[2] Ik zeg: 'Ik zal komen en hem gezond maken'.(Matth. 8.7)
[3] De hoofdman zegt echter: 'Heer! Ik ben helemaal niet waard, dat U in mijn huis komt, maar spreek slechts één woord, dan wordt mijn knecht gezond! (Matth. 8,8) Want, ik ben ook maar een mens, die net als veel anderen -ondergeschikt is aan de hogere overheid; maar onder mij heb ik toch veel krijgsknechten, die doen moeten wat ik zeg. En als ik tegen één van hen zeg: doe dat, dan doet hij het, of als ik zeg dat hij moet verdwijnen, dan verdwijnt hij. En als ik tegen een andere knecht zeg: kom, dan komt hij; en als ik tegen mijn knecht zeg: doe dit of dat voor mij, dan doet hij het meteen! (Matth. 8,9)
[4] Aan U zijn echter alle geesten ondergeschikt, en U bent de totale gebieder over wat in de hemel en wat op de aarde en in de aarde is; U behoeft dus alleen maar Uw voor ons onzichtbare machten een aanwijzing te geven, en ze zullen onmiddellijk doen wat U wilt!'
[5] Deze hoofdman legde Mij zijn verzoek betreffende zijn knecht zo vol vertrouwen voor, omdat hij door de direkte genezing van de zoon van de koninklijke beambte en door de verhalen van de overste ervan overtuigd was, dat ik op wonderlijke wijze op afstand kon genezen door slechts één enkel woord te spreken. Dat was dan ook de reden, dat hij, net als de koninklijke beambte, naar Mij toe kwam toen hij hoorde dat Ik de stad naderde.
[6] Toen Ik hoorde hoeveel vertrouwen de hoofdman in Mij had, zei Ik verwonderd -weliswaar niet voor Mijzelf maar voor de leerlingen - niet speciaal tegen de hoofdman, maar meer tegen degenen, die bij Mij waren: 'Werkelijk, zo'n geloof ben Ik in heel Israël nog niet tegen gekomen! (Matth. 8,10) Maar ik zeg jullie daarbij: Velen zullen uit het oosten en uit het westen komen en met Abraham, Isaäk en Jacob in het hemelrijk zitten (d.w.z. delen in de heerlijkheid des Vaders) (Matth. 8,11); maar de kinderen van het Rijk zullen uitgestoten worden in de grootste duisternis, waar een ontzettend gekerm en beklagenswaardig tandengeklapper zal zijn!' (Matth. 8,12)
[7] Nog voor Ik uitgesproken was, sloegen velen zich vol verslagenheid op de borst en zeiden: 'Heer, verwerpt U de kinderen en neemt U in hun plaats de heidenen aan?'
[8] En Ik zeg: 'Het maakt niet uit of het kinderen of heidenen zijn! Wie gelooft en de liefde heeft, hetzij Jood, Griek of Romein, die zal aangenomen worden!'
[9] Daarna keer Ik Mij naar de hoofdman en zeg tegen hem: 'Ga heen; u krijgt wat u hebt geloofd!'
[10] De hoofdman bedankte Mij uit de grond van zijn hart, ging vervolgens naar huis en zag daar, dat alles in vervulling was gegaan, wat hij met een onwrikbaar geloof had gevraagd; want de knecht werd op hetzelfde moment gezond, waarop Ik tegen de hoofdman had gezegd: 'U krijgt wat u hebt geloofd!' (Matth. 8,13)
[11] Dit teken in Kapérnaum, en ook dat daarvoor aan de zoon van de koninklijke beambte, die stadhouder was in Kapérnaum, kregen in deze stad bijzonder veel belangstelling, vooral van de kant van de Romeinen en Grieken, die in de stad aanwezig waren; maar onder de Joden en de in deze stad vanuit Jeruzalem gestationeerde, en in feite blijvend aangestelde priesters en schriftgeleerden wekte het alleen maar ergernis, nijd en woede!
«« 97 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.