Het plotselinge einde van een wuft meisje

Jakob Lorber - Over de drempel van de dood

«« 6 / 15 »»
[1] 6 augustus 1847
[2] Hier volgt nog een vroegtijdige dood, en wel van een jong meisje dat erg modezot was en zich op een bal teveel aan het dansen overgaf om daarmee een jonge, rijke bruidegom in te palmen. Maar in plaats daarvan danste zij zich een vroege dood in.
[3] Een jong, qua lichaam buitengewoon bevallig meisje van negentien jaar werd uitgenodigd voor een voornaam gezel­schapsbal, welke uitnodiging zij natuurlijk met toestemming van haar ouders heel bereidwillig aannam. Onmiddellijk wer­den de modewinkels grondig doorzocht, waar gelukkig onder duizend artikelen toch nog één artikel te vinden was dat onze uitgenodigde schone beviel. Nu ging het naar de belangrijkste modekleermaker met de bedoeling de jurk niet alleen volgens de laatste Parijse of Londense, maar zo mogelijk volgens de laatste Madrileense of New Yorkse mode te laten maken. Want op zo'n stralend bal moest men toch met iets buitenge­woons verschijnen, om daarmee groot opzien te baren en als een uitzonderlijke verschijning beschouwd te worden!
[4] De kleermaker zag de opdracht met angst en beven tege­moet, want hij kende zijn cliëntèle wel en wist hoeveel kapso­nes deze bij zulke gelegenheden had. Hij deed dus zijn uiter­ste best en maakte werkelijk een meesterstuk van een baljurk, tot volle tevredenheid van zijn klant. De jurk kon zonder kor­set gedragen worden en toch met veel fijne elastische banden het lichaam zo strak samentrekken, dat onze heldin rond haar middel dunner was dan om haar slanke hals­
[5] Deze New Yorkse modieuze japon was echter de oorzaak van haar vroege en vrijwel plotselinge dood; want toen ze op het bal de koningin van schoonheid en gratie was, danste ze zo veel met een jonge, rijke aap, die buitengewoon bij haar in de smaak viel, dat daardoor in haar te sterk samengeperste longen een groot bloedvat sprong en zij als gevolg van het daardoor ontstane hevige bloedverlies binnen enkele minuten een lijk was.
[6] Toen zij op de dansvloer in elkaar zakte en er een stroom bloed uit haar rozenmond golfde -tot ontzetting van de tal­rijke, ook niet zo losjes ingesnoerde meisjes en dames -scho­ten natuurlijk haar ouders, verwanten en artsen toe, rukten haar de kleren van het lijf, goten ijskoud water over haar heen en gaven haar medicamenten, die zij echter, aangezien ze vol­komen dood was, natuurlijk niet meer kon innemen.
[7] Iedereen huilde en weeklaagde luid. De ouders en de rid­derlijke aap van een aanbidder trokken zich van wanhoop de haren uit het hoofd. Anderen vervloekten zo'n noodlot en weer anderen beklaagden de ongelukkige. Velen verlieten de danszaal en namen een heilzame schrik mee naar huis, die natuurlijk niet meer uitwerking had dan bij mussen die door een geweerschot van het dak gejaagd worden.
[8] Hier in dit geval zullen wij in de geestenwereld niet veel van belang te zien krijgen; maar desondanks moeten jullie zien, hoe dergelijke overgangen naar de geestenwereld er uitzien.
[9] Kijk, daar ligt onze heldin nog in elkaar gedoken op de met bloed besmeurde grond, en op enige afstand zien jullie een engelgeest staan, die de armen voor zijn borst heeft gekruist. ­Zijn gelaat verraadt droefheid, d.w.z. een soort weemoed, die zo'n beschermgeest voelt bij zulke gevallen van opperste dwaasheid van de mensen, als hij hun met al zijn zorg niet kan helpen.
[10] Maar wat zal deze treurende engel hier nu doen? Kijk, hij gaat naar het meisje toe, dat ook in de geestenwereld als een lijk zichtbaar is. Nu is hij bij haar en zegt: 'O, jij dwaas wezen! Wat moet ik bij jou nu opwekken, aangezien alles aan jou dood is, waar ik ook kijk! O Heer, zie genadig op haar neer! Hier is de kracht die U mij verleend hebt niet toereikend; strek daarom Uw almachtige hand uit en doe met deze dwaze vrouw naar Uw welbehagen!'
[11] Kijk, daar komt al een andere, heel vurige engel! Nu is hij er, en zie, zijn vuur grijpt de dode aan en verteert haar in een oogwenk tot as (in de natuurlijke wereld kan dat niet worden opgemerkt, omdat deze handeling alleen het zielenlichaam betreft) .Nu begint er in de as iets te bewegen. De engel bidt boven deze as. De laatste woorden van zijn gebed zijn: 'Heer, Uw wil geschiede!'
[12] Daarna verlaat de tweede engel de as, die steeds sterker beweegt; maar de eerste engel blijft. Dit bewegen is niets anders dan het zich opnieuw rangschikken van de geheel ver­woeste, verstrooide en volslagen ontredderde zielendeeltjes, wat nu rechtstreeks door Mijn kracht gebeurt. Nu zal ook direct blijken, hoeveel en wat er van de ziel van dit meisje nog over is gebleven!
[13] Kijk, nu stijgt er een donkergrijs wolkje op! Het wolkje krijgt steeds meer vorm. -En kijk, daar zien we al een gedaan­te, die jullie stellig met niets soortgelijks op aarde kunnen vergelijken. Het hoofd lijkt op dat van een vleermuis, het lichaam lijkt op dat van een reusachtige sprinkhaan, de han­den zijn als ganzenpoten, en de voeten lijken op die van een ooievaar! -Hoe bevalt jullie deze mode nu, als vrucht van die wereldse mode? -De mode doet er echter niet zo erg veel toe; maar dat deze dwaze vrouw, bijna als een zelfmoordenares, misschien nooit de lichtgebieden van de hemel zal betreden, dat is iets anders!
[14] Er zullen waarschijnlijk enkele honderden jaren verlopen, voordat zij weer een menselijke gedaante zal krijgen, en wel alleen op een heel pijnlijke manier! Daarna zal zij in het gees­tenrijk zijn wat albino's bij jullie zijn, namelijk lichtschuw.
[15]
[16] Verder is hier niets meer te zien en te Ieren, daarom de vol­gende keer een ander voorbeeld.
«« 6 / 15 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.