[2] Een vooraanstaand burger van Jeruzalem liet dat huis daar bouwen als herberg, omdat de Nazareners tussen Nazareth en Jeruzalem nog geen onderkomen hadden.
[3] Terzelfder tijd was Maria, die in de Tempel was opgevoed, volwassen geworden, zodat volgens de Wet van Mozes het tijdstip was aangebroken, waarop zij de Tempel moest verlaten en elders goed moest worden ondergebracht.
[4] Daarom werden er naar alle plaatsen in Judea boden uitgezonden, die een en ander moesten bekend maken, opdat eventueel in haar geïnteresseerde huisvaders zich zouden melden, zodat een van hen het meisje in zijn gezin zou opnemen, mits hij daartoe waardig bevonden zou worden.
[5] Toen dit bericht nu ook Jozef ter ore kwam, legde die zijn gereedschap dadelijk ter zijde en haastte zich met spoed naar Jeruzalem, waar hij zich naar de plaats van bijeenkomst in de Tempel begaf, die hem was opgegeven.
[6] En toen degenen, die zich als gegadigden hadden opgegeven, drie dagen later opnieuw op de daartoe bestemde plaats waren bijeengekomen, ...en nadat ieder van hen, die naar Maria dongen -overeenkomstig het desbetreffende voorschrift -aan de priester aldaar een verse tak lelies had overhandigd ten teken dat hij in Maria was geïnteresseerd, ...ging de priester het binnenste van de Tempel binnen om daar te bidden.
[7] Toen hij zijn gebed beëindigd had, kwam hij weer met de takken naar buiten, en hij gaf aan ieder van hen diens eigen tak terug.
[8] AI die takken waren nu echter verlept geraakt; alleen de -als laatste -aan Jozef teruggegeven tak was nog fris en gaaf gebleven. ..!
[9] Enkelen van hen lieten zich daardoor echter opwinden; zij noemden deze uitslag partijdig en dus ongeldig! Ze eisten dan ook een andere proef, waarbij onregelmatigheden feitelijk zouden zijn uitgesloten. .
[10] De priester, hierdoor min of meer geïrriteerd, liet nu onmiddellijk Maria halen. Hij gaf haar een duif in de hand en verzocht haar in het midden van de kring van mededingers te gaan staan en daar de duif dan los te laten. 11. Maar, voordat zij de duif zou mogen loslaten, sprak hij eerst de mededingers nog als volgt toe: 'Pas op jullie, verkrachters van Jehova Gods aanwijzingen! ...: Deze duif is een argeloos en volkomen onschuldig diertje, ongevoelig voor eventuele suggesties van onzen kant. ..;
[12] maar leeft helemaal in overeenstemming met de Wil des Heren en verstaat niets anders dan de almachtige Taal van God!...
[13] Steekt allemaal jullie takken nu omhoog! Op wiens tak, en op wiens hoofd vervolgens deze duif zal plaatsnemen, nadat het meisje hem zal hebben losgelaten, hij zal Maria mogen nemen.
[14] Alle vergaderden stemden nu hiermee in en vonden dit een onbedrieglijk teken.
[15] Toen dus Maria -op aanwijzing van de priester -de duif losliet, vloog deze onmiddellijk naar Jozef toe en liet zich neer op diens tak, om vervolgens aanstonds op het hoofd van Jozef plaatste nemen!. ..
[16] Nu zei de priester: 'Zo heeft de Heer het dus inderdaad gewild! Aan jou, rechtschapen ambachtsman, is het dus door het onfeilbaar Lot beschoren deze maagd des Heren te mogen ontvangen! Neem jij haar dus in de N aam van de Heer in je deugdzame gezin op, ter verdere bescherming en begeleiding ! Amen.'
[17] Maar Jozef, dit alles horende, gaf nu de priester ten antwoord: ' Ach, gezalfde dienaar van de Heer. .., volgens de Wet van Mozes. .., die trouwe dienaar van God, de Heer der Heerscharen. .., ach weet U: ik ben al een grijsaard met thuis volwassen zonen! Ik ben alreeds geruime tijd weduwnaar (zie noot 5), zodat ik moet vrezen een mikpunt te zullen worden voor de spot van de zonen van Israël, ...als ik dit meisje opneem in mijn huis!
