De waard onderricht de gasten over het veranderde land

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 136 / 244 »»
[1] Toen de waard dat van Mij had gehoord, ging hij onmiddellijk met zijn buren naar zijn huis en verwelkomde de drie aangekomenen.
[2] Zij overvielen hem onmiddellijk met een groot aantal vragen over de oorzaak van de zo verbazingwekkende verandering van dit dorp, en hoe dat in zo'n korte tijd tot zo'n bloeiende gecultiveerde staat was gebracht.
[3] De waard zei: ' Als alleen ik jullie zou zeggen dat dit dorp door een waar Godswonder tot zo'n gecultiveerde staat is gebracht, zouden jullie mij waarschijnlijk niet geloven; maar daar staan al mijn buren en daar mijn kinderen en mijn vrouw, en ze kunnen er allemaal als getuigen voor instaan! Zoiets zal op deze aarde onder de mensen buitengewoon zelden en op deze manier waarschijnlijk nog nooit plaatsgevonden hebben; maar er was op aarde ook nog nooit een tijd zoals nu, waarin de beloofde Messias werkelijk als mens van vlees en bloed Zelf naar ons mensen toe is gekomen.
[4] Die grote belofte is weliswaar alleen aan de Joden, maar daarnaast ook aan alle mensen op de hele aarde gegeven, en derhalve ook aan ons heidenen, die nu toch al geruime tijd hetzelfde geloof hebben als jullie Joden.
[5] Zie en luister: deze Messias, die nu vanuit de hoogste hemelen naar deze wereld is afgedaald, die werkelijk God en mens tegelijk is, is ook naar ons toe gekomen en heeft Zich over onze geestelijke en daarnaast ook over onze lichamelijke armoede ontfermd; Hij heeft onze woestijn gezegend en die door Zijn almachtige wil in een vruchtbaar landje veranderd.
[6] Ook heeft Hij ons rijkelijk voorzien van alles wat een mens nodig heeft om zijn lichaam te voeden en te sterken; bovendien heeft Hij ons ook op aanschouwelijke en heel begrijpelijke wijze vertrouwd gemaakt met het wezen van onze aarde en de verschijnselen daarin en die op het oppervlak ervan en in de omringende lucht, en ook met de hele sterrenhemel. En op die wijze heeft Hij ons van al het oude, duistere bijgeloof van de heidenen en de Joden verlost.
[7] Maar daar kunnen wij nu met jullie nog niet verder over spreken, omdat er ook in jullie Joden nog te veeloud bijgeloof zit; maar bij een volgende gelegenheid zullen wij daar met jullie nog wel over te spreken komen.
[8] Daarmee heb ik jullie nu volkomen overeenkomstig de waarheid meegedeeld op welke wijze dit kleine gebied van ons plotseling zo bloeiend rijk is geworden, en hier voor jullie staan voldoende getuigen; als jullie het hun willen vragen, zullen ze jullie hetzelfde zeggen!'
[9] Een van de Joden, die een oudste en schriftgeleerde in Bethsaïda was en al verschillende keren met onze waard had gesproken, zei: 'Ja, wij moeten van jullie geloven dat jullie dorp en stukje land inderdaad zo in cultuur is gebracht als jij ons zojuist hebt meegedeeld, omdat dat bij de onvruchtbaarheid van de grond op een natuurlijke manier ondenkbaar zou zijn. Want waar zouden jullie de vruchtbare aarde vandaan hebben gehaald om daarmee dit voor het grootste deel kale, steenachtige landje te bedekken, dat -wat jullie deel betreft -toch meer dan duizend morgen* (* Oude oppervlaktemaat, per landstreek sterk verschillend van 0,25 tot 1,2 ha. Van oorsprong zoveel land als een span paarden in één ochtend kon ploegen of een man in één ochtend kon maaien. De Oostenrijkse morgen lag waarschijnlijk in de buurt van 0,25 ha.) zal meten, en waar zouden jullie dat grote aantal vruchtbomen van allerlei soort vandaan gehaald hebben en hoe zouden jullie die hier zo geplant hebben, dat ze er nu zo groot en vol vruchten bij staan alsof ze hier al dertig jaar geleden geplant waren?
[10] Dat is dus een volmaakt godswonder, waarover geen twijfel kan bestaan, en wij willen dan ook geloven dat de man die dit ongehoorde wonder hier voor jullie heeft gedaan vast en zeker de beloofde Messias Zelf of op zijn minst een grote profeet is; maar wanneer was hij dan bij jullie, en hoe lang had hij ervoor nodig om dit landje van jullie zo te zegenen, en waar is hij van jullie heen gegaan?'
[11] De waard zei: 'Vrienden, gisteren tegen de avond is Hij hier met Zijn leerlingen aangekomen! De meesten van Zijn leerlingen heeft Hij vooruitgestuurd om Zijn leer te verkondigen; Hijzelf verblijft hier nog met drie van Zijn leerlingen en Hij zal hier nog zeven dagen blijven. Daarmee heb ik jullie vast nog meer verteld dan jullie van mij hadden willen weten.
[12] Hij zal zo direct Zelf verschijnen, en dan kunnen jullie met Hemzelf al het overige bespreken en bepraten!'
«« 136 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.