[2] Daarop zei Ik: 'Jullie kudden zouden wel op even wonderbaarlijke wijze vermeerderd kunnen worden, maar dat zou voor de mensen nog opvallender zijn dan al het andere; want iedereen, die nu tien schapen op de weide heeft, zou erg grote ogen opzetten als zijn herder in plaats van tien schapen er opeens duizend naar huis zou brengen, die de eigenaar van de schapen niet eens zou kunnen onderbrengen, omdat zijn schaapsstal hoogstens ruimte voor twintig schapen heeft. Probeer dus een flink aantal schapen en andere dieren te kopen; over twee jaar, gerekend vanaf nu, zullen ze zich wel op een goede manier vermeerderen! Als jullie het graan geoogst hebben, zullen jullie het gemakkelijk kunnen bewaren -want daar hebben jullie ruimte genoeg voor; maar met het houden van huisdieren zou jullie dat slecht lukken -en daarom laten we dat zoals het is!
[3] Van hieruit zien jullie die ene behoorlijke grote vijver; maar in de omgeving zijn er nog zes, waarmee de hele streek voldoende bevloeid kan worden. In het diepe water van de vijvers zullen jullie ook een groot aantal vissen aantreffen, die de bewoners van deze stad en omgeving voor hun dagelijkse levensbehoefte kunnen gebruiken; de vissen van de vijver die we van hieruit kunnen zien, zullen echter eigendom zijn van de opperstadsrechter, de waard, de Apollopriesters en de paar Joden, zodat ieder van jullie die Ik zojuist heb genoemd, dus het recht heeft om een vierde deel van de vijver te bevissen. Maar laat niemand dat overmatig doen, maar alleen zoveel hij nodig heeft, opdat niemand door de te grote hebzucht van een ander benadeeld wordt. De vissen in de vijver zijn van een heel edele soort, waardoor het water van de vijver nooit verontreinigd raakt.'
[4] Daarop bedankten de vier partijen Mij voor dit geschenk en bezwoeren dat ze zich zeer nauwkeurig aan dat gebod zouden houden, en de opperstadsrechter zou ook zorg dragen voor eenzelfde orde bij de andere vijvers en die orde ook in stand houden.
[5] Terwijl verscheidenen nog onder elkaar over dit wonder spraken, namelijk hoe het mogelijk was geweest om de vijvers direct met vissen te bevolken, stond Rafaël op en zei tegen de opperstadsrechter en de waard: 'Dat is voor de almachtige wil van de Heer in ons even gemakkelijk te doen als om een woestijn in één ogenblik groen te laten worden; want het maakt niet uit om dieren, ongeacht welk soort, ogenblikkelijk tot bestaan te roepen of talloze grassen, planten, graansoorten en vruchtbomen.
[6] Want wat een geest zich vanuit de wil van de Heer in zichzelf voorstelt en wil dat het bestaat, dat is er dan ook meteen; maar natuurlijk is het denken van een zuivere engelengeest heel anders dan het denken van een mens.
[7] De mens kan zich alleen de uiterlijke vormen voorstellen en daarover allerlei fantasieën vormen; maar wat de vormen van het kleinste tot het grootste inwendig moeten bevatten, en hoe ze gebouwd moeten zijn om te kunnen leven, dat kan geen mens zich voorstellen, en daarom kan hij zijn wil ook niet zodanig richten, dat de geest van zijn wil de vormen tot leven brengt en actief doet worden. Maar een volmaakte engelengeest kan dat wel, en een minder volmaakte kan het in mindere mate ook.
[8] Daartussen bestaat bijna hetzelfde verschil - om op aardse wijze met je te praten, mijn beste opperstadsrechter -als tussen een in alle regelen der kunst ontwikkelde beeldhouwer en iemand anders, die eventueel ook wel in staat is uit een stuk hout een heel gebrekkig beeld te snijden; maar wat een verschil tussen zo'n beeld en dat van de hand van een volleerd kunstenaar!
[9] En als er reeds op deze aarde een zeer uiteenlopende gradatie bestaat in de ontwikkeling van de mensen, hoeveel te meer is dat dan in het rijk van de geesten het geval!
[10] Kijk, een olifant is tegenwoordig het grootste maar tevens meest intelligente ,dier op aarde en kan, als hij door de mensen goed worden afgericht, gebruikt worden voor allerlei dienstbaar werk. Er is een tijd geweest dat deze diersoort ook in deze streek woonde.
[11] Maar omdat deze streken in de loop der tijd door de vele wandaden van de mensen steeds onvruchtbaarder zijn geworden, trok dat dier verder naar het zuiden naar die streken, waar het genoeg voer voor zichzelf vond; deze streken hebben echter als gevolg van het vertrek van dit dier aan heel wat belangrijke aardse voordelen ingeboet.
[12] Maar als jij het wenst, mijn beste vriend en broeder opperstadsrechter, kan ik voor jou in één ogenblik voor een mannetje en een vrouwtje zorgen, en daarvoor zul je wel voer genoeg vinden -en kijk nu eens naar beneden naar de omgeving van de vijver, dan zul je daar al een mannetje en een vrouwtje zien!
[13] Stuur je knechten er straks heen met een paar broden, dan zullen ze de knechten volgen naar jouw eigen stal, die voldoende ruimte heeft voor deze dieren! Maai dan het gras op het grote stuk weide dat van jou is, laat het drogen en tot bossen samenbinden; laat de knechten dan met de dieren naar buiten gaan dan zullen die zelf het hooi in de schuur brengen, en zo zul je ze geleidelijk aan voor nog verschillende andere werkzaamheden kunnen africhten.'
[14] De opperstadsrechter bedankte Rafaël voor dit wonderbaarlijke geschenk en zei: 'Een paar knechten van mij verstaan heel goed de kunst om deze dieren af te richten, want ze hebben dergelijke dieren vanuit Indië zelfs naar Rome gebracht, en de keizer heeft hen een tijdlang bij zich gehouden om die dieren te verzorgen; daarna kwamen ze bij mijn vader in dienst en zijn ook hier mijn trouwste dienaren.'
«« 204 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.