[2] Ik zei: 'De grote, uiterst zelfzuchtige blindheid van de joden in Jeruzalem zal het goddelijke licht niet herkennen en er ook geen deel aan hebben; want het licht zal van de joden weggenomen en aan de heidenen gegeven worden.
[3] Ik heb al verscheidene keren in de tempel onderwezen en wonderen gedaan, en van al degenen die zichzelf groot achten en zich door iedereen hoog laten prijzen, heeft niemand in Mij geloofd; en zo gebeurt het nu ook als een getuigenis over hen, dat Mijn licht hun wordt ontnomen en rijkelijk aan de heidenen gegeven wordt, wat ook over hen geschreven staat.
[4] Kijk naar deze heidenen, en praat ook eens met de vele heidenen van andere dorpen en steden, en vraag hun wat ze van Mij denken. Werkelijk, jullie zullen bij hen veellicht ontvangen!
[5] Maar ga eens naar Jeruzalem en veel andere joodse steden en dorpen, dan zullen jullie verbaasd staan over de meest smadelijke oordelen over Mij! En toch heb Ik overal dezelfde zuivere levenswaarheid onderwezen en grote tekenen gedaan.Wat moet Ik nu met dit ontaarde soortjoden doen?'
[6] De oudste zei: 'Heer en Meester, doe met hen wat U met de inwoners van Sodom hebt gedaan!'
[7] Ik zei: 'Nu nog niet; want er zijn nog enkele rechtvaardigen in die steden en dorpen. Maar het zal niet lang meer duren, omdat die weinige rechtvaardigen ter wille van Mijn naam en Mijn leer zodanig door de blinde en hoogmoedige, trotse wereldse mensen vervolgd zullen worden, dat er tenslotte niet één rechtvaardige in Mijn licht in zo'n stad zal kunnen blijven; dan zal hun maat vol zijn en zal het hun nog veel slechter vergaan dan het eens Sodom en Gomorra vergaan is. Maar laten we dat nu laten rusten en over iets anders praten!
[8] Zeg Mij eens, of jullie nog niets over Mij en Mijn optreden ter ore is gekomen! Want twee jaar geleden ben Ik ook in de buurt van Gadara geweest en heb daar de twee erg bezeten mensen bevrijd van hun vele boze geesten, die zich vervolgens van een kudde varkens meester maakten en zich met hen in het meer hebben gestort. En hebben jullie niet gehoord dat Ik ooit in de buurt van Bethsaïda in een woestijn een paar duizend mensen met slechts een paar broden en vissen zodanig heb gevoed, dat er na die spijziging verschillende manden overbleven met wat ze niet op konden?'
[9] De oudste zei: 'Ja, Heer en Meester, daar hebben wij allemaal wel veel over horen praten, en we hielden de wonderdoener - die naar men zegt een Nazarener was en wel de zoon van jozef de timmerman, die ik persoonlijk goed heb gekend - voor een magiër, die zijn wonderen wellicht bij de beruchte Essenen had geleerd en die Jezus heette.
[10] Destijds had het blinde volk zo geoordeeld, en wij konden ons ook niet zo gemakkelijk iets anders voorstellen; want wat konden wij van de zoon van een timmerman uit Nazareth anders denken dan dat hij een heel handige magiër was, die de oude leer van de joden kende en zichzelf aan het gemakkelijk te misleiden volk als een profeet presenteerde om het naar zich toe te trekken met een bedoeling die hij alleen kende?
[11] Als wijzelf getuige waren geweest van die daden van U, zouden wij zeker anders over U geoordeeld hebben - al zou U ook tien keer de zoon van jozef geweest zijn!
[12] Maar nu zijn wijzelf getuigen van Uw daad, die geen enkele Esseen, maar alleen God kan verrichten, en al bent U nu als mens de zoon van jozef, de timmerman uit Nazareth -wat U ook wel zult zijn - dan brengt dat ons geloof in U niet in het minst van de wijs en bent en blijft U voor ons de beloofde Messias!
[13] Neem deze bekentenis van ons niet onwelwillend aan, en onthoud ons Uw zegen niet!'
«« 138 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.