[2] Het innerlijke gedachten-, gevoels en driftleven van de overgegane ziel moet op het nieuwe bestaansniveau door onderricht en ervaring verder ontwikkeld worden en in goddelijke zin worden gezuiverd en vervolmaakt. Dat is de taak van zowel de ziel als van de geestelijke helpers die geroepen zijn haar behulpzaam te zijn -wat geen nieuwe opdracht voor hen is, maar slechts de zinvolle voortzetting van hun vroegere aardse vormingswerk.
[3] Daarmee komt het 'rusten en slapen van de doden', waar de volksmond en de opschriften op grafstenen over spreken, in een nieuw licht te staan.
[4] De toestand van de overgegane zielen, die de wereld achter zich hebben gelaten en niet meer over stoffelijke zintuigen beschikken, kan inderdaad ogenschijnlijk als een 'rusten' en 'slapen' aangeduid worden. Hun gedachten-, gevoels en driftleven komt volledig overeen met het fantasieleven van onze dromen. Zoals onze ziel tijdens onze aardse, nachtelijke dromen met haar fantasie de meest uiteenlopende innerlijke en vaak zeer levendige droombelevingen en droombeelden schept, kan en doet zij dat ook in deze nieuwe toestand aan gene zijde, waarin zij van haar lichamelijk omhulsel bevrijd is.
[5] Het volgende is echter zeer wezenlijk en belangrijk: dit fantasie en droomleven wordt aan gene zijde niet aan de willekeur van de ziel overgelaten, maar wordt door de leidende geesten en engelen wijs beïnvloed en tot een actief innerlijk leven gevormd. Door zinvolle gebeurtenissen en indrukken wordt de ziel van de ene ervaring naar de andere geleid op precies dezelfde wijze als in het aardse leven. Zo wordt de ziel tot het licht van hogere inzichten gevoerd. Soortgelijke dingen beleven en ervaren sommige mensen toch ook reeds aan deze zijde tijdens heldere dromen die door hun beschermgeesten bewerkstelligd worden. En op die manier -als het ware door versterkt en voortdurend visionair te dromen -moeten de zielen nu ook in deze nieuwe school aan gene zijde leren om de oude, slechte zelfgenoegzaamheid en zelfzucht van het gevallen wezen te overwinnen en de liefde tot God en de daadwerkelijke naastenliefde tot gebod en grondslag van hun leven te maken.
[6] Zo mogen de zielen door de erbarmende liefde en wijsheid van de hemelse Vader innerlijke, geestelijke ervaringen opdoen, die deels een aangenaam en vreugdevol en deels een pijnlijk en schrikwekkend karakter hebben, terwijl zij als in een droom in de laagste of middelste regionen van de geestelijke wereld leven. Dit alles duurt voort totdat de ziel door dit geestelijke 'vagevuur' gelouterd is en uit haar droomleven ontwaakt om naar de lichte, zuivere sferen van de zaligen op te stijgen.
[7] De in dit boekje beschreven taferelen en belevenissen van overgegane zielen zijn dus geen 'reële' werkelijkheid, maar moeten slechts als geestelijke, door de beschermengelen beïnvloede droomervaringen opgevat worden. Alleen de aan het slot beschreven 'arme man' mag, als een reeds op aarde in deemoed en liefde zeer gerijpte ziel, onder leiding van de Heer Zelf direct tot de zuivere geesten en hemelwereld opstijgen en de zalige werkelijkheid van de hemelen zien en beleven.
[8] De uitgever
[9] Tijdens het schrijven van deze 'stervenstaferelen' ontving Lorber tussendoor een mededeling die het begrijpen van de beschreven taferelen moet vergemakkelijken en die vanwege het belang ervan hier aan het begin wordt geplaatst. Deze mededeling is ook bedoeld als antwoord op de af en toe geuite kritiek dat bepaalde taferelen en zegswijzen onverenigbaar zouden zijn met de goddelijke inspiratie van de;~e dictaten. Men dient eraan te denken dat een ziel, vóór zij met haar geest één is geworden, niet anders kán denken, spreken en handelen dan op aarde. Uit deze mededeling nemen wij hier de volgende zinnen over:
[10] 'Dat sommige taferelen hier qua beeld en woorden weergegeven zijn zoals ze in de geestenwereld werkelijk plaatsvinden, gebeurt om de lezer inzicht te geven in het feit dat de mens na het afleggen van zijn aardse lichaam precies dezelfde mens blijft met zijn taalgebruik, zijn meningen, gewoonten, zeden en gebruiken, neigingen en hartstochten. Dat geldt ook voor zijn daaruit voortvloeiende spraak en zijn handelwijze, zoals die in zijn aardse leven plaatsvonden. En dit blijft allemaal zo, zolang hij niet de volledige wedergeboorte in de geest heeft bereikt. Daarom heet deze toestand na de overgang de 'natuurlijk-geestelijke toestand', terwijl een volledig wedergeboren ziel zich in de 'zuiver geestelijke toestand' bevindt. De weergave van de omgeving laat altijd zien hoe de geesten innerlijk hoofdzakelijk geaard zijn' .
«« 0 / 15 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.