[2] Ik zei tegen hem: 'Zie de mannen hier rechts van Mij; de eerste is Kisjonah en de tweede is Philopold! Je zult nog vaak in de gelegenheid zijn om met hen te spreken; maar Ik weet wel waarover jij nu allemaal met Philopold zou willen spreken -waar het nu echter niet de juiste gelegenheid voor is; stel daarom je voornemen liever uit tot een ander moment. Voor vandaag heb je veel gezien en geleerd om je oude heidense bijgeloof uit te roeien; denk daar maar over na, opdat het in je geheugen en in je hart blijft en je het niet weer kwijtraakt, als je binnenkort weer naar je wereldse dingen en bezigheden terugkeert!
[3] Wat jij en je metgezellen nu hebben leren kennen, wisten de mensen in de oude tijden ook; maar toen hun nakomelingen zich steeds meer met de dingen van deze wereld bezig gingen houden en trots en heerszuchtig werden, vergaten ze weldra de oude wijsheid, sloegen er geen acht meer op en dachten dat het niet nodig was dergelijke dingen te weten om het leven in stand te houden. Volgens hen was het voldoende als alleen bepaalde wijzen ervan op de hoogte waren; het volk zou zich daarentegen alleen moeten bezighouden met zijn kudden en met zijn akkers, tuinen, weiden en dierenjachten en niet met de dingen aan de hemel. Kijk, daardoor raakte het volk en zijn leiders niet alleen in deze, maar ook in andere dingen dom en blind en tenslotte vol duister bijgeloof, zoals het dat nu nog is, en terugschrikt voor de waarheid en voor het licht ervan vlucht!
[4] Men kan bij alle wijsheid ook zorg dragen voor wat de mens voor zijn lichaam nodig heeft; maar vooral moet ieder mens zorgen voor hetgeen zijn ziel betreft en de geest van het leven in de ziel en daar bekommerd om zijn. Want geen mens is op deze wereld gezet ter wille van eten, drinken en voornaam doen, maar om te leven volgens de orde die God getrouw aan hem geopenbaard heeft, enkel voor het enige doel dat God hem gesteld heeft.
[5] Nu je hier de lang verloren waarheid aangaande de dingen van de hemel hebt verkregen, verteer dan in je ziel hetgeen je ontvangen hebt; als je daarin sterk bent geworden, kun je je bij Philopold met verdere dingen inlaten!'
[6] De commandant zei: 'Ja, Heer en Meester, U hebt in alle dingen gelijk; ik zie nu wel in hoeveel en hoe grootse dingen ik door Uw genade van de wonderbaarlijke jongeman heb ontvangen wat de dingen van de zichtbare hemel betreft! Als ik dat allemaal in mezelf volkomen geordend heb en er ook tekeningen van heb gemaakt -wat ik goed kan -om er anderen mee te onderrichten, zal ik mij daarna pas om verdere dingen bekommeren.'
[7] Ik zei: 'Daar heb je gelijk in; maar het beste is om vooral het rijk Gods en de gerechtigheid daarvan in zichzelf te zoeken, door volgens Mijn leer te leven en te handelen. Wie dat in zichzelf heeft gevonden, zal ook waarlijk al het andere als een vrije toegift ontvangen; want de geest in de mens is uit God, en als die heer is geworden in de mens, leert hij de ziel in een uur veel meer dan je op aarde zelfs van de meest wijze leraren in duizend jaar zou kunnen leren.
[8] Mijn Rafaël, die een volkomen zuivere geest is -wat je van Mij kunt geloven en niet moet vergeten -heeft jullie drieën laten zien in wat voor korte tijd hij jullie dingen onderwezen heeft, die de mensen met al hun scherpzinnigheid en met alle ijver van hun zoeken, onderzoeken en denken In meer dan duizend jaar niet in die zuiverheid en waarheid zullen kennen. Op die manier kan een ziel van een geest in één ogenblik eindeloos veel meer leren dan de mensen onder elkaar met hun natuurlijke verstand. Onthoud dat goed en handel ernaar!'
[9] De commandant zei: Heer en Meester, de grondbeginselen van Uw leer zijn mij welbekend, namelijk dat men ten eerste in U gelooft en in U ook de ene, enig ware God erkent, dat men die erkende God dan ook als het beste en meest volmaakte eeuwige wezen boven alles liefheeft en zijn medemens als zichzelf, en dat men ook de geboden van Mozes in acht neemt en zich eraan houdt.
