[2] De engel zegt: 'Degene, die je zo-even op mij geattendeerd heeft! Ga naar Hem; Hij zal je zeggen wat Hij je reeds gezegd heeft; want als je leeft zoals Hij zegt dat je leven moet, dan is dat al die goddelijke levensorde, die zorgt dat men het kindschap van God bereiken kan!
[3] En Hij is ook degene, waarvoor jij en nog vele anderen geestelijk Akka verlaten hebben en op deze aarde in het vlees van deze aarde geboren zijn om de Heer te leren kennen.
[4] In de gehele schepping is echter -en wel op alle hemellichamen die hoe dan ook door denkende wezens in menselijke gestalte bewoond worden -de totale menswording van de Heer in het vlees door ons bekend gemaakt; maar slechts op een zeer gering aantal werelden is het aan heel weinig geesten toegestaan om in het vlees van deze aarde te komen. Want de Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en dus ook de aard en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de verschillende werelden bewonen, en daarom weet Hij het beste of een geest geschikt is voor het vlees van deze aarde of niet.
[5] Al hetgeen geschikt was werd hierheen gebracht; maar het aantal van de hierheen gebrachten is maar klein en komt niet noemenswaard boven de tienduizend uit.
[6] Maar onder diegenen ben jij een van de gelukkigsten; want als je dat wilt, kun je, net als al degenen die met Hem hierheen gekomen zijn, als leerling door Hem aangenomen worden.'
[7] Daarop zegt Philopold: 'Mijn Archiël! Omdat je mij al zo veel wonderbaar goeds gedaan hebt, doe dan nog één ding voor mij, en breng mij bij de Heer; want nu ik Hem heb herkend, ontbreekt mij de moed om opnieuw naar Hem toe te gaan! Als het nu aan mij lag, zou ik het liefst zo vlug mogelijk er vandoor gaan en me zodanig verbergen dat geen mens me ooit kon vinden! Maar omdat ik nu eenmaal hier ben, en allen mij goed kennen, kan ik dat niet doen; want dan zou het lachen over mij het hele dal wel vullen. Wees daarom zo goed en breng mij bij de Heer en wees daar mijn voorspraak!'
[8] De engel zegt: 'Dat hoeft niet, want de Heer weet wat voor ons beiden nodig is; ga jij dus maar gerust alleen, en Hij zal je zeker niet opeten!'
[9] Na dit antwoord van de engel vat Philopold toch eindelijk moed en gaat heel bedachtzaam naar Mij toe en zegt terwijl hij nog dertig passen van Mij af staat: 'Heer, staat U mij toe, dat ik dichterbij kom? Als U dat niet wilt, dan ga ik weer terug!'
[10] Maar Ik zeg: 'Wie komen wil, die kome; want door te aarzelen is nog nooit een mens verder gekomen!'
[11] Als Philopold dat hoort, loopt hij wat vlugger en komt dus spoedig bij Mij en heeft zo snel bereikt, wat velen door hun aarzelen vaak niet bereiken omdat ze ondanks alle aanmoedigingen niet van hun plek zijn te brengen.
[12] Want als iemand bij al zijn doen en laten zijn schreden niet in een rechte lijn op Mij richt, is al zijn doen en gaan en staan nutteloos voor zijn leven. En ook al kreeg hij de gehele wereld, maar had Mij niet, dan had hij niets aan de hele wereld; want die is dood! Maar als Ik nu in deze tijd van de onthulling van het Evangelie iemand roep en tegen hem zeg: 'Kom!' - en hij komt niet, dan zal hij de geestelijke dood sterven! En daarom is deze Philopold een goed voorbeeld, wat iedereen na moet volgen! Wie geroepen wordt nadat hij naar Mij heeft gevraagd, die moet komen en niet aarzelen! Want Ik blijf niet steeds in Kana (betekent: vol genade in deze wereld), maar trek al gauw verder en wend Mijn oog en oor af van degenen, die aarzelen nadat Ik 'Kom!' heb geroepen'.
«« 215 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.