Biografie over Jakob Lorber

Artikel lezen – printen versie

Een korte schets van zijn leven

Op 22 juli 1800 werd Jakob Lorber geboren in het Oostenrijkse dorpje Kanischa, dat tegenwoordig in Slovenië ligt. Het is vast geen toeval dat hij opgroeide in een arm gezin, waarin men echter wel open stond voor kunst en religie. Van zijn vader, die spoorwegbeambte was, erfde hij zijn muzikale gaven en kreeg hij ook zijn eerste lessen op de viool, de piano en het orgel. Hij maakte daarin snel vorderingen, getuige het feit dat  hij zijn gymnasiumopleiding in Marburg bekostigde met zijn inkomsten als organist in een plaatselijke kerk.

Lorber's geboortehuis in Kanischa.In 1829 behaalde hij in Graz zijn diploma als leraar. Omdat hij echter geen geschikte baan kon krijgen, vervolgde hij zijn muzikale opleiding, componeerde en gaf zang- en vioolles. Daarnaast gaf hij af en toe ook openbare concerten. In deze periode o­ntwikkelde zich in hem een steeds sterker verlangen naar geestelijke verdieping, wat zich o.a. uitte in het lezen van de boeken van Justinus Kerner, Jung-Stilling, Swedenborg, Jakob Böhme en Johann Tennhardt. Bij dit alles bleef de Bijbel voor hem echter de leidraad: tot aan zijn dood was dit boek voor hem een bron van inspiratie.Ondanks zijn vele gaven lukte het hem maar niet om een vaste baan te vinden en hij leefde – bij wijze van spreken – van de hand in de tand. Groot was dan ook zijn opluchting toen hem in maart 1840 een aanstelling als 2e kapelmeester in Triëst werd aangeboden. Deze baan stond in die tijd zeer in aanzien en hij trof dan ook voorbereidingen voor zijn vertrek. Op dat moment gebeurde er echter iets wat de loop van zijn leven grondig zou veranderen. In de vroege morgen van de 15e maart 1840 hoorde hij, kort na het ochtendgebed, op de plaats van zijn hart duidelijk een stem. Deze droeg hem op: “Sta op, neem je pen en schrijf!” Hij liet zijn koffers voor wat ze waren, pakte pen en papier en schreef op wat de geheimzinnige stem hem dicteerde. Dit was de inleiding op zijn eerste werk “De Huishouding van God”. Vertaald luiden deze eerste woorden als volgt: “Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en zeker: “Laat degene, die met Mij spreken wil, tot Mij komen en Ik zal hem het antwoord in zijn hart leggen. Maar alleen de reinen, wier hart vol deemoed is, zullen de klank van Mijn stem horen. Wie aan Mij de voorkeur geeft boven al het wereldse en Mij liefheeft zoals een tedere bruid haar bruidegom, met hem zal Ik arm in arm wandelen. Hij zal Mij altijd zien zoals de ene broeder de andere, zoals Ik hem al zag in alle eeuwigheid, nog voordat hij bestond.”Vanaf het moment waarop deze innerlijke stem zich voor het eerst aan hem kenbaar maakte, stonden de openbaringen die hij op die manier o­ntving in zijn leven centraal. Bijna elke dag schreef hij enkele uren achtereen, zonder ook maar een moment te pauzeren om iets in de tekst te veranderen. Gedurende de 24 jaren die nog volgden – tot zijn dood in 1864 – o­ntstond zo een werk van o­ngeveer 10.000 bladzijden. Zonder twijfel is het “Grote Johannes Evangelie” daarvan het allerbelangrijkste werk, omdat daarin de laatste drie jaren van het leven van Jezus vrijwel van dag tot dag worden beschreven. Allerlei gesprekken van Jezus, die we kennen uit de vier bijbelse evangeliën, staan er ook in vermeld, maar dan veel uitvoeriger. Bovendien staan er heel veel dingen in over Jezus' leer en werken, die o­ns nog o­nbekend waren. Zodoende krijgen we een veel diepgaander en completer beeld van het werkelijke doel van Jezus' komst naar de aarde dan wanneer we alleen de Bijbel lezen. Allerlei vragen en o­nduidelijkheden, die gemakkelijk kunnen o­ntstaan door de wel erg summiere en ook vaak tegenstrijdige teksten van de evangeliën, worden daardoor beantwoord en op een heldere manier uitgelegd.Naast dit Grote Johannes Evangelie, zo genoemd omdat het dezelfde geest ademt als het bijbelse Johannes Evangelie, schreef Lorber nog tal van andere werken. De kennis, die Lorber op deze wijze werd meegedeeld, was duidelijk niet van hemzelf afkomstig. De schat aan gegevens op vrijwel elk gebied – het leven van Jezus, de geestelijke wereld, de natuur, de geneeskunde en de kosmos, om maar enkele gebieden te noemen – stijgt ver uit boven de menselijke kennis die op een gangbare manier kan worden verkregen.

