worden in een man en een vrouw. Waarom is dat gebeurd? Ieder mens heeft eigenschappen die met de goddelijke eigenschappen te maken hebben. Bij God zijn dat: liefde, wijsheid, wilskracht, orde, ernst, geduld en barmhartigheid.

Door het afvallen van Lucifer met zijn aanhangers zijn de oorspronkelijke, door God aan de schepsels (geesten, mensen) gegeven eigenschappen van het puur positieve grotendeels in het negatieve afgegleden. Maar omdat wij mensen tot kinderen Gods, van de hemelse Vader, moeten worden, moeten deze eigenschappen hier in het leven op aarde worden verbeterd. Alleen dan kan de mens in het geestelijke hiernamaals de hemel binnengaan. Dat is een voorwaarde om een kind te zijn van de hemelse Vader.

Door liefde zijn wij geschapen. Zij is het doel wat wij zullen bereiken. De negatieve kanten van de verloren goede eigenschappen zijn bijv. eigenliefde, zoals egoïsme, heerszucht, haat en vanuit deze nog vele andere in plaats van naastenliefde en begrip voor de medemensen.

Om te bevorderen dat we de goede eigenschappen ontwikkelen, werd de oorspronkelijke mens, de “complete Adam”, in een man en een vrouw verdeeld. Dat betekent ook dat de eigenschappen opgesplitst werden in de man en de vrouw. De vrouw ontving van de liefde ook het negatieve aandeel, namelijk de eigenliefde. Haar opgave is het, hier in het leven op aarde door haar liefde voor de man haar eigenliefde in een positieve liefde te veranderen. Ook de liefde voor haar kinderen helpt deze eigenliefde te overwinnen.

De eigenliefde van een vrouw kan gemakkelijk worden herkend door haar hang naar sieraden, naar cosmetica, naar kleding en sinds enkele jaren ook door het verlangen alles te doen wat de man ook doet, dat wil zeggen dat ze zich in het beroepsleven en de politiek begeeft.

Zo bezien gaat de vrouw volkomen aan de door God gestelde opgave voorbij. Zij schaadt zichzelf het meest, want zij moet het verlorene toch achteraf inhalen. En dat zal nog hier op aarde of later in het hiernamaals op haar afkomen. Liefde en naastenliefde zijn het belangrijkste in het leven voor man en vrouw.

Er bestaan beslist beroepen die de vrouw bij het ontwikkelen van echte liefde helpen, zoal bijv. arts zijn of meer in het algemeen in de verpleging werken. Het opvoeden van de kinderen is zeker de belangrijkste opgave van een vrouw. Daartoe behoort het overbrengen van het geloof, orde en gehoorzaamheid. In onze tijd is juist dat te weinig aanwezig. De jeugd kent niet meer de reden van het leven op aarde. Meestal denkt zij dat er helemaal geen leven daarna bestaat. Daarom zijn orde en gehoorzaamheid in de ogen van de jeugd niet meer zo belangrijk. Wanneer de kinderen al vroeg door vader en moeder wordt geleerd wat voor hen belangrijk is in het leven als volwassene, worden er minder misdaden gepleegd.

Ieder mens zou zich moeten afvragen welke eigenschappen zwak zijn bij hem, om die dan met al zijn energie te verbeteren. Als de vrouw – in algemene zin – een beroepsleven heeft en daarin haar roeping ziet, heeft zij echt geen tijd over en geen zin meer om haar kinderen hun eigenlijke levensopgave, die met hun weg tot Jezus samenhangt, bij te brengen.

Deze woorden zijn niet gegeven om zich eraan te ergeren, maar om hierover na te denken.

–  G.K. Holderer, juli 2019  –

==================================================

 

 

Lebensaufgabe der Frau, geistig gesehen – G.K. Holderer

Lebensaufgabe der Frau, geistig gesehen
 G.K. Holderer  –

Bevor wir auf das eigentliche Thema kommen, muss zuerst einmal erklärt werden, was “geistig” in diesem Zusammenhang bedeutet. Geistig hat keinesfalls etwas mit Verstand zu tun, denn der Verstand hat seinen Sitz im Kopf, während der Geist seinen Sitz im Herzen hat. Geist ist von Gott, denn in der Bibel lesen wir, dass Gott Geist ist.

Der Mensch ist – wie wir wissen – nach dem Vorbild Gottes geschaffen, somit ist er ebenfalls Geist, und das in seiner ursprünglichen Form. Das Jenseits und auch der Himmel sind ein Reich des Geistes. Da ist nichts Materielles enthalten. Und doch leben wir hier auf unserer Erde in einem materiellen Reich. Ursprünglich wurde von Gott alles auf geistiger Ebene geschaffen. Durch das Versagen von Luzifer, auch Satana genannt, wurde es nötig die Abtrünnigen wieder zurück zu führen ins geistige Reich und dies geschieht durch ein relativ kurzes Leben in einem materiellen Körper unter anderem auf dieser Erde. Hier sehen wir in unserer Umgebung und durch das allgemeine Geschehen so viele Dinge, die in uns Eindrücke erwecken, die uns zum Nachdenken herausfordern und erkennen lassen, dass über uns ein Schöpfer sein muss, der alles leitet.

Die Erziehung des Menschen wird erschwert, weil jeder einen freien Willen hat, der es ihm ermöglicht seine Liebe allem Möglichen zuzuwenden. Er kann Gott als seinen geistigen und himmlichen Vater, der aus übergrosser Liebe besteht, anerkennen und seinen Geboten Folge leisten oder aber sich total von ihm abwenden. Natürlich muss derjenige dann die Folgen seiner Entscheidung selbst tragen.

Das Leben auf der Erde empfinden wir als ein Leben im fleischlichen Körper, das vom Verstand geleitet wird. In uns aber sitzt der Geist, der uns über das Gewissen Informationen gibt, was richtig und falsch ist. Es ist indirekt ein Hinweis, dass wir innerlich ein geistiges Leben haben. Dieses ist besonders wichtig, denn nach unserer Zeit auf Erden kommen wir direkt ins geistige Reich um dort für alle Ewigkeit zu sein. So wie hier auf Erden eine Entwicklung vor sich geht, so ist es auch nach unserem Übergang. Auch dort findet eine ununterbrochene Entwicklung und Steigerung unseres Lebens statt.

Nachdem wir das Word “geistig” erklärt haben, kommen wir nun zu Mann und Frau. In der Bibel lesen wir bei Moses, dass der materielle Mensch als ein Mensch geschaffen wurde, um dann in einen Mann und eine Frau aufgeteilt zu werden. Warum ist dies so? Jeder Mensch hat Eigenschaften, die mit den göttlichen Eigenschaften zusammenhängen. Bei Gott sind dies: Liebe, Weisheit, Wille, Ordnung, Ernst, Geduld und Barmherzigkeit.

Durch den Abfall von Luzifer mit seinem Anhang sind die ursprünglich von Gott den Geschöpfen ( Geistern, Menschen) gegebenen Eigenschaften vom rein Positiven zum grossen Teil ins Negative abgerutscht. Da wir Menschen zu Kindern Gottes, des himmlichen Vaters werden sollen, müssen diese Eigenschaften im Leben auf Erden verbessert werden. Denn nur dann kann der Mensch im geistigen Reich in den Himmel kommen. Dies ist eine Voraussetzung für das Kindsein des himmlichen Vaters.

