[2] Toen Ik buiten Genezareth met allen die bij Mij waren een eerste, tamelijk hoge en vrij liggende heuvel had bereikt, wendde Ik Mij tot degenen die Mij begeleid hadden en zei: 'jullie hebben Mij uit grote liefde tot hiertoe vergezeld, omdat jullie wel weten en geloven wie er in Mij bij jullie was en wie jullie vergezeld hebben. Blijf voortaan zo in Mijn liefde, dan zal Ik in die liefde voortaan ook in jullie, bij jullie en in jullie midden blijven, en wat jullie in deze wereld aan de Vader in Mij zullen vragen, dat zal jullie ook gegeven worden. Maar vraag niet om ijdele dingen van deze wereld, maar om de eeuwige schatten van het rijk Gods; want al het andere dat jullie nodig hebben om in deze wereld te leven, zal jullie toch wel gegeven worden!'
[3] Hierop zei de commandant: 'Heer en Meester, hoe moeten wij bidden om op een U welgevallige manier en dus ook niet vergeefs te vragen om iets wat gerechtvaardigd is ? Want een mens kan op deze wereld in zeer uiteenlopende nood terechtkomen en zich dan met een echt verzoek om hulp alleen tot U wenden. Maar hoe moet hij dan vragen en bidden?'
[4] Ik zei: 'Bid in iedere nood en tegenspoed met natuurlijke woorden in je hart tot Mij, dan zullen jullie niet tevergeefs bidden!'
[5] Maar als jullie Mij iets vragen, gebruik dan niet veel woorden en absoluut geen ceremonie, maar bid heel stil in het geheime liefdeskamertje van je hart:
[6] Onze lieve Vader, die in de hemel woont, Uw naam worde altijd en eeuwig geheiligd! Uw rijk van het leven, het licht en de waarheid kome tot ons en blijve bij ons! Uw wil die als enige heilig en rechtvaardig is, geschiede op deze aarde onder ons mensen op dezelfde manier als in Uw hemelen onder Uw volmaakte engelen! Geef ons op deze aarde ons dagelijks brood! Vergeef ons onze zonden en zwakheden, evenals wij ze altijd diegenen zullen vergeven, die tegenover ons hebben gezondigd! Laat geen verzoekingen over ons komen die wij niet kunnen weerstaan, en bevrijd ons zo van alle kwaad, waarin een mens als gevolg van een te sterke verleiding van deze wereld en haar slechte geest terecht kan komen; want van U, o Vader in de hemel, is alle macht, alle kracht, alle sterkte en alle heerlijkheid, die alle hemelen vervullen, van eeuwigheid tot eeuwigheid!
[7] Kijk, Mijn vriend, zo moet iedereen in zijn hart bidden, dan zal zijn bede verhoord worden, als die in alle ernst is gemeend -maar niet enkel en alleen met de mond, maar waarachtig en levend in zijn hart! Want God is in Zichzelf een zuiverste geest en moet dan ook in de geest en de volle en ernstige waarheid daarvan aanbeden worden.
[8] Als je dat nu inziet en begrijpt, handel daar dan ook naar, dan zul je leven, evenals iedereen die zo zal doen!'
[9] Na deze korte toespraak van Mij dankten allen Mij, Ik zegende hen nogmaals en liet de nog altijd zichtbare Rafaƫl gaan, die als een machtige bliksem omhoogschoot, de eeuwige ruimte in; de Romeinen schrokken daarvan en keken lange tijd naar boven, of ze zijn gestalte misschien in het oog konden krijgen, wat nu echter niet meer mogelijk was.
[10] Daarop nam Ik ook afscheid van degenen die Mij tot aan deze heuvel vergezeld hadden en trok met Mijn leerlingen verder de heuvel op, over de vruchtbare hoogvlakte die daar begon. Wij bereikten binnen enkele uren een kleine, oude stad, waarvan de inwoners voor het merendeel Grieken en Romeinen waren; er leefden daar onder de heidenen ook enkele geheel aan lager wal geraakte en verkommerde Joden, die voor zichzelf een kleine herberg hadden, die hun voor nood tevens als synagoge diende.
«« 32 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.