De bevrijding en bekering van de Farizeeën, die voor door leeuwen worden bewaakt (16.4.1864)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 166 / 244 »»
[1] Na deze woorden werd de opperstadsrechter pas nieuwsgierig naar de wacht buiten de stadspoort, en hij vroeg Mij of Ik hem naar bulten wilde vergezellen, omdat hij erg bang was voor de leeuwen.
[2] Maar Ik zei tegen hem: 'Ga maar gerust samen met Dismas naar de stadspoort; geen van die dieren zal je enig kwaad doen!'
[3] Daarop vatte de opperstadsrechter evenals Dismas het volste vertrouwen en ging samen met hem moedig naar de stadspoort!
[4] Daar vroegen degenen die door de veertien leeuwen bewaakt werden of hij hen van die verschrikkelijke plaag wilde bevrijden.'
[5] De opperstadsrechter zei: 'Wend je tot de Heer, die jullie eerst zo afschuwelijk belasterd hebben; want het is alleen aan Hem om jullie van deze plaag te bevrijden!'
[6] De Joden en de paar Farizeeën riepen: 'Vraag Hem dan voor ons of Hij Zich over ons wil ontfermen, dan zullen wij in Hem geloven!'
[7] Toen kwamen de twee direct terug en brachten dat aan Mij over.
[8] Ik zei: 'Welnu, vergelden dan ook jullie nooit kwaad met kwaad; dan zullen degenen voor de stadspoort bevrijd zijn van hun kwelling!'
[9] Op dat ogenblik weken de woeste wachters terug, en zij die bewaakt waren kwamen vol geloof naar ons toe en werden ook vlug gesterkt met het water uit de waterkelder.
[10] Toen de Joden en de paar Farizeeën zich aan een andere tafel niet ver van ons vandaan met het kelderwater hadden gesterkt, stond die meest grimmige Farizeeër op, die tevoren Mij samen met Dismas had willen verhinderen de stad binnen te gaan, en zei: 'Heer en Meester! Nu geloof ik ook dat U werkelijk Degene bent op wie alle Joden en ook heidenen zolang tevergeefs hebben gewacht!
[11] Als U verschenen was op de manier zoals de meeste profeten, te beginnen bij Mozes, U hebben aangekondigd, zouden wij nooit moeite hebben gehad om U in vol geloof tegemoet te komen; maar U bent op zo'n manier in deze wereld gekomen, dat men allerminst kon vermoeden dat U de beloofde Messias van de Joden en via hen ook van alle mensen op aarde bent.
[12] Vrijwel iedereen in Jeruzalem kende namelijk Uw afstamming, aangezien men Uw vader en moeder alsook Uw broers maar al te goed had gekend; want hoe vaak gebeurde het niet dat Uw vader, die algemeen bekend stond als een vaardig timmerman en schrijnwerker, bij ons in Jeruzalem werk te doen had en dat Uzelf niet zelden met hem en Uw broers als timmerman meewerkte. Plotseling bent U als dezelfde timmerman te midden van verscheidene leerlingen als leraar van het volk opgetreden, hebt in Jeruzalem onderricht en een scherp getuigenis tegen ons gegeven. Daarom zult U wel kunnen begrijpen dat onze haat tegen U enorm moest toenemen, toen U, iedere keer dat U in Jeruzalem verscheen, ons bij het volk in verlegenheid bracht en tegen ons getuigde dat wij geen dienaren van God, die wij niet zouden kennen, maar enkel verscheurende wolven in schaapskleren en derhalve dienaren van Beëlzebub zouden zijn; zodoende zouden wij het volk niet bij het licht en daarom ook niet in de hemel binnenlaten en zouden wijzelf daar ook niet naar binnen willen, en zo waren er nog een groot aantal van dergelijke kleinerende getuigenissen, die wij met onze eigen oren hebben gehoord of die ons getrouw door anderen werden meegedeeld.
[13] Daarom zal ieder weldenkend mens wel begrijpen dat wij U nooit vriendelijk hebben kunnen bejegenen en dat onze haat tegen U steeds meer moest toenemen, omdat Uw verachtende woorden over ons ook steeds meer toenamen.
[14] Bovendien hebt U nog buitengewone wonderen gedaan en daardoor het volk zonder enige moeite geheel en al van ons afgekeerd en onze inkomsten in die tweeënhalf jaar over het geheel met meer dan tweeduizend pond goud verminderd. En ook hebt U het volk doen geloven dat U de Zoon van de ene levende God bent, waardoor U tot onze grote ergernis de oude wet van Mozes een zware slag hebt toegebracht, omdat er staat: 'Ik alleen ben jullie God en jullie Heer, in wie jullie moeten geloven, op wie jullie moeten bouwen en vertrouwen. Buiten Mij is er geen God; daarom moeten jullie ook geen andere goden naast Mij hebben!'