Durch die Liebe wurden wir erschaffen. Sie ist unser Ziel, das wir erreichen müssen. Die negativen Seiten der verlorenen guten Eigenschaften sind z.B. Eigenliebe, also Egoismus, Herrsucht, Hass und aus diesen noch viele andere, statt Nächstenliebe und Verständnis für die Mitmenschen.

Um uns Menschen die Wiedererlangung der guten Eigenschaften zu erleichtern, wurde der ursprüngliche Mensch, der “komplette”Adam, in einen Mann und eine Frau aufgeteilt. Das heisst auch, dass die Eigenschaften auf Mann und Frau aufgeteilt wurden. Die Frau erhielt von der Liebe auch den negativen Anteil, nämlich die Eigenliebe. Ihre Aufgabe ist es, hier im Leben auf der Erde, durch Liebe zum Mann ihre Eigenliebe zu einer positiven Liebe zu verwandeln. Auch die Liebe zu ihren Kindern hilft ihr dabei die Eigenliebe zu überwinden.

Die Eigenliebe der Frau kann man leicht erkennen, an ihrem Hang zu Schmuck zur Kosmetik, zur Kleidung und seit einigen Jahren auch an dem Willen alles das zu tun, was auch ein Mann tut, also ins Berufsleben einzutauchen. Das sieht man besonders deutlich in der Politik und im Geschäftsleben.

Damit geht die Frau vollkommen an ihrer von Gott gestellten Augabe vorbei. Sie schadet sich selbst am meisten, denn irgendwann muss sie das Verlorene nachholen. Und dies wird noch hier auf Erden oder später im Jenseits auf sie zukommen. Liebe und Nächstenliebe geben ist das wichtigste im Leben des Mannes und der Frau.

Es gibt sicher Berufe, die der Frau im Aufbau der echten Liebe helfen, wie z.B. Arzt sein oder allgemein in der Pflege tätig sein. Die Kindererziehung ist ganz bestimmt die wichtigste Aufgabe der Frau. Zu dieser Aufgabe gehört der Glaube, die Ordnung und der Gehorsam. Heutzutage fehlt es gerade darin. Die Jugend kennt nicht den Grund des Lebens auf der Erde, zumeist denkt sie, dass es gar kein Leben nach dem Dasein auf der Erde gibt. Daher sind Ordnung und Gehorsam für sie zweitrangig. Wenn die Kinder von ihrer Mutter, natürlich auch vom Vater, schon früh gelehrt würden, was wichtig in ihrem Erwachsenendasein ist, dann würde es weniger Verbrechen geben.

Jeder Mensch sollte sich fragen, welche Eigenschaften bei ihm schwach sind, um sie mit aller Energie versuchen zu verbessern. Wenn die Frau – im allgemeinen – im Berufsleben steht und darin ihre Berufung sieht, dann wird sie keine Zeit und Lust aufbringen können, um ihren Kindern ihre eigentliche Lebensaufgabe, die mit dem Weg zu Jesus zusammenehängt, zu lehren.

Diese Worte sind nicht gegeben um sich zu ärgern, sondern um darüber nachzudenken.

G.K. Holderer, Juli 2019.

 

Jezus Christus, de almachtige God – G.K. Holderer

Jezus Christus, de almachtige God
–  G.K. Holderer –

1.) Het onderwerp laat vermoedelijk bij velen de vraag opkomen, of Jezus Christus wel de zoon Gods is en niet God zelf! De kerken leren het zo. Daarom willen wij ons met deze bewering bezig houden, om aan het einde duidelijk te zien dat Jezus echt God zelf is!

Jezus werd door Maria, de dochter van Joachim en Anna, geboren en dat zonder toedoen van een man. Hier moet ons klaar worden dat wij van Jezus, de mens, spreken. Hij had een normaal lichaam zoals wij allemaal. Maar een mens heeft niet alleen een lichaam, maar ook een ziel en een geestvonk door God gegeven. En juist hier verschilt de mens Jezus van de andere mensen. Terwijl zijn ziel ook zo was als alle andere mensenzielen, was zijn geest – en dat zal zo blijven in alle eeuwigheid – de goddelijke geest hemzelf.

Met welke opgave heeft Jezus op de aarde geleefd?
Hiervoor moeten wij iets verder in het verleden zoeken. In het NT bij de apostel Johannes staat onmiddelbaar in het begin: “in het begin was het woord en het woord was God en woonde onder ons. En de wereld heeft het ( hem ) niet herkend.” Degene die wij niet herkend hebben, was Jezus, in die de goddelijke geest woonde.

Eigenlijk hoort onze ziel bij de geest, maar zij is nog niet weer zo zuiver dat zij met de geestvonk een eenheid kan vormen. Bij de geboorte van de mens heeft de ziel goede maar ook slechte – anders gezegd onvolkomene – eigenschappen. Hier in het aardse leven gaat het erom die nog onrijpe eigenschappen in een noodzakelijke reine toestand te brengen. Alle eigenschappen zoals haat, egoïsme, hoogmoed zijn het die aangesproken zijn. Liefde tot God, de hemelse Vader, naastenliefde, geduld, deemoed zijn de na te streven eigenschappen, die de ziel nodig heeft om weer met haar geest een eenheid te kunnen vormen. Dat was ook zo bij Jezus. Hij vocht in zijn jeugd tot aan het begin van de verkondiging van zijn leer met de zuivering van zijn ziel, die hij ook bereikte. Dat noemen wij ook de wedergeboorte van de geest in de ziel. Eerst wanneer de slechte eigenschappen uit de ziel weggehaald zijn, kan de verbinding met haar geest worden voltrokken.

Bij Jezus was dit bijzonder belangrijk, want zijn geest was niet zoals bij ons mensen een van God gegeven geestvonk maar het was de goddelijke geest zelf. Zijn gedemonstreerde “wonderen” leggen getuigenis hiervoor af. Geen enkel mens is in staat deze wonderen met een enkel woord uit te voeren zoals Jezus het deed. Zijn geest volbrachte deze wonderen, zijn geest die met zijn ziel verbonden was.

Jezus leerde de mensen dat het in het aardse leven niet om macht en geld gaat, maar dat het aardse leven een tijd van voorbereiding is voor een daarop volgend leven in de geest. Wij weten van de Bijbel dat God Geest is en wij zullen na dit materieel leven van voorbereiding in zijn geestelijk rijk leven.

2.) Waarom kwam God als mens Jezus op onze aarde?

De mensen werden oorspronkelijk van God als geestwezens geschapen maar niet als materiele wezens. Maar dat ligt ontelbare tijden terug. Na het afvallen van een gedeelte van de geestwezens onder leiding van Luzifer (ook Satana genoemd), besloot de liefde in God om al deze wezens een mogelijkheid te geven om terug te keren in hun vroegere sfeer, het geestelijke rijk Gods. Want na de afscheiding van God hadden zij geen toegang meer tot de goddelijke energie van de liefde, wat betekende, dat zij allemaal de eeuwige dood tegemoet liepen.

