[2] (Maar Hij zegt tot hen: 'Ik eet voedsel, dat jullie niet kennen.' Joh. 4:32) Ik zie hen echter liefdevol en ernstig aan en zeg: 'Mijn beste vrienden. Ik eet nu voedsel. dat jullie niet kennen!.
[3] (Toen zeiden de leerlingen onder elkaar: 'Heeft iemand Hem dan al iets te eten gebracht?' Joh. 4:33) Toen keken de leerlingen elkaar aan, hielden ruggespraak en zeiden: 'Heeft iemand Hem dan al ergens vandaan iets te eten gebracht? Wat kan Hij gegeten hebben? Heeft Hij het dan al opgegeten? Er is niets te zien - behalve de kruik vol met water. Heeft Hij misschien het water in wijn veranderd?
[4] (Jezus zegt tot hen: 'Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem, die Mij heeft gezonden, en Zijn werk volbreng.' Joh. 4:34) Ik zeg tegen hen: 'O maak toch niet zulke dwaze veronderstellingen over wat Ik wel of niet gegeten heb! Je hebt toch meermalen gezien. dat Ik Mij bij jullie nooit iets extra 's heb laten geven. Ik heb het tegen jullie niet over lichamelijk voedsel, maar over veel hoger en waardiger geestelijk voedsel, en dat bestaat daaruit, dat Ik de wil van Diegene doe. Die Mij gezonden heeft, en dat Ik Zijn grote werk afmaak! Degene, Die Mij daarvoor gezonden heeft is de Vader, waarvan jullie zeggen, dat Hij je God is, hoewel je Hem nog nooit herkend hebt. Ik ken Hem echter en daarom doe Ik, wat Hij gezegd heeft en dat is Mijn echte voedsel. dat jullie niet kennen. Ik zeg het je: Niet alleen het brood, maar iedere goede daad of ieder goed werk, is ook voedsel, wel niet voor het lichaam, maar des te meer voor de geest!.
[5] (Zeggen jullie zelf niet: 'Nog vier maanden, dan komt de oogst?' Zie Ik zeg jullie: 'Slaat de ogen op en aanschouwt het veld; het is nu reeds wit om te oogsten!' Joh. 4:35) 'Velen van jullie hebben akkers thuis, en zelf zeg je: 'Nog vier maanden en de oogsttijd begint en wij zullen naar huis moeten gaan en oogsten!. Ik zeg je echter: Doe je ogen beter open! Nu al zijn alle velden wit om te oogsten. Maar Ik bedoel niet deze natuurlijke velden, maar het grote veld, dat bestaat uit de gehele wereld, waarop de mensen als gerijpte tarwe staan, dat voor de schuren van God geoogst moet worden!.
[6] (De maaier ontvangt het loon en verzamelt de vrucht voor het eeuwige leven, opdat een gemeenschappelijke vreugde zal ten deel zal vallen aan degene die zaait en degene die maait! Joh.4:36) En zie, dit oogsten is het ware werk en dit werk is het echte voedsel, dat wij allen volop te eten zullen krijgen. Wie op dit veld een goede maaier is, die verzamelt de ware vrucht voor het eeuwige leven, opdat aan het einde van de oogst, zowel degene, die gezaaid heeft, als hij, die gemaaid heeft, daaraan tesamen vreugde zullen hebben.
[7] (Want hier geldt de spreuk: Deze zaait, en een ander maait. (Joh. 4:37) 'Want na de oogst zal zaaier zowel als maaier van één en dezelfde vrucht en één en hetzelfde brood des levens eten; en dan wordt de oude spreuk geheel bewaarheid: De één zaait en een ander oogst, maar beiden zullen op dezelfde wijze van hun arbeid leven en zij zullen één en dezelfde spijs eten!
[8] Kijk eens naar de velen, die uit de stad naar ons toe zijn gekomen om in Mij de Beloofde te zien, en zoals je ziet, komen er nog steeds meer! Let op, dat zijn niets anders dan al overrijpe tarwe aren. die al lang gemaaid hadden moeten worden! Ik zeg jullie met veel vreugde: De oogst is groot, maar er zijn nog veel te weinig maaiers; vraag daarom de Heer van de oogst, dat Hij meer maaiers in Zijn oogst zenden zal!.
[9] (Ik heb jullie gezonden om te maaien wat je niet gezaaid hebt; de anderen hebben gezaaid en jullie doen nu hun werk verder. Joh. 4:38) 'Ik heb jullie opgenomen en tijdens het opnemen heb Ik je ook al in de geest uitgezonden om te maaien wat jullie niet gezaaid hebt; want anderen hebben gezaaid, en jullie maken hun werk af, en daarover mag je je wel uitermate gelukkig prijzen! -Want degene, die zaait, is nog ver van de oogst, wie echter maait, die oogst tevens en heeft reeds het nieuwe brood des levens voor zich! Weest daarom ijverige maaiers; want jullie moeite is gelukzaliger dan die van de zaaier!
[10] De meeste leerlingen begrepen deze les wel en begonnen direct Mijn woord over de liefde tot God en over de liefde tot de naaste aan de Samaritanen te verkondigen, en ook dat Ik werkelijk de Christus ben.
[11] Maar een paar dommere leerlingen kwamen naar Mij toe en vroegen Mij heel heimelijk in vertrouwen: 'Heer, waar moeten we de sikkels vandaan halen, en het is toch ook nog sabbat vandaag?!.
[12] Waarop Ik hen antwoordde: 'Heb Ik dan gezegd, dat jullie deze Voor ons liggende natuurlijke gerstevelden moeten maaien? O jullie domkoppen, hoe lang zal Ik je op die manier nog moeten verdragen?! -Begrijpen jullie dan nog niets?! -Luister dan en begrijp het:
[13] Mijn woord van het Rijk van God is de geestelijke sikkel. Dit woord komt eerst in jullie eigen harten en van daaruit over je tong naar de oren en in de harten van je medemensen en broeders. Deze sikkel geef Ik jullie om de mensen, je broeders, te oogsten voor het Rijk van God, het Rijk van de ware kennis van God en het eeuwige leven in God.
[14] Het is vandaag inderdaad sabbat, maar de sabbat is net zo dom en onzinnig als jullie hart, en je houdt rekening met de sabbat omdat het er in je hart nog erg sabbatachtig uit ziet. Ik zeg je echter, omdat Ik ook Heer over de sabbat ben:
[15] Verban in de eerste plaats de sabbat uit jullie harten als je Mijn waarachtige leerlingen wilt zijn en blijven! Ons werk blijft iedere dag doorgaan; waar de Heer van de sabbat werkt, daar mogen Zijn knechten de handen niet in de zakken steken!
[16] Moet de zon op de sabbat niet net eender op en ondergaan als op een werkdag? Als echter de Heer van de zon ook de sabbat zou vieren, zou je dan tevreden zijn met een stikdonkere sabbat? Zie eens hoe dom jullie nog zijn! Tracht het te begrijpen en doe daarom wat Ik nu doe en wat je broeders doen, dan zullen jullie een voor Mij welgevallige, echte levende sabbatsviering hebben!
[17] Na deze woorden gingen ook de zwakkere leerlingen naar de Samaritanen, die nu in groten getale uit de stad naar Mij toegekomen waren, en onderwezen hen wat Ik hen geleerd had.
«« 30 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.