[2] De oude Tobias zei na dit feestelijke ochtenduurtje: 'O Heer! Dat is een andere tempel dan die in Jeruzalem, die voortdurend vol vuil en viezigheid is! Hoe vaak heb ik in mijn leven psalm na psalm gezongen terwijl mijn hart droog bleef als tien jaar oud stro en koud als ijs! En hoe warm slaat het nu voor mijn almachtige schepper! Hoe vaak was ik in de tempel en hoe blij was ik als ik diens steeds stinkende voorhoven mocht verlaten; en hier zou ik een eeuwigheid willen blijven en de grote God, die alle talloze heerlijke dingen heeft geschapen, willen prijzen uit de van liefde brandende diepte van mijn hart! Beste Meester, hoe kan ik U danken voor deze heilige hoge levensvreugde, die ik nog nooit eerder heb ondervonden?!'
[3] Ik zeg: 'Wie zo in Gods schepping gaat staan en zo warm voelt en ondervindt wat hij daarvoor zijn God en Schepper schuldig is, zoals dat nu bij jou het geval is, die brengt Mij daarmee ook al de beste en aangenaamste dank.
[4] Blijf jij echter in het vervolg vervuld van zulke gevoelens en gewaarwordingen en sluit je hart nooit voor de armere broeder, ook al was hij eens je vijand, dan zal jou mettertijd een grote genade uit de hemel ten deel vallen! Als je allerlei zondaren ziet, veroordeel en verdoem ze dan niet; want -begrijp Mij goed -zij zijn het meestal niet die zondigen, maar de geest die ze daartoe aanzet. Je kunt niet weten door welke geest ze gedreven worden. Er zijn er genoeg, die in hun vroomheid heel gemakkelijk hoogmoedig zouden kunnen worden en die dan al gauw vanaf de vermeende hoogte van hun deugd met veel verachting en afschuw neer zouden willen zien op de zondaren, waardoor ze dan zelf onbewust nog grotere zondaars zouden worden dan degenen, die ze verafschuwen; dan komt er een geest en verleidt zulke mensen tot de een of andere zonde, en de al trots geworden voorvechter van de deugd ondervindt zo aan den lijve, dat hij nog lang geen God, maar slechts een heel gewoon zwak mens is !
[5] Zo'n mens wordt dan weer deemoedig en doet boete, waarvoor hij zich vroeger, toen hij nog meende zo deugdzaam te zijn, veel te verheven voelde!
[6] En daarom moet niemand een zondaar haten omdat hij een zondaar is; iedereen doet goed en voldoende als hij de zonde alleen haat en verafschuwt! Maar een verharde booswicht, die één is geworden met de zonde, moet je geen hulp geven! Als hij daardoor echter voor zijn verbetering terecht in de ellende is gekomen, dan moet je aan hem denken, en als hij je wat vraagt, dan moet je daarnaar luisteren. En als je een misdadiger naar de galg ziet brengen moet je geen vreugde voelen over zijn treurige lot, ook al zou hij zijn misdaad waarvoor hij nu de dood in gaat aan jouw huis hebben gepleegd; want weet, dat het niet onmogelijk is dat zo'n misdadiger in de andere wereld zalig kan worden!
[7] Liefde moet in alles het voornaamste levenselement zijn van ieder mens! Rechtvaardigheid, die niet in de liefde wortelt, is voor God geen rechtvaardigheid; en de degene die zo recht spreekt is voor God dan ook een tienmaal grotere zondaar dan degene die door hem veroordeeld wordt, en God zal hem eens net zo onbarmhartig veroordelen, als hij zijn naasten veroordeeld heeft.
[8] Veroordeel daarom niemand en verdoem ook niemand, ook al zondigt hij nog zo erg tegen jou, dan zul jij ook eenmaal niet veroordeeld en verdoemd worden; want de maat waarmee iemand meet, is dezelfde als waarmee het hem eenmaal in de andere wereld weer vergolden wordt. De strenge, volgens wat voor een wet dan ook rechtvaardige, maar tevens koude, liefdeloze rechter zal eens net zo'n streng rechtvaardig en onverbiddelijk oordeel over zich horen uitspreken; de gerechtsdienaars en scherprechters zullen echter nooit Gods aangezicht zien!
[9] Wie een dief en moordenaar vangt, heeft goed gehandeld als hij hem aan het wettelijke gerecht overgeeft; maar de rechter mag nooit vergeten, dat de misdadiger zolang hij in deze wereld leeft, nog geen volledige duivel is, maar een misvormd, verleid mens, die men op alle mogelijke manieren nog kan trachten te verbeteren voor hij als een onverbeterlijke duivel ter dood veroordeeld kan worden!
[10] Bij het scherprecht moet het echter zo toegaan, dat de veroordeelde niet meteen gedood wordt, maar men moet hem een hele dag vijf handbreedten boven de begane grond met handen en voeten aan een paal gebonden te kijk hangen.
[11] Toont hij dan oprecht en smekend dat hij zijn leven beteren wil, dan moet hij van de paal losgemaakt en in een geëigende en op rechtvaardige liefde gebaseerde verbeteringsinrichting worden gebracht, maar dan niet eerder vrij worden gelaten voordat duidelijk aantoonbaar is dat hij zich verbeterd heeft. Geeft de misdadiger aan de paal echter gedurende de gehele dag geen teken van verbetering, dan is hij een complete duivel en moet daarom ook, als hij nog leeft aan de paal, na zonsondergang gedood en daarna tesamen met de paal op de terechtstellingsplaats worden verbrand.
[12] Ik zeg dit daarom tegen jou, opdat je je in de toekomst daarnaar richten zult, want jij was ook rechter en dat ben je nog steeds bij de Farizeeën en je zorgt voor de graven van de overledenen en de terechtstellingsplaatsen voor de misdadigers.
[13] Gezegend is hij die zich daarnaar zal richten; zijn naam zal schitteren in het eeuwige levensboek!
[14] Maar nu gaan we weer naar beneden naar de hutten; Kisjonah heeft al een bescheiden morgenmaal klaargemaakt en wacht op ons met zijn vrouwen zijn dochters.'
«« 174 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.