[2] Daarop zei Ik: 'Heil jou en jouw huis, dat jullie dat in Mij hebben herkend; maar zalig zullen alleen diegenen worden die de wil doen en vervullen van de Vader in de hemel, die Mij in deze wereld heeft gezonden.
[3] Ik en de Vader zijn één. Wie Mij ziet en hoort, ziet en hoort ook de Vader; zonder Mij kan echter niemand de Vader zien of horen. Wie dus in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft en handelt, zal van Mij het eeuwige leven ontvangen!'
[4] Vol hoogachting en ontzag voor Mij zei de waard: 'Hoe luidt Uw leer dan? Wat moet men doen om van U het eeuwige leven te ontvangen?'
[5] Ik zei: 'Wie nu in Mij gelooft en aan Mij geen aanstoot neemt, en bovendien de geboden houdt die Mozes heeft gegeven, heeft reeds het eeuwige leven in zich; want Ik geef jullie geen andere wet dan Mozes ook alleen van Mij heeft ontvangen en aan de mensen heeft gegeven.
[6] Erken God, heb Hem lief boven alles en je naaste als jezelf, dan vervul je de hele wet en daarmee de wil van Degene die nu met jou spreekt! Het resultaat daarvan zal zich in je ziel tonen. - Begrijp je dat?'
[7] De waard zei: 'Ja, o Heer en Meester, en ik heb bij alle zwakheid van Mijn geloof de wet van Mozes toch steeds trouw in acht genomen, en zal hem van nu af aan nog trouwer in acht nemen; maar omdat er ook geschreven staat dat de Messias een echt Godsrijk op deze aarde zal vestigen, dat voortaan geen einde zal hebben, is de vraag: hoe, waar en wanneer? Zal Uw troon in Jeruzalem of ergens anders opgericht worden, en wanneer zal dat gebeuren?'
[8] Ik zei: 'Mijn rijk, dat Ik nu onder de mensen op deze aarde vestig, is geen werelds rijk, maar een Godsrijk zonder enige wereldse pracht en praal; het heeft niets uiterlijks maar is inwendig in de mens, en Mijn stad, Mijn sterke stad en de burcht waar Ik woon is een zuiver hart, dat Mij boven alles liefheeft. Kijk, zo zit het met het vestigen van Mijn rijk op deze aarde!
[9] Allen die wachten op het vestigen van een nieuw rijk Gods op aarde met uiterlijk prachtvertoon, zullen zich in hun blinde hoop erg vergissen en zichzelf misleiden; want zo'n rijk wordt er op aarde nooit in de levende waarheid uit en in Mij gevestigd.
[10] Valse profeten zullen dat wel doen, terwijl ze Mijn naam voeren; maar Ik zal nooit in zo'n rijk wonen en tronen. Kijk, zo staat het naar volle waarheid met het vestigen van Mijn rijk op deze aarde! -Heb je dat begrepen?'
[11] De waard zei: 'Ja, o Heer en Meester, nu heb ik dat ook begrepen! Maar velen die aan de wereld hangen, zullen dat niet begrijpen en op een uiterlijk groots werelds rijk wachten; maar omdat zoiets volgens Uw zeggen nooit naar waarheid op aarde zal plaatsvinden, zullen velen ook in hun oude blindheid vol gericht en dood blijven.
[12] Wil echter ook de blinden genadig en barmhartig zijn, o Heer, en verlaat ons niet, die de waarheid herkend hebben, maar houd ons in de levende waarheid van Uw rijk op deze aarde, opdat wij steeds overeenkomstig Uw wil kunnen leven en handelen!'
[13] Ik zei: 'Dat was een goede bede, en die zal zeker verhoord en ingewilligd worden. - Maar nu komt het reeds klaargemaakte avondmaal, en wij zullen het tot ons nemen!'
«« 73 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.