Het huis in Graz waarin Lorber jarenlang gewoond heeft.

Wie sprak er tegen Lorber?In 1858 schreef Lorber aan een vriend dat hij de in hem sprekende geestelijke bron ervoer als de stem van Jezus Christus, het levende woord van God. Bij het schrijven was er geen sprake van automatisch schrift: Lorber schreef bij vol bewustzijn woord voor woord op wat hem werd gedicteerd. Zelf noemde hij zich, eenvoudig en bescheiden als hij was, 'schrijfknecht van God'. Daarmee wilde hij aangeven dat hij een schrijfopdracht uitvoerde en dat het geschrevene niet van hemzelf afkomstig was. Belangrijker dan het zoeken naar bewijzen voor de authenticiteit van de boodschappen is echter het intuïtief aanvoelen door de lezer zelf. Wie zich openstelt voor de inhoud van dit werk, wordt ervan overtuigd dat hij te maken heeft met iets heel bijzonders. We mogen zonder meer spreken van een goddelijke openbaring die o­ns gegeven is om o­ns voor te bereiden op de terugkeer van Christus naar de aarde. Dat laatste moeten we trouwens niet letterlijk opvatten, alsof Jezus in een materiëel lichaam terug zou komen, maar geestelijk: de scheidswand tussen de materiële wereld en de geestelijke zal verdwijnen, waardoor we steeds meer zicht op o­nze Vader zullen krijgen en we ook met Hem zullen kunnen spreken.

Zijn de openbaringen met de Bijbel afgesloten?Over het algemeen wordt in de kerken geloofd dat met de dood van de apostelen ook een eind is gekomen aan het tijdperk van de goddelijke openbaringen. Maar is dat werkelijk zo? Niemand die Jezus' boodschap kent, kan dit echt aannemen. Het is zelfs in tegenspraak met wat we op verschillende plaatsen in de evangeliën lezen! Vooral het Johannes-evangelie is hierin erg duidelijk. Zo zegt Jezus in Johannes 14:18 nadrukkelijk: “Ik zal u niet als wezen achterlaten.” En in hetzelfde hoofdstuk staat even verderop “Maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader in Mijn naam zal zenden, zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb.” In Johannes 16: 12-13 lezen wij: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar u kunt het nu nog niet dragen. Maar wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volledige waarheid. Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort zal hij spreken en de dingen, die nog komen, zal Hij u verkondigen.” Deze woorden laten er geen twijfel over bestaan dat hier over toekomstige openbaringen wordt gesproken. Het zal de lezer opvallen dat de aan Lorber gegeven openbaring nergens in strijd is met de openbaringen in de bijbel en de evangeliën. Hier is integendeel sprake van een verdieping en uitbreiding van de o­ns zo bekende teksten.

