[2] Terwijl de twee heel veel goede dingen bespraken, kwam ook een van de beide rabbi's naar ons toe in de eetzaal, om onze waard er met klem op te wijzen dat ook hij, als jood, de God van Abraham, IsaƤk en Jacob een offer moest brengen, omdat Hij Zich door het vrome gebed van Zijn beide dienaren in deze oude stad Golan ertoe had laten bewegen al zijn bezittingen voor vernietiging te behoeden.
[3] Deze voorstelling van zaken door de rabbi deed een van de twee buren gewoonweg uit zijn vel springen van ergernis, en hij stond dan ook snel op van zijn stoel, liep naar de brutale rabbi toe en zei (een buurman van de waard): 'Vriend, heeft geen van jullie oude wijzen en profeten bij een of andere gelegenheid eens voorspeld, wanneer de tijd zou komen dat er geen leugenachtige en werkschuwe priester meer geduld zal worden?
[4] Schaam je je dan werkelijk niet om als priester, ons, mensen die zich aan de waarheid wijden, met een meer dan grove leugen onder ogen te komen?
[5] Wanneer en waar heb jij tot jullie God gebeden om de bezittingen van deze achtenswaardige buurman en vriend van mij te sparen?
[6] Kijk, :we hebben jou en je collega, die precies zo is als jij, 's nacht op het grote plein vol.vrees en angst zien jammeren en klappertanden, en jullie hadden een plek uitgezocht die het veiligst leek te zijn!
[7] Waarom zijn jullie eigenlijk niet in jullie synagoge gebleven, waarvan je toch zelf zegt dat God daar jullie gebeden verhoort? Hebben jullie bij de sterke muur aan het plein voor het welzijn van jullie volk gebeden?
[8] O, wij kennen jullie precies en even goed als onze eigen afgodendienaren, en zeggen: jullie hebben hier niets meer te zoeken! Maak dat je wegkomt, anders zou een heel machtig man onder ons wel eens kunnen zorgen dat je wegkomt!'
[9] Nu kreeg de rabbi de commandant in het oog, zei geen woord meer en verliet snel onze herberg.
[10] Daarop zei de buurman: 'De ene, enig ware God van de ware joden zij alle lof want we zijn een van de smerigste godloochenaars kwijt!'
[11] De commandant zei: 'ja, ja, die heeft zich als een dief uit de voeten gemaakt, en zijn collega zal het wel achterwege laten ons te bezoeken. maar onze heidense priesters, die nu al wel gehoord zullen hebben dat ik mij hier bevind, zullen mi} waarschijnlijk niet onbezocht laten. Als zij komen - hoe zal Ik mij als Romeins commandant moeten gedragen? Want ik moet in naam van.de keizer de beschermer van de priesters zijn; maar hoe moet ik dat doen, nu Ik de ene, ware, levende God heb leren kennen, Hem boven alles liefheb en ons veelgodendom en hun priesters, dat vol is van dwalingen en schandelijk bedrog, boven alles veracht en haat?'
[12] Ik.zei: 'Niet.zo, Mijn vriend! Kijk, ook de priesters van jullie goden -die natuurlijk nooit in werkelijkheid hebben bestaan, maar enkel ontsproten zijn aan de fantasie van mensen die over hun medemensen wilden heersen -zijn in deze tijd als veel minder schuldig aan het bestaan van het duistere heiden?om te beschouwen dan degenen die in het begin, toen de mensen nog volop in de ene, ware God geloofden, het heidendom begonnen te prediken en de mensen door valse tekenen steeds uitgebreider en talrijker daartoe begonnen te bekeren!
[13] Ze geloven zelf niet in hun goden, maar houden het volk toch in het oude. bijgeloof, in de eerste plaats om hun broodwinning bij het volk te vinden, in de tweede plaats omdat ze de waarheid niet bezitten, en in de derde plaats omdat ze er ook door de staatswetten toe verplicht zijn en tevens door ?u~ aan een opperpriester afgelegde eed op de naam Pantheon *, (* Grieks voor: (tempel voor) alle goden.) waarin al jullie goden begrepen zijn.
[14] .Als het echter zo met jullie priesters gesteld is, zul je zeker ook inzien dat ze niet zozeer te haten als wel te beklagen zijn. Probeer jij dus ook hen op de weg van de waarheid te brengen, en als ze die hebben betreden, zorg er dan voor dat.ze ander werk krijgen!Want voor de keizer is het niet van belang of iemand jood of helden is, als hij hem maar geeft wat hem toekomt - en je hoeft je dus wat de keizer betreft geen zorgen te maken dat hij je misschien ter verantwoording zou roepen vanwege enkele priesters van Zeus en Apollo, die naar het ware en in God levende jodendom zijn overgestapt.
[15] Bovendien zijn door Mijn toedoen de voornaamste machthebbers in dit werelddeel in hun hart al sinds vele jaren tot het levende jodendom overgegaan, zoals de opperstadhouder Cyrenius, zijn jongste broer Cornelius, in Rome de staatsman Agricola en verschillende mensen aan zijn zijde, zij het ook pas sinds een halfjaar of iets langer.
[16] Aangezien de mannen die Ik je nu heb genoemd en nog vele anderen nog geen harde maatregelen van de keizer te verduren hebben gekregen, zul ook jij daar des te minder van te vrezen hebben, omdat Ik jou, als je Mij trouw blijft, van Mijn speciale bescherming verzeker en je ook het vermogen heb geschonken om in Mijn naam zieken te genezen en bezetenen van hun kwelgeesten te bevrijden. En meer heb je voorlopig niet nodig.'
[17] Toen de commandant dat van Mij had gehoord, werd hij meer dan gelukkig van grote blijdschap in zijn hart en zei: 'Heer van mijn bestaan en leven! U alleen zij alle lof, alle eer en alle dank voor die zo grote, nooit door mij verdiende genade; Uw wil zal door ons allemaal worden uitgevoerd, gelijk Uw engelen in de hemel dat doen, en Uw heilige naam worde altijd hoog geloofd en geprezen!'
«« 83 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.