De liefde in God was de initiatiefnemer en had allen wezens het leven gegeven. De liefde Gods is met andere woorden de Vader van allen geschapen wezens en de liefde voelde zich ook verantwoordelijk deze voor hun ondergang te redden. Het voorbeeld van de ‘verloren zoon’ is hiervoor kenmerkend. Als je bedenkt dat de Godheid het gehele universum tot in alle eeuwigheid inneemt en dat plaatselijk als ook tijdelijk, dan zien wij ook, dat alle van God geschapen wezens in de Godheid zelf leven en wonen. Zouden deze afvalligen sterven, dan zou dat betekenen dat een gedeelte van God de dood zou vinden. En dat is absoluut onmogelijk! Daarom moest de liefde van God als de initiatiefnemer een weg vinden om de afvalligen terug te leiden.

De weg terug kon niet direct binnen het geestelijke rijk plaatsvinden, maar er moest eerst een “tussenstation”, namelijk een materieel levensbereik, geschapen worden. Daarom leven wij mensen, waarvan de meesten tot de afvalligen horen, op deze materiele aarde. Hier hebben wij de mogelijkheid om onze slechte eigenschappen af te leggen.

Adam en Eva, de eerste mensen met een geestvonk Gods, faalden bij hun opdracht gehoorzaam tegenover God te zijn om hun slechte eigenschappen te verbeteren. Nu was het nog steeds niet mogelijk in de hemel, de hoogste sfeer van het geestelijke rijk terug te komen.

De liefde van God, die onze Vader is, besloot daarom zelf als een materieel mens naar de aarde te gaan om de opgave van de zuivering van de ziel te volbrengen. Dat lukte de mens Jezus ook! Zo werd het bewijs gegeven, dat bij ieder mens zijn oorspronkelijk onreine ziel weer volledig kon gezuiverd worden en er weer toegang tot de hemel bestond. Maar hiermee was het nog niet genoeg. Jezus naam de volle deemoed aan en lied zich aan het kruis doden, hoewel hij de macht had al zijn tegenstanders te vernietigen.

Laat ons herinneren, dat alle mensen, dus alle van de liefde geschapen wezens in het geestelijke rijk terug geleid moeten worden. Niemand mag verloren gaan, ook niet de beulsknechten die hem de dood brachten. Door deze ongelooflijke daad heeft Jezus Luzifer voor altijd overwonnen en heeft de – hoe wij het noemen – de oerzonde, dat is de afval van Luzifer van de liefde Gods, op zich genomen en overwonnen.

3.) Waar gaan de mensen naartoe na hun lichamelijke sterven?

Jezus heeft een keer gezegd: “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen.” Het huis Gods is het gehele geestelijke rijk. De hemel daarin is de hoogste sfeer van reinheid en daar is ook de hemelse stad Jeruzalem, de woonplaats van de goddelijke Liefde, dus van Jezus! Het tegengestelde van de hemel is de hel. Mensen die nog hun slechte eigenschappen hebben, omdat zij deze in het aardse leven niet wilden veranderen, zullen zich in de hel tegen komen. Maar dat betekent niet dat zij daar voor altijd moeten blijven, maar wel zolang zij hun eigenschappen niet willen veranderen, verbeteren. Er is geen algemeen of individueel oordeel door God nodig om de mensen te veroordelen, waar naartoe zij na hun overlijden in het geestelijke rijk moeten gaan, want dat is al in de eeuwige orde Gods vastgelegd. De daar aankomende mens wil conform zijn aard van de ziel daar naartoe, waar hij gelijkgezinde mensen vind. Heeft hij een zuivere of tenminste merendeels zuivere ziel, dan zal hij direct in een hogere sfeer, als b.v. het paradijs, door een engel geleid worden. Ook daar is het nog noodzakelijk om verder te leren, voordat men de hoogste stap naar de hemel aankan.

Het leren, dat wij zoals God ook geest zijn en daarom ons ‘zijn’ moeten gestalten, kan met het materiele lichaam op aarde beduidend rapper gebeuren dan in het geestelijke rijk. Hier op de aarde kunnen wij ons door de vele verschillende indrukken van de buitenwereld relatief snel aanpassen en veranderen. Tegenovergesteld – bevinden wij ons al in de geestelijke sfeer, waar wij geen vleselijk lichaam meer hebben, dan willen wij ook daar blijven, waar de medemensen gelijkgezind zijn zoals wij zelf.

Het verschil in tijd voor een verbetering van de ziel is in het geestelijke rijk zeker honderd tot duizend keer langer dan op de aarde. Wie hier op aarde te gemakzuchtig is, zal daardoor op een enorme omweg terecht komen om aan de overkant eens gelukkig te worden, en daar zijn nog niet het verdriet en de pijn genoemd die degene moet doorstaan om een verbetering te bereiken.

Spreken wij nu van Jezus Christus, dan is dit de mensenzoon, die ook zijn discipelen broers noemde. De innerlijke geest van de mens Jezus is de levende God zelf. Na zijn opstanding was zijn lichaam en zijn ziel, die beide menselijk waren, in zijn geest herboren. Vanuit de menselijke Christus is nu de Liefde van God te voorschijn gekomen, die onze hemelse Vader is. Wij zijn zijn kinderen, goddelijke kinderen! Met dit weten zou het toch mogelijk zijn voor ons het tijdelijke leven op de aarde zo te gestalten dat wij ons tijdens de overgang in het eeuwige zijn kunnen verheugen!

==================

G.K. Holderer, maart 2018.

Jesus Christus, der allmächtige Gott – G.K. Holderer

Jesus Christus, der allmächtige Gott
– G.K. Holderer –

Die Überschrift lässt sicher viele etwas unsicher fragen, ob Jesus Christus nicht der Sohn Gottes ist, aber doch nicht Gott selbst! So lehren es die Kirchen. Darum wollen wir uns mit dieser Aussage näher befassen, um am Ende zu erkennen, dass Jesus tatsächlich Gott selbst ist!

Jesus wurde von Maria, der Tochter von Joachim und Anna geboren und das ohne Zutun von einem Mann. Hier muss uns klar sein, dass wir von Jesus, dem Menschen, sprechen. Er hatte also einen normalen Körper wie wir alle. Ein Mensch hat aber nicht nur einen Körper, sondern auch eine Seele und einen von Gott gegebenen Geistfunken. Und hier unterscheidet sich der Mensch Jesus von uns anderen Menschen. Während seine Seele ebenfalls wie jede andere Menschenseele war, war sein Geist – und das wird für alle Ewigkeit so bleiben – der göttliche Geist selbst.

Mit welcher Aufgabe hat Jesus auf der Erde gelebt?
Dazu müssen wir etwas weiter ausholen: Bei Johannes heisst es gleich zu Beginn seines Evangeliums: “am Anfang war das Wort und das Wort war Gott und wohnte unter uns. Und die Welt hat es (ihn) nicht erkannt.” Den wir nicht erkannt haben, war Jesus, in dem der göttliche Geist wohnte.

