De tempeldienaren smeden boze plannen

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 41 / 77 »»
[1] Toen Ik deze woorden had uitgesproken, stond de aan allen bekende Rafaël al naast Mij, en hij begroette Lazarus heel vriendelijk. Deze was op zijn beurt erg verheugd om Rafaël te zien en uitte zijn vreugde in levendige woorden, evenals Mijn leerlingen en verschillende vrienden van Lazarus, die al eerder getuige waren geweest van de uitzonderlijke wonderkracht van de aartsengel.
[2] Nu werd met uiterste snelheid de zaal gereedgemaakt om de aangekondigde gasten te ontvangen, en het werd twee keer zo druk in het hele huis, zodat een gesprek tussen ons moeilijk werd; wij gingen dus naar buiten, om de bedrijvige dienaren van het huis, die de aanwijzingen van Rafaël ijverig en blijmoedig opvolgden, niet te hinderen.
[3] Het is noodzakelijk erop te wijzen dat om reeds aangeduide redenen namelijk vanwege de vrijere geestelijke ontwikkeling van de Mijnen - er geen al te voelbaar ingrijpen van Mijn kracht meer plaatsvond, maar dat alles, wat nu als wonderbaarlijk en buitengewoon aangeduid kon worden, steeds een uiterlijk eenvoudiger, menselijk aanzien kreeg.
[4] Als Ik nu zeg, dat er in de grote zaal van Lazarus en ook in de aangrenzende vertrekken binnen ongeveer een half uur tafels werden neergezet, waaraan enkele honderden mensen gevoed moesten worden, en dat in bijna dezelfde tijd ook de spijzen voor hen allen werden klaargemaakt, zal men inzien dat zo'n werk ook door zeer ijverige dienaren, waarvan er ongeveer twintig ter beschikking stonden niet tot stand gebracht kan worden; want het klaarmaken van de spijzen alleen al kost bij een natuurlijke gang van zaken meer tijd. Toch was alles zonder zichtbare buitengewone hulp voor elkaar gekomen, alleen leek het personeel heel behendig te zijn.
[5] Met deze opmerking moet duidelijk gemaakt worden dat het naderen van de grootste gebeurtenis der tijden zonder buitengewoon ingrijpen werd voorbereid; want zelfs het opwekken van Lazarus kwam de aanwezigen wel hoogst wonderbaarlijk voor, maar toch niet zo overweldigend als bijvoorbeeld het veranderen van woeste streken in vruchtbaar land, en andere dingen.
[6] Deze opwekking vormde echter het sluitstuk van Mijn ambt als leraar en leidde de oogst ervan in.
[7] Wie begripsvermogen heeft en zich inspant om wakker van geest te zijn, laat die het begrijpen! Wie nog in het graf ligt, laat hij de steen daarvan afwentelen, opdat de dode Lazarus opgewekt wordt en eruit komt. Amen!
[8] Toen wij buiten voor het huis stonden, zagen wij op de weg vanaf Jeruzalem al een groot aantal mensen komen, die Bethanië als doel hadden gekozen. Het waren Joden, aan wie verteld was dat Lazarus weer levend was geworden, en die zich daarvan wilden overtuigen. Ze kwamen dichterbij, en toen ze Lazarus en Mij zagen, haastten ze zich met snelle pas naar ons toe en keken vol verbazing naar ons beiden, de opgewekte en de Opwekker.
[9] Lazarus zei op vriendelijke toon tegen hen: 'Beste vrienden, jullie staan verbaasd en begrijpen niet dat ik leef, terwijl ik toch zichtbaar en heel zeker gestorven was; maar jullie weten dat bij God geen enkel ding onmogelijk is, en Hij, die alles tot leven brengt, zal toch ook dit aardse stof wel weer tot leven kunnen wekken, ook al was het leven eruit verdwenen. Kijk, ik leef werkelijk, en hier staat Degene die mij opnieuw tot leven riep! Kunnen jullie er nu nog aan twijfelen dat de kracht Gods dat allemaal tot stand brengt -de kracht die in Hem, de Messias, waarlijk leeft en zich manifesteert? Waarlijk, wie nu nog twijfelt, lijkt op een zeer harde steen, die niet anders bewogen kan worden dan alleen door middel van uiterst ruwe krachten om hem uiteen te doen vallen en waarlangs het water naar beneden stroomt, zonder er ook maar het kleinste deeltje van los te maken.
[10] Jullie zijn gekomen om mij te zien. Bekijk mij nu dan, en overtuig je ervan dat ik werkelijk leef! Maar ga daarna naar deze Meester van al het leven toe en laat jullie opwekken tot het ware leven en het ware kennen van alle geheimen Gods, die Hij in de Mensenzoon voltrekt; want de tijd is nabij gekomen dat de goeden en de slechten gescheiden worden en de tarwe van het kaf gezuiverd moet worden, opdat die tarwe uitgezaaid wordt om zich te vermeerderen tot een rijke vrucht!'
[11] Deze woorden sprak Lazarus vol bezieling en in Mijn naam, zodat de Joden diep geraakt werden en zich rond Mij en de Mijnen schaarden en verlangden om onderricht te worden. Dat gebeurde ook.
[12] Maar er kwamen nog steeds meer mensen uit de stad, zodat er weldra bijna duizend mensen waren, die zich allemaal overtuigden van het wonder en God, die in Mij zulke wonderen deed, luid prezen en loofden.
[13] Toen de gemoederen nu langzaam bedaarden, gaf Ik Lazarus een wenk, en hij verzocht alle aanwezigen met hem mee te gaan. En ze volgden hem allemaal naar de kamers, waar het grote feestmaal voorbereid was.
