[2] Luister dus: het is jullie toch al lang bekend dat er mensen zijn die een innerlijk in zichzelf gekeerd leven leiden, en mensen die naar buiten streven en zich om het innerlijk, de geest, helemaal niet of weinig bekommeren, maar er alleen naar streven tegenover hun medemensen een zo roemrijk mogelijke rol te spelen.
[3] Als jullie dat bezien, moeten jullie erkennen dat er een streven naar buiten en een streven naar binnen bestaat -geestelijke mensen en wereldse mensen. Beide strevingen hebben, omdat ze aanwezig en derhalve door de geest Gods ingesteld zijn, een middelpunt, waar de twee soorten elkaar raken en in Mijn ogen, die van de Vader, gerechtvaardigd zijn. Beide strevingen kunnen zich echter ook van dat middelpunt -of beter: van het rustpunt van Mijn scheppen verwijderen en dan in verkeerde dingen verstrikt raken.
[4] Voorzover beide strevingen in Mijn ogen gerechtvaardigd zijn, zijn ze te vergelijken met een vrucht, die in zichzelf het levenskrachtige zaad draagt, maar daaromheen de voedende, voor mensen smakelijke en voedzame omhulling heeft. Iedere vrucht toont echter in eerste instantie de tot eten nodigende uiterlijke vorm, en pas een verstandig mens weet het inwendige zaad te verzamelen en te planten, en op die manier met moeite en werk nieuwe, vruchtdragende bomen en struiken te kweken.
[5] Kijk, zoals de natuur jullie reeds leert hoe te werk wordt gegaan om de lichamelijke mens te voeden, zo gebeurt het ook met de geestelijke mens! Er moet een vrucht geschapen worden, die zaad en eetbaar voedsel biedt. Maar omdat dat voedsel niet alleen de mens toekomt, maar tevens het hele universum, moeten er ook speciale wegen bewandeld worden. Omdat verder aan de mensen een vrije wil is gegeven, kunnen zij zich echter ook verwijderen van het juiste scheppingspunt, van waaruit beide richtingen werden uitgezet. Uit het volgende zullen jullie dat veel gemakkelijker begrijpen.
[6] De eerste mens, die zo geschapen werd dat hij, in de juiste evenwichtigheid, als het ware zowel zaad als voedsel in zich droeg, was Adam. Hij was niet in alle opzichten de eerste mens, maar wel de eerste mens die bestemd was om uit vrije, eigen aandrang vooreerst de kern van Mijn woord in zichzelf te bewaren, te vermenigvuldigen en vrijwillig door te geven. Hij was de eerste vrije mens en had daarmee in zichzelf de mogelijkheid zich scheppend te ontwikkelen. Aan alle overige wezens voordien was alleen de kracht begrensd in Mij gegeven, die zij echter niet uit zichzelf zodanig vrij konden gebruiken als Adam. Daarom stonden ze enkel in de wijsheid, die hun was gegeven, maar niet in de liefde, die zij vrij uit zichzelf moesten ontwikkelen.
[7] De nakomelingen van Adam ontwikkelden zich nu aldus naar buiten en naar binnen. Naar buiten diegenen, die ertoe bestemd waren het grote aantal belichaamde wezens te worden die, ingesloten in het vlees, het voedsel, dat het zaad omsluit en verbergt, in zich op moesten nemen -om zodoende zelfstandig te worden, dat wil dus zeggen: te leren van degenen die de meest innerlijke stam vormden en de leer behoedden, en dan te leren om zich in de liefde te warmen, ieder naar zijn eigen aard.
[8] Alle mensen die leven zijn immers reeds als geschapen geesten voorhanden, en ontstaan dus niet pas als volkomen nieuw geboren in de geest, zoals jullie weten. Het doel van hun bekleding met een stoffelijk lichaam is echter enkel en alleen dat ze hun vrije zelfbestemming niet vanuit de wijsheid bereiken, waarin ze immers vanaf het allereerste begin zijn geschapen, maar vanuit de liefde, die zich nu in Mij belichaamd heeft. Dit doel kan niet bereikt worden als het innerlijke levenszaad ontbreekt, dat steeds op dikwijls zeer kunstige wijze beschermd moet worden tegen ieder verderf.
[9] Die kleine stam nu, die bestemd is om het zaad te vormen, heeft vanaf Adam uit slechts weinigen bestaan en is in het volk der joden in stand gebleven. Alle overige volkeren kunnen min of meer als uiterlijke vrucht worden beschouwd, om te dienen als voedsel voor degenen die vanuit het grote vergaarbekken van oergeesten de weg van het vlees willen gaan. Die oergeesten moeten, wanneer ze eenmaal in het vlees zijn ingekleed, iedere herinnering aan hun eerdere bestaan kwijtraken, opdat zij zich vrij ontwikkelen en niet, gedreven door het bewustzijn van een voorafgaand leven, daar rekening mee houden. Als dat laatste zou gebeuren, dan zou de wijsheid en niet de liefde de drijfveer voor hun ontwikkeling zijn. De wijsheid overweegt, de liefde handelt alleen overeenkomstig geloof en gevoel.
[10] Nu weten jullie dus dat het joodse volk te vergelijken is met het zaad van een vrucht - maar let wel: niet de individuele joodse mensen als zodanig, maar alleen het principe, de geest die in de gemoederen leefde en het volk opvoedde, maar die nu ook voor de zielen bijna geheel en al verloren is gegaan.'
«« 27 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.