Unsere Seele gehört eigentlich schon dem Geist an, aber sie ist noch nicht wieder so rein, dass sie mit dem Geist eine Einheit bilden kann. Bei unserer Geburt hat die Seele eines jeden Menschen sowohl gute als auch schlechte – besser ausgedrückt unvollkommene- Eigenschaften. Hier im Erdenleben geht es darum, diese noch unreifen Eigenschaften auf den notwendigen sauberen, also reinen Zustand zu bringen. Alle Eigenschaften, wie Hass, Egoismus, Hochmut sind es, die gemeint sind. Liebe zu Gott, dem himmlichen Vater, Nächstenliebe, Geduld, Demut sind die nachzustrebenden Eigenschaften, welche die Seele benötigt, um sich wieder mit ihrem Geist verbinden zu können. Das war auch bei Jesus so. Er kämpfte in seiner Jugend bis zum Beginn der Ausbreitung der göttlichen Lehre mit der Reinigung seiner Seele, was er auch erreichte. Dies nennen wir auch die geistige Wiedergeburt des Geistes in der Seele. Denn erst wenn die schlechten Eigenschaften aus der Seele hinausgeschafft sind, kann die Verbindung mit ihrem Geist erfolgen.

Bei Jesus war das ganz besonders wichtig, denn sein Geist war nicht wie bei uns ein von Gott gegebener Geistfunken, sondern es war der göttliche Geist selbt. Seine ausgeführten “Wunder” bezeugen dies. Kein Mensch ist in der Lage diese nur durch ein Wort zu vollbringen wie Jesus. Sein Geist vollbrachte diese Wunder, sein Geist, der mit seiner Seele eine Einheit bildete.

Jesus lehrte die Menschen, dass es nicht um Macht und Geld im Erdenleben geht, sondern dass dies Erdenleben eine Vorbereitungszeit ist für ein darauf folgendes Leben im Geist. Wir wissen aus der Bibel, dass Gott Geist ist und wir werden nach diesem materiellen Vorbereitungsleben in seinem geistigen Reich leben.

Warum kam nun Gott als Mensch Jesus auf unsere Erde?
Die Menschen wurden ursprünglich alle von Gott als Geistwesen und nicht als materielle Wesen geschaffen. Aber dies liegt unzählige Zeiten zurück. Nach dem Abfall eines Teiles dieser Geistwesen unter Führung von Luzifer, auch Satana genannt, beschloss die Liebe in Gott, allen diesen Wesen eine Möglichkeit zu geben um zurückzukehren in ihr ursprüngliches Sein, dem geistigen Reich Gottes. Denn nach der Trennung von Gott hatten sie keinen Zugang mehr zur göttlichen Energie der Liebe, was gleichbedeutend war, dass sie alle für ewig den Tod gefunden hätten.

Die Liebe in Gott war der Initiator und hatte allen Wesen das Leben gegeben. Die Liebe Gottes ist mit anderen Worten der Vater aller geschaffenen Wesen und fühlte sich daher auch verantwortlich diese von ihrem Untergang zu erretten. Das Beispiel vom verlorenen Sohn ist hierfür kennmerkend. Wenn man bedenkt, dass die Gottheit das ganze Universum bis in alle Ewigkeit, sowohl örtlich als auch zeitlich einnimmt, dann erkennt man auch, dass alle von der Liebe Gottes geschaffene Wesen in der Gottheit selbst leben und wohnen. Würden diese Abtrünnigen sterben, dann wäre es gleichbedeutend als ob ein Teil Gottes den Tod finden würde. Und dies ist völlig unmöglich! Also musste die Liebe Gottes als Initiator und Vater einen Weg finden, diese Abgefallenen zurück zu führen.

Der Weg zurück konnte nicht direkt innerhalb des geistigen Reiches erfolgen, sondern dafür musste eine “Zwischenstation”, nämlich ein materieller Lebensbereich erschaffen werden. Darum leben wir Menschen, die größtenteils zu den Abgefallenen gehören, auf dieser materiellen Erde. Hier haben wir die Möglichkeit unsere schlechten Eigenschaften zu korrigieren.

Adam und Eva, die ersten Menschen mit einem Geistfunken Gottes erschaffen, versagten in ihrem Bemühen im Gehorsam gegen Gott ihre schlechten Eigenschaften zu verbessern. So war noch immer keine Rückführung in den Himmel, der höchsten Sphäre des geistigen Reiches möglich.

Die Liebe Gottes, also unser Vater, beschloss nun selbst als ein materieller Mensch zur Erde zu gehen um die Aufgabe der Reinigung der Seele zu vollbringen. Dies gelang dem Menschen Jesus auch! Damit wurde der Beweis erbracht, dass bei jedem Menschen seine ursprünglich unreine Seele wieder völlig gereinigt werden konnte und er so wieder Zugang zum Himmel hatte. Damit aber nicht genug. Jesus nahm in voller Demut das Todesurteil seiner Kinder an und liess sich am Kreuz töten, obwohl er die Macht gehabt hätte, alle seine Gegner zu vernichten.

Erinnern wir uns, dass alle Menschen, also alle von der Liebe erschaffene Wesen ins geistige Reich zurückgeführt werden müssen. Niemand darf verloren gehen, auch nicht die Henkersknechte, die ihm den Tod brachten. Durch diese ungeheure Tat hat Jesus Luzifer besiegt und wie wir es nennen die Ursünde – also den Abfall Luzifers von der Liebe Gottes – auf sich genommen und überwunden.

Wohin kommen wir Menschen nach unserem materiellen Sterben?Jesus hat einmal gesagt: “In meines Vaters Haus gibt es viele Wohnungen.” Das Haus Gottes ist das gesamte geistige Reich. Der Himmel im geistigen Reich ist die höchste Stufe der Reinheit und dort ist die himmliche Stadt Jerusalem, der Wohnplatz der göttlichen Liebe, also von Jesus. Das Gegenstück des Himmels ist die Hölle. Menschen, die noch ihre schlechten Eigenschaften haben, weil sie diese im Erdenleben nicht verändern wollten, werden sich in der Hölle wiederfinden. Das bedeutet aber nicht, dass sie für immer dort bleiben müssen, sondern nur so lange sie ihre Eigenschaften nicht verändern, verbessern wollen. Es braucht kein allgemeines oder individuelles Urteil Gottes stattzufinden um die Menschen zu verurteilen, wohin sie nach ihrem Übergang ins geistige Reich zu gehen haben, denn dies liegt bereits in der Ordnung Gottes fest begründet. Der dort ankommende Mensch will entsprechend seiner Seelengestaltung dorthin gehen, wo er Seinesgleichen findet. Hat er eine reine oder überwiegend reine Seele, so wird er direkt in eine höhere Sphäre, z.B. das Paradies, geleitet. Auch dort ist es noch nötig weiterhin gelehrt zu werden, bevor man fähig ist die höchste Stufe des Himmels zu erreichen.

