De Heer getuigt over Zichzelf

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 125 / 244 »»
[1] Toen wij in huis, en wel in de grootste kamer, plaats hadden genomen aan een tafel die heel doelmatig van samengevoegde stenen was gemaakt, ging de waard en enkelen van zijn buren naast ons zitten, en de waard zei tegen Mij: 'Luister, :vriend, die op wonderbaarlijke wijze werkelijk alles weet, jouw wijsheid is niet van het gewone soort, want jij schijnt alles te weten!
[2] Je bent een Jood uit Galilea, en wij zijn allemaal tamelijk goed thuis in de geschriften en leringen van de Joden, zoals ik je al eerder uiteengezet heb; nu staat er ergens geschreven dat er uit Galilea geen profeet komt, en toch ben jij een heel grote profeet! Want als je dat niet was, hoe kon je dan weten dat mijn drie oudste zoons naar het zeer visrijke Meer van Galilea waren vertrokken om vis te vangen, en dat ze tegen de avond, vandaag dus, met een rijke vangst thuis zouden komen?
[3] En het klopte allemaal en was waar zoals je van tevoren hebt aangegeven; maar om zoiets geheel naar waarheid te kunnen aangeven, moet je een grote ziener en profeet zijn - en jij bent toch een Galileeër, uit het land waar nooit een profeet zal opstaan! Hoe moeten we dat opvatten en begrijpen?'
[4] Ik zei: 'Vriend, Ik heb wel de meeste tijd in Galilea gewoond, maar toch ben Ik niet in Galilea geboren, maar in Bethlehem, en Ik ben zoals voorgeschreven op de achtste dag na Mijn geboorte in de tempel in Jeruzalem besneden. Op grond daarvan zou Ik wel een profeet kunnen zijn!
[5] Maar toch ben Ik geen profeet, maar Ik ben Degene over wie de profeten voorspeld hebben dat Hij zou komen om allen die in Hem geloven te verlossen van de banden van het oude bedrog, van de nacht van de zonde, het gericht, de hel en haar eeuwige dood.
[6] Ik ben dus de Heer en Meester Zelf en geen dienaar; maar toch ben Ik nu in deze wereld om alle mensen die een goede gezindheid en wil hebben, met Mijn liefde, wijsheid en macht te dienen en hun het eeuwige leven te geven. Want waarlijk Ik zeg jullie: allen die in Mij geloven en geheel en al volgens Mijn leer leven en handelen, zullen de dood niet zien, voelen of smaken, maar na het afvallen van hun lichaam zullen ze in één ogenblik veranderd worden en bij Mij in het paradijs zijn, en aan hun zaligheid zal nooit meer een einde komen.
[7] Nu weet je, Mijn vriend, heel openlijk uit Mijn mond wie jij in Mij in jouw huis herbergt!
[8] Degenen die met Mij meegekomen zijn, zijn Mijn leerlingen - behalve één, die zijn blik naar de wereld richt, hoewel hij wel weet en ook vast gelooft wie Ik ben en wat Ik allemaal al heb geleerd en gedaan. -Wat vind je daarvan?'
[9] De waard zei: 'Heer en Meester, wat moet, wat kan ik als arm, zondig mens daarop zeggen? U bent de Heer van alle dingen en van ons leven, wees ons arme zondaars dan ook genadig en barmhartig!
[10] Nu U ons, onbesneden joden, eenmaal de genade hebt bewezen om ons in onze eenzaamheid op te zoeken, hopen wij dat U met Uw genade ook bij ons wilt blijven en ons en onze kinderen zult zegenen!'
[11] Ik zei: 'Daar zal het jullie nooit aan ontbreken; als jullie in het geloof in Mij en in de liefde voor Mij blijven, zal Ik ook met al Mijn genade bij jullie blijven.
[12] En nu, Mijn vrienden, zullen we het over iets anders hebben, en wel over jullie armoedige toestand, die Ik maar al te goed ken!
[13] jullie hebben brood noch wijn, en bedienen je in plaats van brood van jullie schapen en geitenkaas en jullie gedroogde vis.
[14] Maar Ik zal jullie landje, dat voor het merendeel dor en woest is, in een vruchtbaar stuk land veranderen, en in de toekomst zullen jullie gerst, rogge en de mooiste tarwe oogsten en daar goed brood van kunnen maken; maar vooreerst zullen jullie voorraadschuren met de genoemde drie graansoorten en jullie provisiekamers van meer dan voldoende brood voorzien worden.
[15] Evenzo kunnen jullie in de toekomst op daarvoor geschikte plaatsen ook wijnstokken planten, dan zullen die jullie voldoende wijn opleveren.
[16] Maar vul nu jullie lege vaten en leren zakken met schoon water! Dat zal overeenkomstig Mijn wil wijn worden, en dan zullen jullie daaraan onmiddellijk zien dat Ik vanwege jullie geloof en jullie echte liefde voor Mij met Mijn genade, liefde en zegen bij jullie ben en ook zal blijven.Want Ik heb bij jullie een geloof aangetroffen zoals nergens onder de joden, waar Ik al eerder gewag van maakte, nog voordat jullie wisten met wie jullie in Mij te maken hebben. En ga nu doen wat Ik jullie heb gezegd!'
«« 125 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.