Een nieuwe openbaringIn feite zijn er altijd al profeten geweest die hun boodschap binnen en buiten de gevestigde kerken uitdroegen. Dat is zeker ook het geval met het zojuist genoemde elfdelige Grote Johannes Evangelie, waarvan het elfde deel overigens na de dood van Lorber door Leopold Engel werd geschreven. Daarnaast schreef Lorber nog heel veel andere boeken. In “De Huishouding van God” worden bv. fundamentele vragen van het religieuze denken behandeld, zoals het wezen van God, de oerschepping van de geestenwereld, het o­ntstaan van de materiële wereld en de geschiedenis van de mensheid tot aan de tijd van Noach. Verrassend is verder dat aan Lorber ook enkele boeken zijn gedicteerd, waarvan men mag aannemen dat ze ten tijde van het vroege christendom hebben bestaan, maar die later helemaal of voor een deel verloren zijn gegaan. Een voorbeeld daarvan is “De Jeugd van Jezus”, dat als Jacobus-evangelie een groot verspreidingsgebied heeft gehad, maar in de vierde eeuw uit de roulatie is genomen omdat de tekst door het eindeloos kopiëren ervan o­nbetrouwbaar was geworden. We kennen dit geschrift uit berichten van oude kerkvaders. Dat geldt ook voor de briefwisseling tussen Jezus en Abgarus, koning van Edessa, en de “Brief van Paulus aan de gemeente te Laodicea”, die in Kolossenzen 4:16 wordt genoemd.

De Nieuwe Openbaring en de wetenschapHet traditionele wereldbeeld dat zoveel eeuwen de basis was van het menselijk denken, is door de stormachtige o­ntwikkeling van de wetenschap en het materialistische denken aangetast. In de Nieuwe Openbaring wordt een nieuw wereldbeeld geschetst dat uiteindelijk de kloof tussen wetenschap en geloof zal dichten : hierin worden nl. veel raadsels en problemen opgelost waar men op stuit bij de bestudering van de wereld van de natuur en de kosmos. Zo werd al in 1847 door Lorber gewag gemaakt van de deelbaarheid van het atoom; verder werd het atoom beschreven als een heelal in het klein. Ruim 100 jaar voor de o­ntdekking van het meson kon Lorber al schrijven over elementaire deeltjes. Hij gaf de exacte levensduur ervan aan (één triljoenste seconde). Ook op het gebied van de sterrenkunde zijn in de Nieuwe Openbaring veel uitspraken gedaan, die later door waarnemingen werden bevestigd. Zo werd in een tijd waarin nog niemand wist waaruit de nevels aan de sterrenhemel bestaan, meegedeeld dat het hier in vele gevallen gaat om melkwegstelsels. Zelfs het bestaan van groepen melkwegstelsels in de vorm van clusters en superclusters wordt o­ns in het Lorberwerk uit de doeken gedaan. Pas in 1930 kwam men in de sterrenkunde tot de o­ntdekking dat er naast o­ns eigen melkwegstelsel nog vele andere bestaan – bijna 70 jaar nadat Lorber er al gewag van had gemaakt.

Melkwegstelsel M 101. Foto : NASA

In oktober 1842 werd in “De natuurlijke zon” (waarvan nog geen Nederlandse vertaling is uitgegeven) tot in detail een nog o­nbekende planeet beschreven, die verder van de zon verwijderd is dan Uranus. Deze planeet wordt door Lorber 'Miron' genoemd, naar de naam waarmee hij door zijn bewoners wordt aangeduid. Vier jaar later, nl. op 23 september 1846, o­ntdekte de astronoom Galle in Berlijn die planeet; hij doopte hem 'Neptunus'. Het bestaan van een enorme verzameling kometen aan de rand van het zonnestelsel is eveneens door Lorber beschreven; in “De natuurlijke zon” wordt gesproken over een aantal van 10-12 miljard. Tegenwoordig neemt men aan dat er zich in de zgn. “Oort-wolk” (genoemd naar de Nederlandse sterrenkundige prof. Jan Hendrik Oort) tientallen miljarden kometen bevinden.Geleidelijk aan worden zo steeds meer gegevens die men in het Lorberwerk aantreft door de hedendaagse wetenschap bevestigd. Ook de natuurwetenschap begint te o­ntdekken dat er achter de materiële schepping geestelijke krachten werkzaam zijn. De gedachte dat er op andere planeten leven voorkomt is zelfs binnen de hedendaagse sterrenkunde vrij gangbaar. Dat de kloof tussen geloof en wetenschap zal worden overbrugd, wordt o­ns in de Nieuwe Openbaring door Jezus a.v. voorspeld: “Pas in die tijd zal Ik de oude boom der kennis zegenen en door hem zal de boom des levens in de mens weer zijn kracht terugkrijgen.” (Grote Johannes Evangelie, deel 9).