Das Erkennen, dass wir wie Gott auch Geist sind und dafür unser Sein gestalten müssen, kann mit unserem materiellen Körper wesentlich schneller erfolgen als im geistigen Reich. Hier auf Erden können wir uns durch die vielen verschiedenen Eindrücke der Aussenwelt recht schnell anpassen und umstellen. Dagegen befinden wir uns drüben, da wir ja keinen Fleischkörper mehr haben, direkt in der geistigen Sphäre, die unserem Seelenzustand entspricht und wir wollen dort sein, wo die Mitmenschen gleichgesinnt sind wie wir selbst. Daher ist es äusserst mühsam und schwierig, sich verändern zu wollen, wenn die ganze Umgebung dir selbst entspricht.

Der Unterschied in Zeit für eine Verbesserung seiner Seele ist im geistigen Reich sicher hundert bis tausend Mal länger als auf der Erde. Wer hier zu bequem ist, wird sich auf einem großen Umweg befinden, um drüben einmal glücklich zu sein, um nicht auch noch die Qualen zu erwähnen, die man auszustehen hat um eine Veränderung zu erreichen.

Sprechen wir von Jesus Christus, so ist dies der Menschensohn, der auch seine Jünger Brüder nannte. Der innere Geist des Menschen Jesus ist der lebendige Gott. Nach seiner Auferstehung war sein Körper und seine Seele, die beide menschlich waren, in seinem Geist wiedergeboren. Aus dem menschlichen Christus ist nun die Liebe Gottes heraugetreten, die unser himmlicher Vater ist. Wir sind seine Kinder, göttliche Kinder! In diesem Wissen sollte es uns doch möglich sein, dieses zeitliche Leben auf der Erde so zu gestalten, dass wir uns beim Übergang ins ewige Sein freuen können!

========================

G.K. Holderer – März 2018.

Hoe verhouden de heiligheid en liefde in God zich tot elkaar? – Wilfried Schlätz en M. Gies-Ruffing

Hoe verhouden de heiligheid en liefde in God zich tot elkaar?

door Wilfried Schlätz en M. Gies-Ruffing

ingekorte vertaling

1. Inleiding

Er bestaat een bepaalde moeilijkheid in het Lorberwerk doordat veel begrippen in een andere context een andere betekenis hebben, waardoor gemakkelijk verwarring over deze begrippen en over het Godsbeeld kan ontstaan kan, als je het niet zorgvuldig bekijkt.

Wat wordt hier in de te onderzoeken teksten precies met “heiligheid” en “liefde” bedoeld, en wat is hun verhouding tot elkaar?

In de gekozen teksten wordt de oneindige heiligheid Gods “Vader” genoemd en dat heeft betrekking op het oneindige, vormloze, onbegrensde buitenwezen van God. God in zijn almacht, onbegrensdheid, oneindigheid, vormloosheid, heiligheid kunnen wij met ons menselijk begrensd denken niet echt vatten en begrijpen. (2HG 138,15).

De oneindige Liefde Gods wordt hier “Zoon” genoemd (1HG 9,26) en heeft betrekking op het eindelijk, begrensd binnenwezen Gods, het persoonlijke centrum van God. De begrepen “eindelijk”, “begrensd” geven hier alleen aan dat God in zijn centrum van eeuwigheid af aan oermens was en in en als Jezus voor ons zichtbaar werd. Alleen volgens zijn oneindig buitenwezen is God vormloos, ongrijpbaar, onvatbaar. Volgens zijn binnenwezen is hij van eeuwigheid af aan een oermens. Alleen op die manier kunnen wij hem grijpen, zo ver het mensmogelijk is en ook lief hebben. Later meer hierover.

Voor die hier te onderzoekende teksten geldt:

De oneindige Heiligheid Gods = “Vader” = oneindig, vormloos buitenwezen Gods.

De oneindige Liefde Gods = “Zoon” = eindelijk, begrensd binnenwezen = persoonlijk centrum van God, oermens.

Alle beide vormen samen de totaliteit van God in Jezus, die voor ons zichtbaar en te beleven is!

1HG 5,2: “De Godheid was van eeuwigheid af aan de alle oneindigheid der oneindigheden doordringende kracht en was en is en zal eeuwig de oneindigheid zelf zijn [ buitenwezen]. In het midden van haar diepte was ik van eeuwigheid af aan de Liefde en het leven in haar.” [ binnenwezen, centrum].

Het zal hier niet onvermeld blijven, dat de oneindige Heiligheid zich eerst dan “Vader” noemt, als haar schepselen gevallen waren en haar Liefde zich om de gevallenen erbarmd had. Dan wordt haar Liefde ook tot de “Zoon”.(1HG 5, 24-26)

Het komt de vraag naar voren: Hoe is er de verhouding tussen de heiligheid en de liefde in God? Is er een onoplosbare tegenspraak tussen de oneindige hoogheid, Heiligheid Gods, die geen opstand of bezoedeling tegen haar heiligheid mag dulden, om de orde niet in gevaar te brengen en de alles vergevende en erbarmende Liefde?

Het zal in verloop van dit artikel erop gewezen worden, dat Heiligheid en Liefde in God de één niet zonder de ander zijn kan, dat zij onafscheidelijk bij elkaar horen, dat zij zich vervolmaken, steunen, bevruchten en dat zo uiteindelijk in God ook een vooruitgang, verdieping en een uitbreiding plaats vindt. En deze ontwikkeling gebeurt ook door de verhoudingen met zijn schepselen, met ons, zijn kinderen. (4GEJ 255, 2-5)

In een uitkijk zal afsluitend de vraag aangegaan worden: Wat betekent dat alles voor ons? Hoe kunnen wij de gewonnen inzichten voor ons alledaags leven nutten?

 

2. De verhouding tussen heiligheid en liefde in de scheppingsgeschiedenis en de geschiedenis van de mensheid

In beslissende situaties, zowel het scheppingsverhaal als ook tijdens het aardse leven van Jezus, heeft de Liefde in het Godscentrum (Zoon) steeds met haar Heiligheid (Vader) gestreden. Wat weer laat zien dat het oneindig buitenwezen Gods, diens oneindig macht, kracht en heiligheid en het persoonlijke binnenwezen diens oneindige liefde en wijsheid onafscheidelijk samen horen.

Voorbelden zijn: val van de geesten, zondeval, de doop van Jezus in de Jordan, Tabor, droom van Eudokia, Gethsemane en uiteindelijk de dood aan het kruis.

 

3. Val van de geesten, zondeval

In de Huishouding van God lezen wij: de schepping ontstond vanuit de verbinding van de Godheid, het oneindig, vormloos buitenwezen Gods (+ Vader = kracht = heiligheid) met haar liefde, het “eindelijk”, menselijk gevormde binnenwezen Gods (= Zoon = persoonlijk Godscentrum). Wij horen, hoe de liefde gesterkt wordt door de kracht van de Godheid en hoe de Liefde ook de Godheid sterkt.

“En God zag de grote heerlijkheid van Zijn Liefde in zich en de Liefde werd gesterkt met de kracht van de Godheid en zo verbond de Godheid zich voor eeuwig met de Liefde.” (1HG 5,4)

“Toen ging het Woord [van de Liefde] in de Godheid over en Zij werd geheel en al Liefde. En zie, toen spraak de Godheid voor het eerste maal: “Het zij!” En een leger van geesten werd uit God vrij.” (1HG 5,7)

Uit deze wederzijdige verbinding en bevruchting van de Heiligheid en Liefde werd de schepping geboren. Maar een gedeelte van de eerste geesten (een zevende aandeel) kwam in opstand en wilde “zijn zoals God”. Dit liet het eerste schijnbare conflict tussen de Heiligheid en haar Liefde ontstaan.

