De priester wil zijn wereldse leven rechtvaardigen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 99 / 244 »»
[1] De priester zei: 'Waarlijk bovenmenselijk wijze meester, ik heb u goed begrepen en zie nu nog beter dan eerst in, dat u door een werkelijk bestaande, levende God geholpen moet worden, omdat het anders voor u absoluut onmogelijk zou zijn zo nauwkeurig op de hoogte te zijn van de omstandigheden in mijn jonge jaren, terwijl geen mens in heel Rome die dingen ooit geweten heeft en nu nog veel minder!
[2] In alles wat u tegen mij hebt gezegd hebt u volkomen gelijk, en ik zou kunnen zeggen: niet u, als een mens zoals ik, maar een god heeft uit u gesproken.
[3] Maar denk toch aan al onze menselijke omstandigheden en daarnaast aan de betrekkingen binnen de staat, die ons met ijzeren dwingende ketenen binden en die wij, nu levende priesters, beslist niet hebben gemaakt!
[4] leder mens, die onbewust en ongewild in deze wereld is gekomen en reeds direct na zijn geboorte gevoed moet worden om zijn zeer sterfelijke leven te behouden en volgens de strakke wetten van de natuur een krachtig mens te worden, is redelijk bezien een zeer arm wezen.
[5] Als je eenmaal zover bent opgegroeid dat je de dag van de nacht en rood van groen kunt onderscheiden, wordt er door de ouders ijverig begonnen met de opvoeding, die geen kind voor zichzelf kan bepalen.
[6] Als je door veelleren een ontwikkeld man bent geworden, dan is het zaak een beroep te kiezen waarmee je je hele leven in je onderhoud kunt voorzien. Maar je wilt in de wereld niet slecht, maar zo goed mogelijk leven, omdat je nu eenmaal leven moet, en zo kies je dan ook al naargelang je mogelijkheden logischerwijs een beroep waarin je onder de boeien van de macht van de staat nog het meest vrij en ook het best kunt leven. En dat was voor mij het beroep van priester; ik werd priester, ongeacht of datgene waar ik voor stond op de leugen en het bedriegen van het volk of op waarheid gebaseerd was -kortom, ik moest volgens de staatswetten zijn wat ik nu nog ben.
[7] De wereld en de eigen zo goed mogelijke verzorging waren immers reeds van kind af aan het allervoornaamste waar men voor moest zorgen. Bovendien ontwaakten er in mij natuurlijk al gauw nog allerlei andere behoeften, en omdat je er de middelen voor had om ook die behoeften te bevredigen natuurlijk steeds in overeenstemming met de staatswetten -dan bevredigde je die ook zoveel mogelijk, en er verscheen geen Godheid uit de hemel of uit de aarde, die gezegd zou hebben: 'Luister eens, priester, jij leeft en handelt geheel en al in strijd met Mijn wil en Mijn orde! Leef in het vervolg zus en zo, anders zal Ik je op een geweldige manier tuchtigen!'
[8] Dat je onder zulke levensomstandigheden in hart en gemoed enkel met materiële, onzuivere en niet-geestelijke liefde vervuld raakte, terwijl je daarentegen door niets zuiver geestelijks of goddelijks aangespoord werd, bleef je uiterlijk gezien op zijn minst zoals je kon blijven en uiteindelijk volgens de staatswetten ook moest blijven, hoewel ik me geleidelijk aan steeds meer, met name op oudere leeftijd, inwendig begon af te vragen: ja, maar is er eigenlijk wel één vonkje waarheid in datgene waar je voor staat en wat je uitoefent? Alles wat ik onderwijs en doe is duidelijk en onmiskenbaar leugen en bedrog. Is er dan geen fundamentele waarheid meer op de hele aarde?
[9] Ik onderzocht, zocht en onderzocht en zocht aan één stuk door bijna tot nu toe -en ik vond niets! Hoe had ik een ware Godheid ooit met de zuiverste liefde tegemoet kunnen treden, terwijl die zich nooit op een of andere wijze aan mij had willen openbaren? Wat er niet is kun je ook niet liefhebben, of dat nu een God is dan wel een ander voorwerp dat door de verbeelding van de mensen een grote waarde wordt toegekend.
[10] En kijk nu eens, zeer wijze meester, kan ik er iets aan doen dat ik per slot van rekening toch datgene moest liefhebben wat voor mij bereikbaar was om een genoeglijk leven te leiden; want de beelden van je eigen fantasie liefhebben, betekent volgens het natuurlijke zuivere verstand, datje een dwaas bent!
[11] Als ik dus de ene, enig ware en levende God al sinds lange tijd boven alles had moeten liefhebben en de voor ieders zintuigen aanwezige genoegens van de wereld had moeten verachten en ontvluchten, dan had zo'n God Zich aan mij moeten openbaren ofwel had mijn fantasie er een in alle levende gloed moeten scheppen; maar noch het een noch het andere is gebeurd, en dus was het vanzelfsprekend dat ik de wereld en haar schatten en goederen, die de mensheid voeden en verrukken en voor het genieten waarvan ik geboren en opgevoed ben, niet opzij kon zetten voor een wezen, dat voor mij helemaal niet en nergens bestond.
[12] Maar hoe het ook zij - ik zit werkelijk nog vol wereld in mijn hart; laat vandaag, op dit ogenblik, een ene, enig ware godheid zich aan mij openbaren en mij duidelijk maken wat ik moet doen, dan is mijn oude wereld in één keer uit mij verbannen!
[13] Had die parel van Rome mij maar één keer een zekere toezegging gedaan dat zij de mijne zou worden als ik dit of dat zou doen of nalaten -dan zou ik de man geweest zijn voor wie geen offer te zwaar zou zijn geworden! Maar aangezien zoiets niet heeft plaatsgevonden, bleef ik dan ook bij wat voor mij gemakkelijker te bereiken was.
[14] Ik zie en weet heel goed dat alle mensen die ik heb leren kennen al sinds mensenheugenis in grote ellende en verwarring leven en tenslotte ook vaak vol vertwijfeling sterven; maar wat heeft al dit zien en weten voor nut als er niemand komt die hun de volle waarheid toont?
[15] Zie wijze meester, u hebt werkelijk in alles wat u mij hebt gezegd volkomen gelijk; maar ook ik heb volgens menselijke inzichten geen ongelijk! Kunnen de arme mensen er soms iets aan doen dat ze in alle blindheid in deze wereld zijn geboren en zich geheel onder leugens en bedrog hebben moeten laten opvoeden? -Heb ik gelijk of niet?'
«« 99 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.