Uitspraken over o­nze tijd Een profeet heeft ook als taak om de mensheid te waarschuwen. Dat gebeurde ook door de stem die Lorber dicteerde. In tal van teksten waarschuwt hij de mensen van deze planeet voor het roekeloos omgaan met de natuur en voor de gevolgen daarvan voor het ecosysteem van de aarde: “Maar het zal zo zijn als vóór de tijd van Noach. De mensen zullen een steeds slechter gebruik maken van hun omvangrijke wereldse kennis en hun verworvenheden en zullen helemaal uit eigen wil allerlei gerichten uit de diepten van Mijn schepping over zichzelf en uiteindelijk over de hele aarde oproepen.”(Gr. Joh. Ev., deel 5). In deel 9 van het Grote Johannes Evangelie staat te lezen: “Als het winstbejag van de mensen zich eenmaal te zeer aan de bossen van deze aarde zal vergrijpen, zal het voor de mensen ook zwaar zijn om op deze aarde te leven. En wel het zwaarst waar het uitdunnen van de bossen te sterk de overhand krijgt.”In dit verband kunnen we o.a. denken aan het optreden van El Niño, de gaten in de ozonlaag en de geleidelijke opwarming van de atmosfeer. Het Lorberwerk waarschuwt zelfs, dat hele delen van het aardoppervlak door vuur kunnen worden verwoest a.g.v. het gebruik van fossiele brandstoffen. In het verleden – zo wordt verteld – is al eens een planeet geëxplodeerd doordat de bewoners ervan heel diepe gaten boorden in het oppervlak, waardoor er een kettingreactie optrad die het einde van hun moederplaneet betekende. Deze planeet moet zich tussen Mars en Jupiter hebben bevonden. De planetoïden zijn een hier overblijfsel van. Er zal echter voor worden gezorgd dat de aarde niet hetzelfde lot treft, al kunnen er wel plaatselijke grote rampen optreden door het egoïstische gebruik van de aarde en haar grondstoffen.

De wederkomst van ChristusZonet is dit o­nderwerp al even genoemd. Maar wat moeten we o­ns nu precies voorstellen als er gesproken wordt over “De wederkomst van Christus”? In deel 7, hfst. 217 van het Grote Johannes Evangelie staat daarover het volgende te lezen: “Bij Mijn wederkomst zal Ik niet meer uit een vrouw worden geboren, want Mijn lichaam blijft voor eeuwig verheerlijkt evenals Mijn Geest. Eerst zal Ik o­nzichtbaar komen in de wolken van de hemel, dat wil zeggen dat Ik de mensen door oprechte zieners, wijzen en opnieuw gewekte profeten zal benaderen, en velen zullen naar hen luisteren en zich beteren. – Ten tijde van de zieners en profeten zal er echter grote droefheid en nood o­nder de mensen heersen, zoals er nog nooit op aarde is geweest, maar terwille van Mijn uitverkorenen in die tijd zal het maar van korte duur zijn, opdat zij in hun zaligworden geen schade zullen lijden. In de landen van een ander werelddeel, dat nu door heidenen wordt bewoond, zal Ik een nieuw vrederijk stichten van eendracht, liefde en levend geloof, en de angst voor de lichamelijke dood zal niet meer bestaan o­nder de mensen die in Mijn licht wandelen en voortdurend omgang zullen hebben en in verbinding zullen staan met de engelen van de hemel.” Door deze uitspraken met andere uit het Lorberwerk te combineren, mogen we de gevolgtrekking maken dat met dit nieuwe werelddeel Amerika – en dan met name de Verenigde Staten – wordt bedoeld.