[10] Welnu, wat Uw eisen betreft: die zouden gemakkelijk op te volgen zijn; maar Mozes heeft een groot aantal wetten, voorschriften en verordeningen gegeven, die in de eerste plaats moeilijk te onthouden en te begrijpen zijn, en vervolgens ook moeilijk in acht te nemen en te houden zijn.
[11] Moet ieder mens die in zichzelf Uw geest tot volledige heerschappij wil brengen en aldus Uw rijk en de volle gerechtigheid daarvan in zichzelf wil ontvangen, ook al die wetten, voorschriften en verordeningen houden en trouw in acht nemen?'
[12] Ik zei: ' Als je in Mij de ene enig ware God erkent, in Hem gelooft en Hem metterdaad boven alles liefhebt en je medemens als jezelf, dan vervul je daarmee ook alles wat Mozes en alle profeten hebben onderwezen; want zij zeggen met hun vele woorden met betrekking tot de plichten van de mensen tegenover God en elkaar niets anders dan wat Ik je in die paar woorden heb gezegd.
[13] Maar dan is het wel zaak dat je als Romeins commandant bij een onschuldig vergrijp van iemand als Ebal tegen jouw uit blinde ijver gestelde verordeningen niet direct eigenmachtig een zodanig grote boete in goud en zilver eist dat, met uitzondering van Jeruzalem en de tempel, bijna heel Palestina, Samaria en Galilea die niet zouden kunnen opbrengen. Want zo'n eis bevat niet één vonkje naastenliefde of gerechtigheid van het rijk Gods in de mens, omdat uit een dergelijke eis niet eens een vonkje van jullie Romeinse recht blijkt; en die eis getuigde datje slecht thuis bent in de grondbeginselen daarvan!
[14] Als je volgens Mijn leer wilt leven en handelen, moet je je eigenmachtige, scherpe verordeningen in de toekomst ook rigoureus veranderen; want met zulke verordeningen sta je nog heel ver af van de ware naastenliefde en derhalve van het rijk Gods, waartoe de kennis die je nu van de aarde, de maan, de zon en de overige planeten hebt, op zichzelf jou niet zou verheffen. Want alles wat je in de grote, zichtbare ruimte met je lichamelijke ogen kunt bekijken, heeft pas waarde voor het rijk Gods in de mens, wanneer het ook van daaruit beschouwd en geestelijk verlicht wordt. Op zichzelf heeft het als materie geen waarde voor de hele mens, maar alleen een uiterst vluchtige en vergankelijke waarde voor het lichaam. -Dat, Mijn vriend, zeg Ik je opdat je je ernaar zult richten!'
[15] De commandant zei: 'Heer en Meester, ik dank U ook voor deze buitengewoon ware en goede raad, die ik zeker ook zal opvolgen voorzover dat in mijn vermogen ligt! Ter wille van de orde zal ik uiterlijk gezien streng moeten lijken, -maar in mijn hart zal het er anders uitzien; en dat zal in Uw ogen, o Heer en Meester, toch niet verkeerd zijn?'
[16] Ik zei: 'O nee, in geen geval, maar wees alleen streng volgens de echte wetten van Rome, waarin veel verzachtende omstandigheden bij bepaalde kleine vergrijpen te vinden zijn! Een zachtmoedige rechter in deze wereld zal in de andere wereld ook door Mij zacht geoordeeld worden, en een barmhartige zal ook bij Mij barmhartigheid vinden. Kortom, met dezelfde maat waarmee jij meet, zal ook jij gemeten worden!'
[17] De commandant nam dat ter harte, en nu zei Ik tegen alle aanwezigen: 'Daarmee is een zwaar stuk werk, waar Ik jullie al eerder nog tijdens het middagmaal op heb gewezen, goed beëindigd, en we hebben drie nieuwe leerlingen. Maar omdat het nu al tamelijk laat in de nacht is geworden, zullen we onze ledematen ook weer de nodige rust gunnen!'
[18] Hierop stond Ik met enkele leerlingen op en begaf Mij in een ander vertrek ter ruste, en zo deden ook Maria en Jarah; de anderen bleven echter nog zitten en spraken met elkaar over Mij, Mijn leringen en daden.
«« 16 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.