“En de Liefde betreurde [Zoon, oneindige Liefde Gods] de verlorenen; maar de Godheid [ “Vader”, oneindige Heiligheid Gods] begon te trillen van toorn.”(1HG 5,21)

De Heiligheid kan niet toelaten dat de orde beschadigd wordt. De toorn van de Godheid wordt tot donder, maar hij vernietigd niet, maar keert zich aan haar Liefde, geeft aan haar Liefde de gehele macht. “En de donder werd in haar tot woord en spraak:”Alle macht zal aan Jou ondergeschikt zijn; handel naar je eigen goeddunken en spreek ‘Er zij!’ en er zal zijn!” (1HG 55,21)

Dit toekeren van de Godheid tot haar Liefde verandert en verdiept de Liefde en wordt tot erbarmen:

“En zie, de Liefde werd ontroerd tot in haar binnenste en de eerste traan vloeide uit het oog van de eeuwige Liefde en deze traan vloeide uit het hart van de Godheid [uit haar centrum!] en heette en heet en zal eeuwig heten erbarmen, [1HG 5,22] en temperden het vuur in Gods toorn” [1HG 5,23]

God erbarmde zich over de gevallenen en schiep de aarde, de sterren, planeten en de mens. Door het gebeuren van de zondeval van het eerste mensenpaar komt de schepping weerr in moeilijkheden, weer komt het tot een conflict binnen God. De Liefde in God wil de schepselen redden, de Heiligheid wil alles vernietigen, opdat de Liefde zich weer met haar zal verbinden in plaats met de gevallenen (1HG 9,14), want de Liefde was naar haar boetvaardige kinderen gegaan en had zich daardoor van haar Heiligheid afgescheiden.

“En de vlammen van de toorn van God, van de Oneindige, rolden schrikbarend door al de eindeloze ruimten naar de aarde toe, waar de grote Liefde nu vertoefde bij haar rouwende en treurende gevallen kinderen.” (1HG 9,8)

“en zie, er woedde een hevige strijd tussen de eeuwige Liefde, die door het berouw en verdriet van de geschapenen weer erbarmen met hen had en de woedende Godheid, die alles wilde vernietigen ter verzoening van haar integere heiligheid (1HG 9,9).

De “integere” Heiligheid Gods (“Vader”) vraagt om de instandhouding van de gegeven orde, de “vlammenvloed van toorn van de boos geworden Godheid” (1HG 9,10) is daarbij haar gehele schepping te vernietigen. Maar op dat moment tred haar Liefde (“zoon”) matigend tegen en zegt:

“Grote verheven God, lenig Uw grote toorn en blus de vernietigende vlammen van Uw zeer gerechtvaardigde gramschap, want de vlammende woede van Uw [van de Godheid] toorn zal de rechtvaardigen verwoesten en zal de eeuwige Liefde in U vernietigen en zal Uzelf gevangennemen in Uw bovenmaatse macht en kracht van de Heiligheid.” 1HG 9,11).

Maar deze tegenwerping was voor de Godheid nog niet genoeg. Zij was bang voor een afscheiding van haar “zwak geworden Liefde” (1HG 9,14) en wilde haar schepping vernietigen. De Liefde moest meer doen dan alleen maar argumenteren en appelleren. Zij moest zelf voor voldoening voor de daden van de gevallenen zorgen:

En zie nu en luister verder, wat de erbarmende Liefde toen spraak en deed: [1HG 9,17]

“Grote, almachtige God van alle macht, alle kracht en alle heiligheid! Laat Uw hevige toorn varen en stil het vuur van Uw alles verwoestende gramschap en luister in de rust van Uw Heiligheid naar de woorden van Uw eeuwige Liefde, die het enige leven in U is {…} en wil niet het leven in haar [de Liefde} vernietigen, maar laat genade voor recht gelden en laat de Liefde U genoegdoening geven en eis verzoening voor Uwe bezeerde en beledigde Heiligheid, en geen offer dat U van haar mocht eisen ter eeuwige verzoening van Uw Heiligheid zal voor Uw Liefde te groot zijn!” (1HG 9,18)

“Het vuur temperde en de Liefde begreep de donder van God, die vel spraak: ( 1HG 9,19) : “Ik wil alle schuld op jou laten neerkomen […] en jij moet de smaad van mijn heiligheid vereffenen […] die het band is tussen mij en jij.” [1HG 9,20)

Deze eerste hoofdstukken van de HG laten zien: Niet alleen de Heiligheid Gods geeft de Liefde een grens aan zoals boven gezegd (“integer”). De Liefde geeft van zich uit ook grenzen aan de Heiligheid, de almacht, opdat die zich niet zelf vernietigd. Het is een tegenzijdse begrenzing en daardoor ook een tegenzijdse steun.

De Liefde offert zich helemaal, geen offer is te groot, omdat zij weet dat de Heiligheid verzoening vraagt, opdat de orde in de schepping onderhouden blijft.

Hier is ook te zien, hoe het buitenwezen Gods in zijn oneindige macht, kracht en heiligheid noodzakelijk van zijn binnenwezen afhankelijk is. Zou God zijn centrum, zijn liefde “als het alleen bestaande leven” in hem (1HG 9,18) vernietigen, dan zou God zichzelf vernietigen. Hier wordt al de liefdesdood van Jezus voorbereid.

Het wordt ook duidelijk dat Liefde en Heiligheid onafscheidelijk bij elkaar horen. Het begrip “eeuwige band” (1HG 9,20) laat zien, dat er geen echte afscheiding tussen Liefde en Heiligheid bij God bestaat.

(1HG 9,24ff): Toen nu de eeuwige Liefde de eisen aanvaardde en daardoor al van tevoren genoegdoening verschafte aan de grote Heiligheid van God, liet de Godheid […] haar heilige wil horen en spraak als volgt:[25] “Zie jou grote barmhartigheid is in mij opgestegen [26] en zie, daarom wil ik mijn gerichten opheffen […] en wil de schade […] weer goed maken. En buiten mij kan niemand iets goed maken dan ik alleen, omdat niemand goed is, behalve ik, de heilige Vader, want dat zal voortaan voor eeuwig mijn naam zijn. En jij, mijn Liefde bent mijn Zoon; en de Heiligheid als machtige alom werkende band van de kracht tussen ons, is de Heilige Geest“( 1HG 9,24-26).

Eigenlijk is dit de schildering van de triniteit, maar niet in drie personen, maar in drie verschillende aspecten van de ene Godheid (“éénpersoonlijke drie-eenheid” T.Noack) .

Maar wij zien ook: eerst wanneer de onaantastbare Heiligheid Gods (buitenwezen) en zijn verzoenende Liefde (binnenwezen, centrum van de liefde) samenkomen en hieruit de alles werkende kracht (Heilige Geest) uitstroomt, is de Godheid volkomen – en zij is altijd volkomen! De Liefde moest zich van de Heiligheid afscheiden als haar schepselen afgevallen waren, om zij de beschermen voor de toorn van de Heiligheid. Maar de Heiligheid heeft zich ook gebuigt, anders zou zij alleen gebleven zijn.

