[2] In deze tijd was echter Johannes, die aan de Jordaan gedoopt had, al door Herodes in de gevangenis geworpen; oorzaak daarvan waren de priesters in Jeruzalem, die daarvoor bij Herodes al hun invloed uitgeoefend hadden. want ze konden Johannes niet vergeven dat hij hen 'slangenbroeds' en 'addergebroed' genoemd had. Maar zelf dorsten ze de prediker in de woestijn niet te belagen, omdat ze wel wisten dat het volk hem voor een groot profeet hield; daarom verschuilden ze zich natuurlijk door middel van geld en politieke druk achter Herodes, en Herodes nam hem gevangen onder het voorwendsel, dat hij een gek was die het volk opruide en hun hoofden met allerlei staatsgevaarlijke ideeën vol stopte en de mensen helemaal gek maakte.
[3] Maar eigenlijk kon het Herodes weinig schelen wat Johannes leerde, bij hem telde alleen dat hij daarmee een goede buit binnenhaalde. Herodes hield Johannes daarom niet zo heel streng opgesloten en tegen een redelijk bedrag kon iedereen hem in de gevangenis bezoeken. Leerlingen van Johannes, die dat konden bewijzen, betaalden voor een hele week slechts een stater, terwijl anderen voor een dagbezoek een zilverling moesten betalen.
[4] Herodes had er ook helemaal geen bezwaar tegen dat Johannes in een grote zaal, ter grootte van een hedendaagse grote gevangenis, net zo veel predikte en lawaai maakte als hij maar kon en wilde, want dat bracht Herodes zoveel te meer geld in het laatje.
[5] Vaak bezocht hij zelf Johannes en moedigde hem aan om nu juist in de gevangenis, waar hij veilig was voor de priesters en de Farizeeën, nog meer van zich te laten horen dan voorheen in de woestijn bij Bethabara, en hij noemde zich vriend en beschermer van Johannes.
[6] Johannes wist in de geest wel met wie hij te doen had; maar hij benutte deze gelegenheid toch en predikte in zijn gevangenis verder, en zijn leerlingen mochten vrij bij hem komen, natuurlijk wel tegen de kleine storting van een stater per week. Tempelpriesters moesten een pond betalen als ze naar Johannes wilden, en op hun vraag aan Herodes, waarom hij Johannes in de gevangenis verder liet prediken, antwoordde Herodes, die sluwe vos: 'Dat is een geheim politiek spelletje van mij, daardoor leer ik alle aanhangers van deze staatsgevaarlijke mens kennen!' Dit antwoord was aanleiding voor de priesters om Herodes bijzonder te prijzen en ze schonken hem veel goud, zilver en edelstenen; want ze dachten bij zichzelf: 'Dit is de juiste man; die moeten we zoveel mogelijk steunen; hij is voorbestemd om al dat profetengespuis uit de weg te ruimen.'
[7] Maar Herodes, een geboren Griek, vond alleen geld belangrijk en al het andere kon hem niet in het minst schelen. Behalve geld hadden ook nog hele mooie concubines voor hem enige waarde. Om die te plezieren kon hij zelfs onmenselijk worden als ze dat wensten; verder kreeg niemand zonder geld iets van hem gedaan, - maar voor geld deed hij dan ook alles.
[8] Aan de hand van deze nauwkeurige beschrijving van Herodes is het voor iedereen wel duidelijk, hoe Johannes in zijn gevangenis zijn leerlingen bij zich kon hebben, en hoe hij daardoor, zowel door zijn leerlingen alsook door andere mensen die hem vaak bezochten, op de hoogte kon blijven van Mijn doen en laten in Galiléa.
[9] Omdat Johannes dus in de gevangenis hoorde hoe Ik leerde en werkte, zond hij al spoedig twee van zijn betrouwbaarste leerlingen naar Mij toe (Matth. 11:2) en liet hen vragen: 'Bent U het, Die voorzegd is, of moeten wij nog op een ander wachten?' (Matth. 11:3)
[10] Hier zal men vragen: 'Hoe is het mogelijk dat Johannes, die als eerste het grootste en schitterendste getuigenis over Mij gaf, zoiets kon vragen?' Voor degenen, die iets verder kunnen denken dan alleen maar aan het materiële, is de reden hiervoor eenvoudig en zelfs logisch.
[11] Nadat Johannes Mij had Ieren kennen, meende hij, en was daar ook helemaal van overtuigd, dat Ik stellig de beloofde Messias was en dat het gehele Joodse volk alleen al door Mijn komst zo goed als volledig was verlost, en dat alle macht van de groten der wereld voor eeuwig had opgehouden. Toen hij echter in de gevangenis kwam en er van dag tot dag meer van overtuigd raakte, dat met Mijn komst de macht van de groten der wereld niet was opgehouden maar zich integendeel had vergroot, begon ook Johannes zo zachtjes aan bij zichzelf aan Mijn echtheid te twijfelen.
[12] Want hij dacht bij zichzelf: 'Als deze Jezus uit Nazareth werkelijk de Beloofde is, de Zoon van de levende God, hoe kan hij mij dan in de steek laten en mij niet bevrijden uit de gevangenis, en hoe kon hij het toelaten dat ik in de gevangenis kwam?'
[13] Daarentegen hoorde hij van degenen die hem bezochten, welke nooit gehoorde daden Ik deed, en daarom zond hij dan twee van zijn betrouwbaarste leerlingen naar Mij toe, die Mij de bovengenoemde vraag moesten stellen.
[14] Omdat Ik de reden wel wist waarom Johannes dat aan Mij liet vragen, antwoordde Ik de leerlingen heel kort en zei tegen hen: 'Ga heen en vertel aan Johannes, wat je ziet en hoort (Matth. 11:4): De blinden zien, de lammen lopen, de melaatsen worden rein, de doven horen, de doden staan op, en de armen wordt het evangelie gepredikt. (Matth.11:5) Maar zalig is en wordt degene, die zich niet aan Mij ergert!' (Matth.11:6) Toen wisten de leerlingen niet, wat ze daarop moesten zeggen.
«« 143 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.