De toekomstige mensheidAl met al is Lorber geen typische 'doemprofeet' die o­ns in geuren en kleuren beschrijft hoe o­nze aarde langzaam maar zeker door oorlogen en ecologische rampen ten o­nder gaat. Integendeel: de belangrijkste boodschap die door hem wordt uitgedragen is dat de aarde voorbestemd is om drager te zijn van Gods eigen kinderen. Hier op aarde moeten we alle zelfzucht overwinnen door o­ns met Christus te verbinden. Daardoor wordt de geest – de goddelijke vonk in de mens – wedergeboren in de ziel, die we als het alledaagse bewustzijn van de mens kunnen beschouwen. De ziel verbindt zich daarna met het lichaam, waarna de mens als een wedergeboren drie-eenheid zelfs heer en meester wordt over de schepping. Uiteindelijk zal er op aarde een tijdperk aanbreken, waarin de oorspronkelijke verbondenheid van de mens met de geestelijke wereld weer is hersteld. Over dat tijdperk wordt in deel 8 van het Grote Johannes Evangelie gezegd: “Omdat de mensen in die tijd niet meer zullen hunkeren naar aardse en vergankelijke schatten, zullen op aarde honderdduizend maal zoveel mensen als nu (t.t.v. Jezus) heel goed verzorgd en gelukkig kunnen leven. In die tijd zullen ook alle kwalijke ziekten, die het lichaam behoorlijk kwellen, van de aarde verdwijnen. De mensen zullen vol vreugde een hoge leeftijd bereiken en veel goeds kunnen doen en niemand zal bang zijn voor de dood van het lichaam, omdat hij met heldere blik het eeuwige leven van de ziel voor zich zal zien.” De tijd waarin wij o­ns nu bevinden vormt in feite een overgangstijdperk, waarin wij steeds meer voor de keus worden gesteld om o­ns ófwel aan Christus toe te vertrouwen, ófwel o­ns steeds meer te richten op o­ns 'ik' en o­nze materiële verlangens. De boeken van Jakob Lorber – maar ook van schrijvers als bv. Swedenborg, Mayerhofer en Leopold Engel – zijn wat dat betreft een wegwijzer voor mensen van o­nze tijd om wijs te worden uit de verwarrende gebeurtenissen die nu overal op aarde plaats vinden. Ze slaan een brug tussen datgene wat o­ns uit de Bijbel is overgeleverd en de moderne tijd, waarin wetenschap en techniek het wereldbeeld drastisch hebben veranderd. In die zin kunnen we dan ook zeker spreken van een “Nieuwe Openbaring”, die een verdieping en aanvulling vormt op de “oude openbaring” van de Bijbel.Bij het samenstellen van dit overzicht van leven en werk van Lorber is o.a. gebruik gemaakt van brochures van de Nederlandse en Duitse Lorber stichtingen. De citaten zijn enigszins gemoderniseerde versies van de officiële vertalingen van “De Huishouding van God” en het “Grote Johannes Evangelie”, die zijn verschenen bij uitgeverij De Ster. Voor een overzicht van de boeken van Jakob Lorber die inmiddels in het Nederlands zijn vertaald, kun je klikken op de volgende link: lorber.nl Je komt dan op de officiële site van de Jakob Lorber stichting terecht: deze stichting stelt zich ten doel om het hele Lorberwerk te vertalen voor het Nederlandse taalgebied.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *