[2] Ik zei: 'Wat er moet gebeuren, ligt in de wil van de Vader. Zijn wil geschiede; maar de Zoon heeft te gehoorzamen! Maak je dus niet druk om wat niet jouw verantwoording is, maar zorg dat ook jij steeds beter de wil van jouwen Mijn Vader leert kennen!'
[3] Lazarus vroeg Mij: 'Heer, bent U dan niet de Vader?'
[4] Ik zei: 'Dat ben Ik wel, en toch komt nu de tijd dat de Vader in Mij Zich moet terugtrekken, opdat de Zoon in vrijheid beslist. Wat Ik jullie zojuist onthulde van wat daar beneden in de tempel gebeurt, is de eerste stap, opdat de Zoon Zijn besluit neemt. En geloof Mij, Hij heeft Zijn besluit reeds genomen, opdat het volk niet ten onder gaat! Maar vraag nu niet verder, maar zorg dat het de aanwezigen aan niets ontbreekt; want zij zijn voor het laatst in Mijn aardse nabijheid als kinderen, voor wie Ik lichamelijk zorg!'
[5] Lazarus vroeg bezorgd: 'Heer, wilt U ons dan weer verlaten?'
[6] Ik zei: 'Ja, morgen in alle vroegte zal Ik je weer verlaten en niet eerder terugkomen, dan om het grote paaslam te bereiden! ,
[7] Lazarus meende nu dat Ik, net als vroeger, in de winter langer bij hem zou kunnen blijven.
[8] Ik antwoordde hem: 'Je weet toch wat de tempel van plan is; maar Ik wil niet dat de Mijnen omwille van Mij lastig gevallen worden. Daarom ga Ik hier weg -naar een plaats waar Ik tot de paastijd rustig kan blijven; zo geschiede het! ,
[9] Daarop zei Lazarus niets meer; en als huisheer ging hij snel kijken of de vele gasten wel goed bediend werden.
[10] Het duurde niet lang voor Nicodemus bij ons kwam en verslag deed van wat daarbeneden in de tempel was voorgevallen, wat natuurlijk precies overeen kwam met wat Ik had gezegd. Hij was aanvankelijk bang vanwege de vele aanwezigen, van wie hij er velen heel goed kende, maar Ik stelde hem gerust en gaf hem de verzekering dat geen van deze mensen hem zou verraden.
[11] Over deze avond, die van grote betekenis werd door het feit dat alle aanwezigen zich bij Mij en Mijn leer aansloten, valt verder niets te berichten wat niet al op soortgelijke wijze bij eerdere gelegenheden was gebeurd; daarom kan er aan deze hele aangelegenheid voorbijgegaan worden, aangezien het belangrijkste al gezegd is.
[12] Het hele gezelschap bleef tot zonsondergang bij Lazarus bijeen, waarna ze van hem en van Mij afscheid namen met woorden van hartelijke dank en weer naar Jeruzalem terugkeerden om het wonder daar nog verder te vertellen, zodat Lazarus de volgende dagen niets anders te doen had dan aan de algemene nieuwsgierigheid en bewondering te voldoen door zichzelf te laten zien. Daarbij liet hij niet na ijverig naar Mij en Mijn woord te verwijzen, en hij verzweeg ook niet -tot groot ongenoegen van de tempel -hoe de Farizeeën zich op zijn bezittingen hadden gedragen en hoe ze hun trekken thuis hadden gekregen, zodat de spotlust van de Joden volledig de vrije loop kreeg. Dat ook die aangelegenheid er sterk toe bijdroeg om het aanzien van de Farizeeën te ondergraven en de hebzucht van de tempel heel duidelijk aan te tonen, ligt voor de hand, en om die reden rijpte in de Raad dan ook langzaam het besluit om ook hem uit de weg te ruimen; dat zou hun ook zeker gelukt zijn, als Lazarus niet zo goed beschermd was geweest door zijn honden, die betere wachters waren dan elke aardse lijfwacht van een vorst.
[13] Toen de inwoners van de stad ons hadden verlaten, vroeg Ik Lazarus om goede rustplaatsen voor ons te laten klaarmaken, opdat de Mijnen, die Vandaag allemaal zo goed voor Mij hadden gewerkt, uit voorzorg rust konden nemen en morgen fris en gesterkt zouden zijn.
[14] Ik zei ook tegen alle leerlingen die Mij volgden, dat iedereen die naar de Zijnen wilde terugkeren, dat kon doen; want Ik zou Mij nu uit de wereld terugtrekken en Mijn aanwezigheid tot Pasen geheimhouden. Wie dus dingen te doen had die hem belangrijk leken, of gedurende de winter die nu zou invallen bij de zijnen wilde blijven, kon daar naartoe gaan, vergezeld van Mijn zegen.
[15] Er meldden zich velen, toen ze hoorden dat het met Mijn zegen was, als ze gingen. Alleen de twaalf apostelen en nog ongeveer twintig personen die niet van Mij wilden scheiden, bleven over om Mij te volgen, waar Ik hen ook heen zou leiden. Ik zegende dan ook hen die weggingen, zoals Ik beloofd had, en spoorden allen aan om stevig aan Mijn woord vast te houden en dat verder te verbreiden. Tegen de tijd van het Paasfeest zouden ze Mij hier terugvinden, waar ze Mij hadden verlaten.
[16] Wij rustten die nacht in vrede, en in alle vroegte verzamelde Ik de Mijnen nogmaals om Mij heen en nam kort afscheid van degenen die achterbleven: van Lazarus, zijn zusters en zijn hele huis, die Mij zeer node lieten gaan, maar door Mijn toezegging dat Ik tegen Pasen weer bij hen zou zijn, helemaal getroost en gerustgesteld werden.
[17] Wij gingen nu snel het plaatsje Bethanië uit en liepen over de weg naar Jericho.
[18] Wat er nu gebeurd is in de tijd tot Mijn terugkeer naar Bethanië, is dat de méns Jezus van Nazareth zich op de voorgrond plaatste, doordat nogmaals al het aangename van het leven op Hem afkwam, opdat de méns Jezus in vrijheid het besluit zou nemen tot de nu noodzakelijk geworden offerdood. Het is nu nog te vroeg om die dingen te onthullen. Alleen een geslacht dat volledig tot het wezen van Mijn liefde doorgedrongen is, zal dat kunnen begrijpen. Nu zou het als onwaar gekenschetst worden. Daarom ga Ik nu voorlopig aan die dingen voorbij en zal Ik alleen het meer historische aanroeren.
«« 42 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.