[2] Ik prees haar en ging aan tafel zitten, en de dochter zette Mij een gouden schaal met enkele uitstekend klaargemaakte vissen voor en een wit tarwebrood en de gouden beker vol wijn. Voor de anderen werd een heel kalf gebraden en op verschillende schalen voor de leerlingen neergezet.
[3] Voor de commandant, zijn tevens aanwezige ondergeschikten en zijn vrouwen dochter werd naar Romeins gebruik gekookt rundvlees met een zeer kruidig ruikende bouillon opgediend. En het ochtendmaal smaakte allen buitengewoon goed, en men deed zich tegoed aan de wijn en het brood.
[4] Veronica vroeg Mij of de door haar klaargemaakte vissen Mij goed smaakten.
[5] Ik zei: 'Kijk maar eens of Ik iets in de schaal heb overgelaten! Iedere spijs die door de liefde van de mensen voor Mij is klaarmaakt, smaakt Mij goed;jij hebt deze vissen van de edelste soort uit het Meer van Galilea met het vuur van je liefde klaargemaakt, en daarom hebben ze Mij dan ook bijzonder goed gesmaakt!
[6] Ik zou weliswaar bij jullie mensen geen voedsel voor Mijn lichaam hoeven nemen; maar Ik neem het toch uit liefde voor hen. Want ze kunnen Mij immers niets geven wat Ik hun niet van tevoren al heb gegeven; maar als ze Mij met echte liefde teruggeven wat Ik hun tevoren heb gegeven, neem Ik het ook met alle liefde en grote blijdschap aan, alsof ze het Mij van hun eigendom hadden geschonken.
[7] Maar dat geldt ook als je ter wille van Mij een arm mens iets geeft; want wat iemand uit ware liefde voor Mij en van daaruit voor zijn arme naaste doet, dat neem Ik helemaal aan alsof hij het voor Mijzelf had gedaan, en Ik zal het hem hier en aan gene zijde vergelden.
[8] Onthoud deze woorden van Mij heel goed en handel ernaar, dan zul je steeds Mijn volle liefde te verwachten hebben! Maar jij hebt dergelijke vissen toch ook altijd heel graag gegeten; waarom heb je er vandaag niet ook een paar voor jezelf klaargemaakt?'
[9] Enigszins verlegen zei Veronica: 'Ja, Heer en Meester, dat zou ik anders wel gedaan hebben; maar in onze visbewaarplaatsen waren er geen meer, en zelfs deze vier die ik U heb aangeboden moeten er door een wonder ingekomen zijn! Want de dienaar die voor onze voedselvoorraad zorgt, heeft het mij zelf gezegd toen ik hem om vis vroeg, en hij dacht dat er helemaal geen vissen meer zouden zijn; maar toen hij toch ging kijken en de vissen daarin aantrof, zei hij: 'Werkelijk, dat is een wonder; want een paar maanden lang zijn daar al geen vissen meer te zien geweest! 'En ik geloof die dienaar, omdat ik hem nog nooit op een leugen heb betrapt; deze vissen zijn dus echt een wonder, en ik heb U dus, o Heer en Meester, werkelijk ook alleen maar gegeven wat U mij tevoren hebt gegeven!'
[10] Ik zei: 'Mijn lieve Veronica, voor een deel kan het wel zo gegaan zijn met jouw vissen zoals je nu denkt; want in ieder geval zijn ze Mijn gave, ook al is die niet zo wonderbaarlijk als jij nu beweerde. Jullie visbewaarplaats is al heel oud en heeft verschillende hoeken, waarin dergelijke vissen zich heel goed geruime tijd kunnen verstoppen om dan op een bepaald moment weer tevoorschijn te komen, wat met jouw vissen dan ook het geval was; maar dat ze zich juist tot vandaag verborgen hebben en niemand ze kon ontdekken, dat was Mijn wil.
[11] Als je echter een liefhebster van dergelijke vissen bent, stuur dan een dienaar naar jullie visbewaarplaats, dan zullen er vast nog wel een paar zijn! En als er een paar zijn, maak ze dan voor het middagmaal klaar voor Mij, voor jou en ook voor de anderen! We zullen allemaal genoeg hebben.'
«« 43 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.