De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 27 / 244 »»
[1] En zo gebeurt het in deze wereld nu ook al. In de zogenaamde heilige stad wemelt het al van allerlei heilige hongerlijders, en men weet niet meer wat men met hen aan moet en waar men hen op deze aarde nog een klein paradijsje zou kunnen bezorgen, omdat men ondanks het dreigen met vervloekingen over niet veel meer dan enkele vierkante mijlen kan gebieden. Want noch de koningen van gewekte volkeren en nog minder de volkeren zelf laten zich door die kant iets bevelen.
[2] Wat blijft er dan anders over voor zulke niets doende en hongerige heiligen, dan hun heiligheid de rug toe te keren en andere -diensten, die voorheen niet heilig genoeg voor hen waren, te zoeken en aan te nemen om niet als heilige te hoeven verhongeren?
[3] Denk je dat er op de huidige omstandigheden grote godsdienstoorlogen zullen volgen? Dat zou wel het geval zijn, als de man in Babel nog zijn vroegere macht over koningen en volkeren bezat en het grootste deel van de mensen nog even dom en verduisterd zou zijn als driehonderd jaar geleden; maar de tegenwoordige aanhang van het oude, eens zo machtige Babel is heel klein geworden, en de mensen zijn door Mijn bliksem al teveel verlicht geraakt. Zelfs de meest eenvoudige landman met zijn hele gezin gelooft niet meer dat de duivel de stoommachines op zee en op het land in beweging zet ter wille van een aan hem verkochte ziel, of dat de duivel via de draden van de telegrafen heen en weer springt en huppelt en aan groten en kleinen de verlangde berichten uit verre landen en plaatsen brengt.
[4] Hoevelen zijn er nog, die serieus in de zogenaamde wonderbeelden* (*Wonderbeeld: een beeld dat mirakelen doet.) geloven? Waar is er nog een land waar men nog de zogenaamde goochelaars als tovenaars verbrandt en lezers van de bijbel en andere geestrijke boeken en geschriften voor een onverbiddelijke rechtbank van de inquisitie sleurt en doodmartelt? Welk ook maar enigszins ontwikkeld mens hecht nog enige waarde aan een bepaalde aflaat van zonden, aan al die lege en geestloze zogenaamde godsdienstige ceremoniën, aan wijwater, wierook, gewijde afbeeldingen, klokken en klokjes, waskaarsen, relikwieën, rouwmissen en dure begrafenissen, vastendagen en norma-dagen** (** Van het Latijnse 'norma' (= regel, richtlijn). Belangrijke kerkelijke feestdagen, waarop openbare vermakelijkheden verboden zijn.) en nog veel meer van dergelijke dingen?
[5] Men doet nog wel met die dingen mee vanwege de uiterlijke, maar ook al zeer zwak geworden wet; maar van duizend mensen geloven er nauwelijks tien meer in, en die niet meer werkelijk, zoals dat in de voorbije, duistere tijd van bijgeloof helaas langdurig het geval was.
[6] Als de zaken er nu voor ieders ogen zo en niet anders voor staan, hoe valt er dan ook maar in de verte aan een grote of zelfs algemene godsdienstoorlog te denken ?
[7] Er zijn te weinig echte duisterlingen om tegen de vele verlichten op te staan, ook al zouden ze dat graag doen; en als de verlichten aangevallen zouden worden, zijn ze er zich met zekerheid van bewust dat ze steeds en altijd over de weinige en volkomen machteloze duisterlingen zullen zegevieren.
[8] Maar desondanks zal het tot allerlei gevechten en kleine oorlogen komen, ter verdeemoediging van alle machthebbers die Mijn licht willen tegenhouden. Want van nu af aan zal Ik met al die machthebbers geen geduld en mededogen meer hebben. Dat kun je wel geloven, omdat Ik het je Zelf verkondig.
[9] Kijk naar het rijk waar jij in leeft! Om bepaalde, gemakkelijk te raden redenen heeft het, met name van de zijde van de machthebbers, nog een erg Babylonische instelling. Het moet nu al zijn macht bij elkaar rapen en zijn 'Heilige Vader' op de oude troon helpen, als het kan en wil.
[10] Ja, als het nog een tijdlang weifelt om zijn volkeren datgene te geven wat van Mij uit rechtmatig is -aangezien immers overeenkomstig Mijn woord de zuivere waarheid, waar ieder mens zich als enige aan dient te houden, iedereen vrij zal maken en nu moet maken -zal het ook delen in het lot van degene van wie het tot nu toe zijn heil verwachtte! De geldelijke middelen, die zeer noodzakelijk zijn voor een krachtiger hulp, heeft het niet; en als het nog op vermeende hulp vertrouwt van de kant van een zeven keer gewijd altaar en het wonderen verrichtende beeld daarvan, zal het ook weldra aan elke andere kracht gaan ontbreken! Laat het alleen maar kijken naar de gevolgen van zijn duistere concordaat, dan zal het hele buitenland zeggen: ' Als je je zo trouw verbonden hebt aan die door ons allemaal gehate vijand van het licht en de naastenliefde, dan is er met jou geen vriendschapsband meer te smeden! Laat degene voor wie jij al je oude vrienden vergeten hebt en die jij zozeer begunstigd hebt, dat je hem tot je eigen zeer grote nadeel meer dan de helft van jouw macht in handen hebt gegeven,jou nu helpen in je nood en verlatenheid!'
[11] Denk er zelf over na, of in jouw land niet van alle kanten de uiterst bittere gevolgen van die ondoordachte daad luid op die manier spreken! Het is nu zaak zo'n fout weer heel gauw goed te maken, anders komt die boosaardige, dood brengende, algemene brand daar nog bij* (* Waarschijnlijk wordt hier gedoeld op het concordaat van 1855, dat de kerk verregaande invloed gaf op gebieden als onderwijs, opvoeding, huwelijk en dergelijke. De oorlog tussen Oostenrijk, Frankrijk en Italië in 1859 en de oorlog tussen Oostenrijk, Italië en Pruisen van 1866 waren er het gevolg van.)
[12] Als bij een huis alle middelen beginnen te ontbreken om het in stand te houden, en als zijn vrienden en zelfs de betere huisgenoten het de rug toekeren en niets meer willen horen en weten van het in stand houden van zo'n reeds lang verwaarloosd huis -hoe zal zo'n huis dan verder nog kunnen bestaan of zelfs op de oude manier als een krachtig huis kunnen bestaan?
[13] Ja, het kan zichzelf versterken en opnieuw bestendig worden; maar daar is ten eerste een onbuigzame, vaste wil voor nodig om alles wat oud en vermolmd is weg te doen, een nieuwe, stevige bodem te leggen en met vele goede bouwlieden het hele huis inclusief een stevig dak te herstellen; dan zal men dat overal zien en zeggen: kijk, nu heeft dit huis, dat vroeger volkomen waardeloos was geworden, weer echt waarde en men kan de fundamenten, kamers en daken ervan vertrouwen!
[14] Als de zaak zo ter hand genomen zou worden, zou het geen gebrek hebben aan allerlei goede vrienden van buiten en nog meer van binnen; maar wie zal ooit nog een huis vertrouwen schenken, waarvan men niet meer weet door wie de huisheer zich tenslotte allemaal de wet moet laten voorschrijven om nog een poosje huisheer te lijken?
«« 27 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.