Belangrijk: de Heer kenmerkt zich voor het eerste keer als Vader – in een moment als zijn schepselen ongehoorzaam waren en zich tegen zijn wetten hadden vergaan. Wat een voorbeeld!!! Hiermee wordt eigenlijk ook al de “terugkeer van de verloren zoon” ( Luzifer) voorbereid.

Door het schapen van de schepselen en vooral door de erbarmende liefde wordt de Godheid tot “Vader”, de liefde tot “Zoon” en de oneindige heiligheid, de hoogheid, is nu niet meer het afscheidende maar het verbindende element tussen het buitenwezen en het binnenwezen, tussen Godheid en Godscentrum: “en de Heiligheid als de machtige alom werkende band van de kracht tussen ons”(1HG 9,26)

De Liefde heeft de Heiligheid van haar zware last van de ongenaakbaarheid, de afgescheidenheid verlost, de Heiligheid kan tot “Vader” worden, zonder de bindende heiligheid van de Godheid te moeten afstaan.

Het is te zien: God is geen star, statisch wezen. Met de ontwikkeling van zijn schepping verandert zich ook Hij, de Schepper. Het geeft een zich tegenzijdig beïnvloeden van het buitenwezen en het binnenwezen, van Heiligheid en Liefde, van “Vader” en “Zoon”, een verdieping,” (4GJE 252, Vlieg 7,23).

 

4. Geschenken uit de hemel: De zeer zwakke

Nog een belangrijke bron voor de verhouding van Liefde en Heiligheid in God vinden wij in de Geschenken uit de hemel 3, pag. 61 ff: “De zeer zwakke”.

Hier wordt in een uitstekende wijze en nog veel dieper dan in de Huishouding van God beschreven, waaruit de verlossing door Jezus bestond en waarom zij nodig was.

Het komt de vraag naar voren: Hoe kon zich de Liefde in Jezus van de Heiligheid Gods afscheiden?

“Ja, hoe U tot de grootste verachter van Gods heiligheid worden? Ja, hoe kon U alle grote en kleine zonden op U nemen vanaf het begin van de wereld tot aan het eind ervan, daar U toch de liefde van God zelf was en de Vader in U zoals U in de Vader en God in U zoals U in God?”

De Heer zegt: “Zie, de wereld was dus dood in haar verdorvenheid en kon zich onmogelijk zelf meer voegen naar Gods onaantastbaar Heiligheid. Ze moest dus voortdurend vanuit Gods erbarmende liefde gericht [in orde gebracht] worden, opdat ze als het minste, dat ze was, kon bestaan; maar zeg zelf, wat is een gericht ding, is het dood of levend?”(3GvdH pag.62)

De mensen waren voor de verlossingsdaad maar nog zoals dode automaten, die alleen nog door de erbarmende liefde Gods leefden, maar niet echt vrij waren.

Wij ervaren hier, dat het de Liefde niet alleen daarom ging, door de offerdaad op Golgotha haar Heiligheid voldoening te geven, maar dat zij zich ook in een onvatbare liefde en deemoed tot haar kinderen boog, om uit “dode automaten” weer levende vrije mensen te maken.

“Zie, wat moest er nu dan gebeuren, daar enkel en alleen ik het leven ben en het leven in en uit mij heb, om de wereld die voortdurend gericht (in orde gebracht) moest worden, en waar en vrij en niet enkel mechanisch leven te geven?

Zie, toen moest de Liefde zich scheiden van God, diens oereeuwige kracht, waaruit ze eeuwig wordt geboren en de kracht van God eeuwig uit haar. Dus dit eeuwige leven uit zichzelf of uit Gods oereeuwige kracht moest een breuk met God bewerkstelligen en zich neerlaten op de dode wereld en zich sterfelijk bekleden, opdat het sterfelijke daardoor de sterfelijkheid zou verliezen en weer vrij levend zou worden.” (GvdH pag. 62,8+9)

“een breuk bewerkstelligen” heet: De oneindige liefde in Jezus moest vrijwillig van haar almacht, haar oneindige kracht afzien en in de diepste deemoed gaan, om de weg van de terugkeer vrij te maken, zonder de goddelijke orde te storen.

Deze bevrijding was alleen mogelijk, als God ook een ware mens zou worden met een geschapen lichaam, geschapen ziel en een menselijk geest. Dat is het wat met “het sterfelijke aantrekken” bedoelt is. Een deel-mens zou een leugen geweest zijn, want de Heer verlangt van ons: “Volg mij”. Daarom moest hij ook als een vol-mens ons vooruitgaan.

 

5. Herberg van Lazarus

Het sterkste getuigenis voor Jezus als de ware geschapen God en tegelijk als ware geschapen mens geeft de Heer aan zijn dicht bij hem zijnde begeleiders in de herberg van Lazarus op de olijfberg. Daar spreekt hij bijzonder duidelijk tegen zijn rijpste begeleiders:

“Ik ben, zoals Ik nu bij jullie ben als een mens in het vlees, de Zoon en ben nooit door iemand anders dan alleen door mijzelf verwekt en ben derhalve mijn hoogst eigen vader van eeuwigheid. Waar zou de Vader (buitenwezen) anders kunnen zijn dan in de Zoon (binnenwezen, Godscentrum) en waar anders de Zoon dan in de Vader, dus slechts één God en Vader in één persoon?”(8GJE 27,2).

“Ik, zoals jullie mij nu als Godmens bij jullie zien, ben Ik met mijn hele oercentraalwezen beslist volkomen een ongedeeld in jullie midden, hier in deze eetzaal op de Olijfberg, en bevind mij dus als hoogst ware God en mens nergens anders, (…) maar door de van mij uitgaande kracht, die de Heilige Geest is, vervul ik toch alle hemelen en de materiële en eindeloze ruimten met mijn werkzaamheid. Ik zie daarin alles van het grootste tot het kleinste, ken alles, weet alles, bepaal alles en schep, leidt en regeer alles.”(8GJE 27,4)

De Heer bekent dit voor zijn eigen discipelen, zijn Joodse vrienden zoals Lazarus, voor Farizeeërs, Romeinen zoals Agricola, voor Indiase magiërs, Egyptenaren, in het principe voor alle vertegenwoordiger van de destijdse wereld. Het lijkt als een voorteken, als een troostende toezegging voor ons vandaag: “Komt allen naar mij!”

 

6. Het “Godscentrum” en “God als de eeuwige oermens” zijn sleutelwoorden

De oervaders dachten al na over de samenhang tussen oneindige en eindige wijsheid van God. In het gesprek tussen Jarid en Abedam (Jehova) legt de Heer uit: “Wat jullie de oneindigheid [buitenwezen] van de ruimte noemen, is de geest van mijn wil, die sinds eeuwigheden deze eindeloze ruimte heeft geschapen en haar allerwegen heeft gevuld met wezens van allerlei soort. Deze geest heeft echter een centrum, dat een wezenlijke gedaantevorm [binnenwezen, persoonlijk Godscentrum]heeft, waarin alle macht van deze oneindige geest verenigt is om werkzaam te zijn en dit machtscentrum van het oneindige goddelijke geestwezen is de liefde welke het leven is van deze geest en deze liefde ben Ik van eeuwigheid.” (2HG 139,20)

In zijn oneindigheid en volkomenheid is God door niemand bereikbaar. “Maar wel kan Ik iedereen benaderen en er ook voor zorgen dar iedereen Mij kan benaderen. [namelijk in de vorm van een mens!].

