De Heer vertelt de ontwikkelingsgang van de priester

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 95 / 244 »»
[1] Ik zei: 'Jij hebt toch ook de geschriften van de Joden bestudeerd, en wel vroeger reeds in Rome en vijf jaar later, toen je als priester van Zeus, Mars, Minerva en Mercurius onder keizer Augustus naar Opper-Egypte bent gestuurd, naar Thebe, waar je je ook in de oude mysteriën hebt laten inwijden.
[2] Vanaf Mozes heb je je aandacht met name op de vier grote profeten gericht; maar omdat ze ondanks jouw lezen en piekeren onbegrijpelijk voor je zijn gebleven, heb je je nog weer vijf jaar later, toen je als priester voor het volk en de soldaten hierheen overgeplaatst bent, in het geheim tot een Joodse schriftgeleerde gewend en opheldering van hem gevraagd over datgene wat voor jou duister was. Maar omdat die schriftgeleerde je die niet kon geven, heb je de Schrift van de Joden net zo aan de kant geschoven als je met jullie eigen geschriften allang daarvoor had gedaan.
[3] Maar omdat je de Schrift van de Joden toch nog altijd in je geheugen bewaard hebt, moeten de daden van Mozes, Aäron, Jozua, Elia en de andere profeten je toch hebben laten zien dat die mensen alleen door de hulp van de ene, enig ware God van de Joden zulke dingen en daden tot stand konden brengen, die op de hele aarde bij geen enkel volk ooit voorgekomen zijn.
[4] Als je Mij nu ook zo ziet werken, zal Ik toch zeker ook wel door en met God werken. Jullie Romeinen zeggen immers zelf dat er zonder goddelijke inspiratie en aandoening geen grote wijze zou bestaan? Dan zal ook Ik wel zeer sterk door de ene, enig ware God van de Joden geïnspireerd en aangedaan zijn!'
[5] De priester zei: 'Ja, ja, daar kunt u wel eens gelijk in hebben, en u bent beslist dieper ingewijd in de mysteriën van jullie geschriften dan die schriftgeleerde die zich wijs voordeed, van wie ik een echt licht probeerde te krijgen en die ikzelf tenslotte nog als de meest wijze van ons beiden verliet.
[6] Maar u hebt mij vroeger evenmin kunnen zien en leren kennen als ik u ooit tevoren heb gezien en gekend -hoe kent u dan mijn geheime streven over een tamelijk lange reeks van jaren, alsof ik het u zelf pas kort geleden onthuld had? Want u zou van mij gehoord moeten hebben wat ik in het geheim heb gedaan en waar ik naar streefde, omdat ik als priester nooit aan iemand heb verraden wat ik ten behoeve van mijn eigen geruststelling deed en ondernam!
[7] Hoe weet derhalve u, die voor mij een volkomen vreemdeling bent, wat ik in Rome, daarna in Thebe en uiteindelijk hier in Azië heb gedaan?'
[8] Ik zei: 'Kijk, ook dat kan ik door de hulp van de ene, enig ware God van de Joden, die van eeuwigheid almachtig en ook alwetend is, zonder begin en zonder einde!'
[9] De priester zei: 'Ik zal dat niet betwisten, en u zult nu evenals zojuist wel helemaal gelijk hebben; maar toch is het merkwaardig van jullie ene en volgens u enig ware God, dat Hij Zich maar uiterst zelden door een Jood laat vinden en zelfs gebruiken zoals nu door u!
[10] Ik beken eerlijk dat ik voor mijzelf zowel in de ene als in de andere godheid heel weinig geloof en vertrouwen heb; want hoe meer men die met de grootst mogelijke ijver zoekt, des te meer raakt men ervan verwijderd, en het is echt nuttiger en zinvoller voor een mens om nooit te proberen de sluier van Isis op te lichten, dan zich door zo'n zinloze inspanning in de meest duistere afgrond van alle denkbare twijfels te storten. Het is beter om net als de apen blind en dom te blijven dan naar de ene of de andere godheid te zoeken, die waarschijnlijk nergens anders heeft bestaan en nog bestaat dan in de fantasie van mensen die over de anderen wilden heersen.
[11] U zult uw godheid waarschijnlijk wel gevonden hebben; maar hoe en waar, dat zult u evenzeer voor uzelf houden als de ouden het voor zichzelf hebben gehouden, die hun leer over één god of ook meerdere goden in zo'n diep duister hebben gehuld dat die door geen enkele zon meer verlicht kan worden.
[12] Ik ben toch ook een mens en heb er vanaf mijn jeugd al vurig naar verlangd om slechts één keer met een godheid vertrouwd te raken; maar waarom heeft mij tot nu toe, terwijl ik al tegen de zeventig loop, nog altijd geen enkele godheid genaderd en mij met een of andere bijzonder vermogen begenadigd, en waarom behalve u, wonderbaarlijke vriend, ook alle mij bekende Joden niet? Daarom, vriend, hecht ik weinig waarde aan alle goden; het overige kunt u zelf wel bedenken!'
«« 95 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.