[2] Zo luidden enkele van de leringen die mij zijn overgebracht en door de toehoorders steeds verkeerd begrepen werden, vandaar dat ze mij ook als bewijs voor de onjuistheid van de nieuwe leer meegedeeld werden.
[3] Maar hier is het immers volkomen duidelijk dat God in U werkelijk mens is geworden en U alle macht heeft gegeven - aan U, Zijn Zoon, als lichamelijk mens met een ziel, terwijl Uw oereigen geest de Vader is. O Heer, waardoor heb ik toch die grote genade verdiend, dat U mijn huis door Uw aanwezigheid zo heiligt?'
[4] Ik zei: 'Raël, zou je liever hebben gezien dat Ik voorbij was gegaan? - Dat wat je het laatste zei was volkomen overbodig, omdat Ik wel weet wie Ik opzoek en wanneer Ik hem tot zijn heil opzoek, en daarbij kan van verdienste in 't geheel geen sprake zijn; want nog altijd ben Ik zonder naar verdienste te vragen, maar enkel door de liefde die Mij aantrekt, naar de mensen toe gekomen. Maar als Ik er dan eenmaal ben, moet men zoiets niet uit een soort aardse beleefdheid vragen, maar blij zijn vanwege het feit dat Ik Mijn intrek heb genomen!
[5] Ik weet heel goed hoe het er in je hart uitziet, en dat jij werkelijk een grote liefde voor Mij voelt en grote vreugde omdat Ik hier ben; maar Ik zie niet graag dat de mensen, als ze Mij eenmaal hebben herkend, naar de eigenlijke redenen voor Mijn komst vragen en die dan als beloning voor een of andere verdienste beschouwen.
[6] Kijk eens naar al Mijn leerlingen hier! Waardoor hebben zij verdiend dat Ik steeds in hun nabijheid ben en hen inwijd in alle geheimen van de hemelen? Ik zeg je: nergens door! Ze hebben liefde voor Mij, en die liefde bindt hen vrijwillig aan Mijn persoon. En als die liefde zou verkoelen zouden ze zich eveneens vrijwillig van Mij afkeren, om achter dingen aan te gaan waar hun liefde, die hen van Mij deed afkeren, hen naartoe zou trekken. Maar in geen geval is er sprake van een of andere verdienste die hen waardig maakt om in Mijn tegenwoordigheid te verblijven. Daarom heb Ik ook steeds gezegd: komt állen tot Mij, die vermoeid en beladen zijn, opdat Ik jullie je lasten afneem! Ik verlang niets anders dan dat jullie Mij daarvoor liefhebben, en dan zal Ik jullie allemaal verkwikken.Wie echter ondanks zijn grote zondenlast niet vrijwillig tot Mij komt, zal Mijn aangezicht nooit kunnen aanschouwen; en hij zal al helemaal niet, zelfs niet door de edelste daden, zonder liefde in zijn hart, een verdienste verwerven die Mij dwingt naar hem toe te komen.
[7] Kijk, Ik zeg je dat allemaal, Raël, opdat de laatste rest van jouw filosofie, die jou gebiedt verdiensten te vergaren om daardoor geestelijk vooruit te komen, in het juiste licht wordt geplaatst, en opdat je weet dat alle verdiensten zonder liefde voor Mij niets voorstellen! -Maar we zullen dat nu laten rusten!'
«« 22 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.