[15] Maar nu hebt U gezegd dat U Gods Zoon bent en dat de enig ware God in de hemel Uw Vader is, die U alleen hebt gezien en kent, maar verder geen mens en wij, dienaren van de tempel, wel het allerminst.
[16] Daar komt nog bij dat David over de komst van de Messias heel anders heeft gesproken dan Uw komst heeft plaats gevonden, aangezien hij zei: 'Maak de deuren wijd en de poorten hoog, opdat de Koning der ere bij jullie binnentrekt! Wie is die Koning? Het is Jehova Zebaoth!'
[17] Nu zult U met Uw natuurlijke gezonde verstand al wel inzien en begrijpen dat U, in Uw positie als timmerman in Galilea, ondanks al Uw wijsheid aangaande de Schrift niet als koning der ere gezien kon worden, zelfs niet eens als een profeet, omdat er immers uitdrukkelijk geschreven staat dat er uit Galilea nooit een profeet opstaat!
[18] Heer, vergeef mij dat ik U nu heel vrijmoedig en openhartig de reden uiteen heb gezet waarom U zo gehaat bent bij vele, verreweg de meeste Farizeeën, hogepriesters, Levieten en ook andere Joden, die het voor de tempel opnemen, en waarom ook Uzelf door Uw zeer uitzonderlijke wonderen niet alleen geen goede indruk hebt gemaakt, maar hen daardoor alleen maar steeds meer tegen U in het harnas hebt gejaagd. Ook ik behoorde voorheen tot hen en net als mijn collega's was ik van mening dat U Uw wonderdoenerij bij de door ons bovenal gehate Essenen had geleerd, ons met hun hulp te gronde wilde richten en voor de Essenen een uitgebreide invloedssfeer wilde creëren -en wel om reden dat de Romeinen, die onze heren en voortdurende vijanden zijn, veel met deze sekte ophebben en hun alle mogelijke privileges en voordelen schenken, omdat zij deze Essenen zeer goed en doeltreffend voor al hun heerszuchtige doeleinden kunnen gebruiken.
[19] Wij weten echter hoe de Essenen hun wonderen doen en hebben zelf in het geheim het een en ander van hen geleerd, en daarom hebben wij nooit welwillend en vriendelijk tegenover Uw wonderen kunnen staan, omdat wij ook bij hen soortgelijke dingen hebben gezien. Want in onze -zogezegd blinde woede hebben wij nooit de tijd willen nemen om Uw daden en die van de Essenen kritisch te vergelijken, en ik beken eerlijk dat mij hier in deze oude heidense stad voor het eerst een echt licht over U is opgegaan.
[20] De twee tekenen die U hier hebt gedaan plaatsen de tekenen die U hiervoor hebt gedaan pas in het juiste licht, waardoor alle andere tekenen geen enkele betekenis meer hebben en maken U voor onze ogen in volle ernst tot Degene die, zoals David heeft aangekondigd, naar ons toe zou komen. Want ten eerste komen er in deze hele streek geen leeuwen voor, omdat deze dieren meestal alleen in Afrika thuishoren, en zo'n beest hoogst zelden naar Arabië afdwaalt en al gauw weer teruggaat als het in de uitgestrekte woestijnen geen voedsel vindt; maar op een wenk van U stonden er direct veertien van zulke beesten voor ons! Zoiets zou al heel moeilijk gaan als die beesten hier in het land in grote aantallen thuishoorden. U, die Heer over alle schepselen bent, moet ze dus werkelijk geschapen hebben, het kan niet anders!
[21] En als U dat kunt doen, dan hebt U ten tweede ook gemakkelijk het water uit de kelder van deze waard in prima Cyperse keizerswijn kunnen veranderen, waarvan ik slechts één keer -bij een diner van onze koning Herodes -een kleine beker vol te proeven heb gekregen.
[22] Of U mijn naam weet en kent, of niet, dat maakt mij niet uit; maar U zult hem vast ook wel kennen. Maar ik geef U hier de verzekering, dat ik en al deze metgezellen van mij nooit meer in een vergadering van de Hoge Raad onze stem tegen U zullen verheffen. Wij zullen de vele anderen weliswaar de mond niet kunnen snoeren, omdat we ons daar veel te machteloos voor voelen; maar -zoals gezegd -wij zullen in ons hart steeds in U geloven, wat er ook gebeurt! Maar, zoals gezegd, uit onze mond zal er nooit meer een stem tegen U klinken!'
«« 166 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.