De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 13 / 244 »»
[1] Toen de commandant dat van Mij had gehoord, werd hij heel nadenkend gestemd, evenals zijn twee ondergeschikten, en het duurde nu een poos voor iemand aan de hele tafel ook maar een woord met zijn buurman begon te wisselen. Zelf zweeg Ik ook; maar aller ogen en oren waren op Mij gericht.
[2] Tenslotte doorbrak een harde windstoot het stilzwijgen, en de commandant vroeg onmiddellijk aan Ebal wat dat was geweest; want hij had het idee dat het gedonderd had. Zijn metgezellen meenden ook een donder te hebben gehoord.
[3] Ebal zei: 'Hier aan het meer en met name in deze baai zijn dergelijke verschijnselen in deze tijd niet echt zeldzaam; maar deze windstoot, die zo plotseling ontstond en op een donder leek, zou als gevolg van de allerhoogste aanwezigheid van de Heer over alle dingen in hemel en op aarde wel eens iets hogers kunnen betekenen! Maar wat dat is, zal Hij wel het allerbeste weten; ik kan je daar verder geen uitsluitsel over geven.'
[4] Toen Ebal dat tegen de commandant had gezegd, wendde deze zich direct weer tot Mij en zei, nu vol echte Romeinse soldatenmoed: 'Hoogste Heer en Meester, ik heb uit Uw woorden geconcludeerd dat in U werkelijk de hoogste geest van de enig alleen ware Godheid woont! Zonder Uw wil kan er noch in de hemel noch op deze aarde iets gebeuren, ontstaan, werkzaam zijn, bestaan en vergaan; en als er iets gebeurt, ontstaat, werkzaam is en bestaat, zult U in Uw eeuwige geest van eeuwigheid zeker de reden en de oorzaak daarvan kennen, volgens welke U Uw wijze bedoelingen gerealiseerd wilt hebben. Voor U zal ook deze windstoot zeker niet vreemd en onbekend zijn! Hoe is die dan ontstaan, en met welk doel?'
[5] Ik zei: 'Ja, Mijn vriend, er zal nog wel geruime tijd overheen gaan, voordat je zult inzien waar de wind vandaan komt, hoe hij ontstaat en met welk doel; want zolang jouw voorstellingen van de vorm en het wezen van de aarde totaalonjuist zijn, zul je nooit kunnen begrijpen hoe de wind ontstaat, waar hij vandaan komt, waar hij heen gaat en waarom hij ontstaan is.
[6] Je moet eerst de grond en de bodem die jou draagt goed kennen; daarna kun je pas vragen naar de oorzaak van de verschijnselen op deze aarde.'
[7] De commandant zei: 'Heer en Meester! Wie, behalve U, zou mij nu de ware gedaante van de aarde uit de doeken moeten en kunnen doen? U weet toch wel welke denkbeelden wij over deze aarde van ons hebben; maar ik heb ook met velen van jullie schriftgeleerden over het wezen van deze aarde van ons gesproken en kreeg geen betere informatie, maar integendeel nog veel onduidelijker en verwarder berichten.
[8] Ook met de Essenen, die alles weten en kunnen, heb ik over het wezen van de aarde, de maan, de zon en de sterren gesproken, maar de verklaring die ik kreeg was geen haar beter dan die ik al had.
[9] U kunt mij vast en zeker de beste verklaring geven over deze aarde, de maan, de zon en ook de sterren! Ik en mijn twee metgezellen vragen U daarom! Want ik heb allang ingezien dat onze opvatting en onze oude, ingeprente denkbeelden over de aarde alsook de sterren aan de hemel niet juist kunnen zijn; want de verschijnselen die daarmee samenhangen laten zich absoluut niet of maar heel slecht verklaren door allerlei bijgelovige toevoegsels, waar iemand die in alle dingen de waarheid zoekt en nadenkt, slecht mee gediend is. O Heer en Meester, wij vragen U er nogmaals om!'
[10] Daarop zei Ik: 'Kijk, de zon is al aan het ondergaan, en er zal te weinig tijd zijn om jullie verlangen geheel en al te kunnen bevredigen!'
[11] De commandant zei weer: 'O Heer en Meester, als U er niets tegen hebt - wij willen met de grootste aandacht en rust de hele nacht naar U luisteren!'
[12] Ik zei: 'Nu goed dan! Kijk eens naar deze schijnbare jongeman hier! Hij is al heel lang een van Mijn echte dienaren; laat hij jullie wens vervullen! In Wat hij doet en zegt zullen jullie Mijn macht in Hem herkennen.'
[13] Hierop gaf Ik Rafaël een wenk, en hij stond snel op, liep naar de drie toe en zei (Rafaël) : 'Voor alle anderen die hier aan tafel zitten hoeft dat allemaal niet meer uitgelegd te worden omdat ze al volledig in alles ingewijd zijn; maar voor jullie wil ik het overeenkomstig de wil van de Heer doen. Maar laten we naar buiten gaan, opdat we er des te sneller mee klaar zijn!'
[14] Hierop stonden onze commandant en zijn twee ondergeschikten op van tafel en gingen brandend van nieuwsgierigheid met Rafaël naar buiten.
«« 13 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.