[14] Dat verliep niet op ongewone wijze, zodat daarover niets bijzonders mee te delen valt. Alleen dient vermeld te worden dat niet Mijn naaste leerlingen, de twaalf apostelen, de rol vervulden van het onderrichten en beleren van de vele joden, die door nieuwsgierigheid werden gedreven, maar dat de andere leerlingen en aanhangers dat deden, die Mij al lange tijd volgden en eveneens goed onderricht waren in Mijn leer.
[15] Wij - dat wil zeggen Lazarus met zijn zusters en de apostelen, evenals vanzelfsprekend Ikzelf zaten wat afzijdig aan het einde van de zaal. Lazarus bracht nu de vraag naar voren, wat de Farizeeën nu van plan waren te doen, nadat de grote honden hen zo vreselijk hadden aangepakt en hen naar jeruzalem hadden teruggejaagd.
[16] Ik zei tegen hen: 'Die zijn onmiddellijk naar de tempel gerend en hebben daar hun collega's bij elkaar geroepen. Ze houden nu een grote vergadering met elkaar en brengen hun klachten naar voren, die erop neerkomen dat hier een groot bedrog aan de gang is.
[17] Er wordt veel heen en weer gepraat tussen de leden van de Raad; want er zijn er velen bij die zich overtuigd hebben van de feitelijke wonderen. Ook is er bericht binnengekomen van de Farizeeën die wij bij Mucius hebben getroffen, die vertellen dat het gebied bij de Nebo wezenlijk veranderd is, en dat ze een handelskaravaan hebben ontmoet die verslag deed van de wonderen die bij Afek hadden plaatsgevonden. Al die dingen had Ik gedaan -zoals onbetwistbaar geloofwaardige mensen verklaard hadden -zodat het, als die dingen op waarheid berustten, niet onmogelijk was dat Lazarus gestorven en opgewekt was; want hele gebieden te veranderen was toch nog wel een groter werk dan een lichaam, dat alleen maar ontzield was, weer tot leven te brengen.
[18] Nu ontstaat er een felle strijd; want de Farizeeën die Mij vijandig gezind zijn proberen die berichten zo te verklaren dat er bedrog in het spel is. Dan komen ze echter in strijd met de vrienden van de uitgezonden Farizeeën, die ervoor willen instaan dat die zich niet laten misleiden, omdat zij als bijzonder nuchter denkende mensen ook bijzonder geschikt zijn om te onderzoeken en de opdracht daarom ook aan hen was toevertrouwd.
[19] Nu staat er een van de eerste schriftgeleerden op, die zegt: 'Het lijdt geen twijfel dat deze man grote wonderen doet, en om die reden heeft de tempel dan ook al veel moeite gedaan hem voor zich te winnen, maar steeds zonder succes. Maar het is even zeker dat hij steeds tegen de dienaren heeft geijverd en de minachting bij het volk ten aanzien van ons, de dienaren Gods, tot het uiterste heeft gedreven.
[20] Als wij echter in vrede met de Romeinen willen leven, is het absoluut noodzakelijk dat het volk ons blindelings gehoorzaamt; want het is de plicht en de taak van de tempel om het te leiden. Daarom adviseer ik dat wij die Jezus van Nazareth zo snel mogelijk als volksopruier proberen te grijpen en aan het gerecht van de Romeinen overleveren, en dat wij van hen verlangen dat hij volgens onze tempelwet gestraft en onschadelijk wordt gemaakt.'
[21] Kajafas, de hogepriester, zegt: 'Als de Romeinen niet de baas waren in dit land, lag die man allang in boeien; maar hij heeft zelfs onder de hoogste Romeinen machtige vrienden die hem zullen beschermen. Daarom moet er een gelegenheid worden gezocht dat hij zichzelf aan ons overlevert door een of andere daad, die ons het recht geeft in te grijpen en waarop het strafrecht van toepassing is. Maar hij is slim genoeg om niet tegen de Romeinen, maar alleen tegen ons te ageren; daarom is hij gevaarlijker dan ieder ander die onmiddellijk door de Romeinen als volksopruier gegrepen en berecht zou worden.'
[22] Nicodemus, die ook aanwezig is, om wellicht een woord ten gunste van Mij in te brengen, zegt: 'Beste vrienden,jullie weten toch dat een groot deel van het volk Jezus aanhangt; want van de velen die hij gezond heeft gemaakt, is hier misschien maar het kleinste deel bekend geworden. Zou het niet beter zijn om hem aan het volk over te laten vanwege zijn wonderkracht, die toch een grote zegen verspreidt?'
[23] Nu steekt er een storm van verontwaardiging op in de Raad vanwege die ongehoord onredelijke suggestie, en onze Nicodemus moet heel veel scheldwoorden en verdachtmakingen aanhoren, omdat hij de Hoge Raad zo'n voorstel kan doen. Hij hoort het allemaal echter heel gelaten aan; want Ik gebied hem nu in zijn hart om te zwijgen en zich hierheen te begeven.
[24] Kajafas spreekt nu weer, nadat de rust is weergekeerd: 'Werkelijk, jullie weten niets en denken ook nergens over na! Het is voor ons allemaal beter dat die man sterft voor het volk, voordat het hele volk te gronde gaat. En daarom beveel ik dat iedereen erop bedacht moet zijn om de juiste gelegenheid te zoeken, waar ik over sprak; want wat gebeuren moet, laat dat gauw gebeuren!'
[25] De leden van de Hoge Raad zijn het met deze woorden eens en sluiten hun vergadering. Nicodemus verwijdert zich echter stil en onopgemerkt en zal hier weldra aankomen.
[26] Kijk, nu weten jullie hoe het er daar beneden in de tempel uitziet; maar maak je geen zorgen! Ze kunnen hun plannen niet eerder uitvoeren dan wanneer Ikzelf Mij in hun handen over geef!'
«« 41 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.