De leviathan.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 225 / 242 »»
[1] Maar na een uur klinkt er plotseling een dreunende slag, alsof een krachtige bliksem vlak naast het huis insloeg. Iedereen schrikt geweldig en vliegt op; maar ze denken aan Mijn woorden en worden gauw weer rustig.
[2] Satan Iaat echter niet lang op zich wachten; kort na de slag horen de rustenden, die geestelijk actief waren, een angstaanjagend sissen en fluiten, en het duurt niet lang of aan de oever van de zee verheft zich een buitengewoon monster, De kop lijkt op die van een wolf, maar dan minstens honderdmaal groter, de ver uit de bek stekende tong lijkt op een voortdurend wild kronkelende reuzenslang, de beide oren lijken op die van een reusachtige os, de ogen zien er uit als twee grote schotels met gloeiend erts, de voorpoten lijken op die van een reuzenbeer, de achterpoten op die van een leeuw van reusachtige grootte, het lichaam op dat van een krokodil met de staart van een draak. Zijn gebrul is een dreunende slag en zijn adem een onheilspellend sissen en fluiten. Zo komt het uit de zee.
[3] Maar aan de oever weiden schapen, ossen, koeien, kalveren en veel ezels, Het monster maakt meteen jacht op de huisdieren en verslindt snel de een na de ander. Dan vluchten de huisdieren; maar het ondier komt onze richting uit.
[4] Wanneer er verscheidene die bewegingen van het ondier zien, maken zij zich klaar om op de loop te gaan, en zeggen: 'Heer, deze proef is een beetje te moeilijk! Een aantal kalveren, een stuk of tien lammeren en twee jonge ezelsveulens heeft dat afgrijselijke ondier al opgegeten; nu wil het hier een lekker hapje komen halen en het heeft, op de geur afgaande, zeker onder ons iets uitgekozen, omdat het nu wat aarzelend deze kant uitkomt. Het lijkt toch wel raadzaam deze brenger des doods een beetje uit de weg te gaan! Want met natuurlijke middelen kun je toch echt niet tegen dit beest op, en het zou heel lang kunnen duren voor het overwonnen was!'
[5] Ik zeg: 'Laat je niet in het minst storen! Uiterlijk kunnen wij met z'n allen niet tegen dit ondier op, want het is een volwassen leviathan: maar onze innerlijke kracht dwingt hem tot aan het eind van de wereld te vluchten; maak je dus helemaal geen zorgen! Een klein uurtje nog, en dan hebben jullie de slagbomen en grensvestingen van de dood doorbroken, en dan zal de heerschappij over de hele hel en haar leger jullie loon zijn!'
[6] Meteen na Mijn woorden Iaat het ondier enige malen na elkaar Zijn ploffende stem horen, en daarna beweegt het zich weer heel rustig, maar toch tamelijk snel naar ons toe, waarbij het zijn vraatzucht maar al te duidelijk Iaat blijken door het voortdurende kronkelende slaan met Zijn lange staart, die zo sterk is als een boom. Maar de leerlingen zijn nu heel goed in vorm en laten zonder vrees en onversaagd het ondier op zich afkomen.
[7] Als het op ongeveer tien passen van ons af is geef Ik de engel Archiƫl een geestelijke opdracht, en deze gaat plotseling voor het dier staan en vraagt: 'Wat kom je hier doen satan? Verdwijn - of ik vernietig je!' Het ondier opent zijn muil en maakt bewegingen alsof het wilde praten; maar de engel gebiedt het nog een keer om te verdwijnen! Dan stoot het dier een aantal ploffende geluiden uit en rent daarna met schel gesis en gefluit de zee in.
[8] Toen het weer in zee ondergedoken was, bewoog het een tijdlang het water in de grote inham zo sterk, alsof de zwaarste storm het opjoeg; maar geen van de leerlingen trok zich daar wat van aan, en in dit laatste uur werd de stilte in God met grote innerlijke ijver in stand gehouden.
[9] Maar tegen het einde van het rustuur komt er opeens een zwaar onweer . Felle bliksems schieten door de lucht; harde windstoten buigen de bomen haast tot aan de grond, en grote en zware regendruppels met hagel vermengd vallen al uit de donkere wolken.
[10] Een paar zwakkere leerlingen wilden al het huis in vluchten; maar de engel zegt: Blijf en herken het onbeduidende goochelkunstje van de satan!' Daarop blijven ze en de loze regen deert hen niet. Het gaat weliswaar steeds harder regenen, en de hagelkorrels springen heel opgewekt over de grond; maar geen mens wordt er door geraakt, en de regen maakt nauwelijks iemands huid nat.
[11] Dan bedreigt de engel de wolken, en deze scheuren dadelijk uiteen, en het is meteen helder dag. Na een paar ogenblikken is de zelfbeschouwing ten einde en Baram zegt: 'Heer, waar U het het prettigste vindt, hier of in huis! Het eten is klaar!'
[12] Ik zeg: 'Laat nog een half uur voorbijgaan, dan is alles in orde! Ik moet nog een paar woorden tegen Mijn leerlingen zeggen.'
[13] Baram gaat weer in zijn schip, waar een aantal zakken goede wijn in een grote kist opgeborgen zijn, en hij laat deze door zijn mensen in de keuken brengen en daar alle kruiken vullen en hij zegt tegen de koks en kokkinnen dat ze nog een half uur moeten wachten, en de spijzen dan pas op moeten dienen als hij hen een teken zal geven. Daarna komt hij weer bij Mij, en luistert mee naar wat Ik al de leerlingen over deze zelfbeschouwing en het nut daarvan zeg.
«« 225 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.