Alleen de liefde is de maatstaf voor mijn Goddelijkheid en ben met geen ander maatstaf meetbaar, want Ik ben waarachtig een oneindige God. – In de geest is dit de machtsvolkomenheid van Mijn wil en Mijn liefde en wijsheid; de gestaltelelijke wezenheid is een en dezelfde, volgens haar jullie allen zijn gemaakt naar Mijn wezenlijke evenbeeld.!” “Niemand zal Mij ooit in een ander vorm zien dan in gene, hoe jullie mij nu zien in de geest! Amen.”

“Zie, als ik nu één en dezelfde ben, als ik ook in de zon ben, maar voor jou zodanig dat je mij volkomen kan naderen zoals de ene broeder de andere.” [en de Heer zegt verder:] “Bovendien zouden jij en ik toch niet volmaakt gelukkig zijn als het mij niet mogelijk zou zijn om zelf als Vader overal, waar mijn kinderen ook zullen zijn, met mijn ware hele persoonlijkheid aanwezig te zijn.” […] hoe verweesd zouden dan mijn kinderen zijn en hoe alleen zou ik staan temidden van hen?”

Jezus is de Vader, hij is het centrum, hij heeft mensengestalte, ook omdat hij als Vader gezien en geliefd wil zijn!

Zo bekent ook de apostel Johannes zijn begeleiders: GZ2,13,2: “Ik zeg jullie: God, dan bedoelen jullie weliswaar ook het allerhoogst wezen, maar dan in zijn oneindigheid zoals het het heelal vult en daar met zijn oneindige kracht van eeuwigheid tot eeuwigheid werkzaam is. Maar met de naam Jezus duiden jullie het volmaakte, machtige wezenlijke centrum aan of nog duidelijker gezegd: Jezus is de waarachtige, meest eigenlijke, wezenlijke God als mens, zoals stralen voortkomen uit de zon, zo komt uit hem de hele Godheid voort die als Geest van oneindige macht, kracht en gezag de oneindigheid geheel en al vult. Jezus is bijgevolg het alomvattende wezen van de totale Godheid oftewel, in Jezus woont de Godheid waarachtig, lichamelijk wezenlijk in haar oneindige totaliteit.”

Bedenk: Begrijpen, bevatten en vooral lief hebben kunnen wij God alleen in zijn binnenwezen als oermens. Hij is het persoonlijke centrum van de Godheid. God werd dus niet eerst mens in Jezus, maar Hij was in zijn binnenwezen de eeuwige oermens van begin aan, maar zichtbaar voor ons eerst sinds zijn incaneren.

 

7. Gethsemane

In Gethsemane stond het zijn of niet-zijn van de hele schepping op scherp. In de ‘Zeer Zwakke’ lezen wij, dat (3GvdH”61ff): “Zie (… ), ik wil jullie nu ook een beetje met de verwijten bekend maken, die mij (de oneindige Liefde) onvermijdelijk door de Heiligheid van God gemaakt werden, opdat jullie iets te weten zullen komen wat de wereld tot op dit moment nog niet te weten is gekomen.- Jullie weten, dat alles wat in de oneindigheid geschapen werd, […} door Mij in het bestaan werd geroepen. Omdat de wereld lijnrecht in strijd was met Gods Heiligheid, werd Ik [de Liefde], die teweeggebracht had wat Gods Heiligheid moest verdoemen, met dezelfde verwijt getroffen.

Zie, slechts twee wegen stonden voor mij open, namelijk de weg naar boven en de weg naar beneden, dwz: Ik keer terug naar God wordt één met Hem, vernietig met de kracht van zijn Heiligheid alles wat uit mij is voortgekomen – of – Ik scheid mij, beladen met alle verwijten van God af, breng dan mijn werken weer tot leven en heilig ze en geef in mijn oneindige verdeemoediging genoegdoening aan Gods oneindige Heiligheid. Wat was te doen?

Zie, als ik niet de oneindige liefde zelf was, zoals God de oneindige heiligheid zelf is, dan zou ik natuurlijk het eerste gedaan hebben. Alleen mijn Liefde was instaat het onuitsprekelijke uitspreekbaar te maken, verloochende haar Heiligheid en maakte zich onheilig, omdat ze zich belastte met alle schuld en dus ook met de zwaarste last van de dood.”

Hier zien wij dat het een (schijnbaar) conflict in Jehova, in het centrum van de Liefde gaf. Hij, de schepper van alles, heeft zijn schepselen zo geschapen, dat zij een vrije wil hebben om ook te kunnen zondigen en zich tegen de heiligheid te vergaan. Maar de Liefde deemoedigt zich diepst, verloochent haar Heiligheid, scheidt zich van haar almacht en redt op die manier haar schepping.

In Gethsemane beleeft Jezus zijn moeilijkste uur. Hij erkent wat op hem wacht. Zijn discipelen laten hem alleen en hij had zich voor het offer van zijn Heiligheid afgescheiden om door deze oneindige verdeemoediging op Golgotha zijn schepselen te redden. Hij is alleen.

“Want, of ik drink de kelk en dan bestaat de wereld en alles wat daarop is – of Ik zet de kelk opzij en de wereld en alles wordt vernietigd op hetzelfde moment waarop Ik de kelk opzij zet.”

Maar nu ervaren wij iets heel verwonderlijks: De Heiligheid erbarmt zich over de Liefde! Toen de Liefde echt zwak wilde worden, kwam de Heiligheid en heeft haar Liefde gesterkt, opdat de Liefde haar bittere weg tot einde kon brengen. Dat heeft alles de Liefde gedaan, gescheiden van haar kracht en heiligheid, maar wel ondersteund door de Heiligheid.

 

8. De dood aan het kruis

Toen Jezus riep: “Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten?”, was dit tweevoudig gesproken.

– gesproken van de geschapen mensenzoon, het geschapen menselijke Ik in Jezus. Hij voelde, hoe Jehova zich in hem terugtrok.

– en het riep de goddelijke Liefde in hem tot haar ongeschapen centrum van de Liefde Gods. Met “God” bedoelde zij de oneindige Heiligheid, die haar had verlaten.

“Het is volbracht”

Met de offerdood van Jezus werden twee dingen volbracht. Eenmaal heeft zich het menselijke Ik van Jezus vergoddelijkt en de terugweg naar het vaderhuis voor ons mensen vrijgemaakt. Zo was de éénwording van de mens Jezus met het ongeschapen Godscentrum bereikt. En ook heeft zich de oneindige Liefde in God met haar oneindige Heiligheid door haar verdeemoediging vereend. Dieper en rijker als het was van tevoren.

Vertaling: G.K. Holderer

======================