[18] Ik stel dus voor dat U de verkiezing nogmaals overdoet, en dan zonder mij als mededinger; ik zal dan wel naar buiten gaan.'
[19] Maar nu hief de priester bezwerend zijn handen tegen Jozef op en zei: 'Maar Jozef toch! Zou je niet wat meer respect tonen voor God de Heer? ...Of weet je soms niet meer wat God heeft gedaan met Dathan, met Korach en met Abiram? 20. De Aarde spleet open en slokte hen allen op om hun weerspannigheid! Dacht je nu echt dat Hij jou niet iets dergelijks zou kunnen aandoen?
[21] Laat mij je dan dit zeggen: nu je het teken des Heren onfeilbaar hebt zien bevestigd worden, ...nu moet je de Heer beslist gehoorzamen! Hij is Almachtig en Rechtvaardig en weerspannigen en afvalligen zal Hij steeds weten te straffen!
[22] Je hebt alle reden om thuis heel bang te zijn, als je het er niet mee eens zou willen zijn. Steeds zou je jezelf moeten afvragen of de Heer met jou en de jouwen niet wellicht hetzelfde zou kunnen gaan doen als Hij met Dathan, met Korach en met Abiram heeft gedaan.'
[23] N u sloeg Jozef de schrik om het hart, zodat hij dus tot de priester zei: 'Wilt U dan alstublieft voor mij tot de Heer bidden dat Hij mij weer in Zijn genade aanneemt, en dat Hij zich mijner ontfermt. ..En, geeft U mij de Maagd des Heren dan in Godsnaam toch maar mee, zoals Hij kennelijk wil (zie noot 6).
[24] Nu ging de priester dus opnieuw de Tempel binnen, waar hij voor het Allerheiligste voor Jozef bad. Maar de biddende priester kreeg van de Heer ten antwoord:
[25] 'Maak jij die man, dien Ik Mij heb uitverkoren, toch niet zo báng! Want er is in héél Israël geen rechtvaardiger man te vinden dan hij. ..zelfs op de hele wéreld niet!. ..en óók niet voor Mijn Troon in de Hemel der Hemelen! (zie noot 7).
[26] Ga jij nu maar naar buiten en geef dan de maagd, die Ikzelf heb opgevoed aan deze rechtvaardigste van alle mannen op Aarde! ...,
[27] De priester klopte zich nu op de borst en bad: '0 Heer, Almachtige God van Abraham, Izaak en Jacob, wees mij genadig als ik tegen U gezondigd heb, want nu moet ik wel degelijk erkennen dat Gij Uw volk wilt bezoeken!'
[28] En opgestaan, ging hij naar buiten en gaf hij het meisje in de N aam des Heren en met zijn zegen aan de angstige Jozef over. ..
[29] waarbij hij tot hem zei: , Jozef, in de ogen des Heren ben jij een rechtvaardig man; daarom heeft Hij jou uit duizenden uitverkoren!, ga dus in vrede, Amen.'
[30] Nu nam Jozef Maria tot zich en zei: 'De enig-heilige Wil van mijn God en mijn Heer moet dus altijd geschieden! Heer, wat Gij geeft is immers altijd goed; ik neem deze gave dan ook graag en gewillig aan uit Uw Hand! Maar Heer, zegen haar nu voor mij, en mi j voor haar, opdat ik haar voor altijd waardig moge zijn in Uw Ogen! Heer, Uw wil geschiede! Amen.'
[31] Toen Jozef zo tot de Heer gesproken had, voelde hij zich innerlijk gesterkt worden. Hij verliet met Maria nu de Tempel en hij begeleidde haar naar Nazareths grondgebied, waar hij haar zijn schamele woning binnenleidde.
[32] Maar, omdat hem nog veel werk te doen stond, bleef hij niet langer thuis dan strikt nodig was en hij zei dus tegen Maria:
[33] 'Maria, ik heb jou nu wel, in overeenstemming met Gods Wil uit de Tempel van mijn Heer en God bij mij in huis genomen, maar ik kan nu onmogelijk zelf bij je blijven om je te behoeden; ik moet je dus hier wel achterlaten, omdat ik weg moet om een mij gegund bouwwerk gereed te maken. ..: dat huis op die plek, die ik je onderweg heb aangewezen!
[34] Maar dat wil nog niet zeggen, dat je nu helemaal alléén thuis moet blijven! Ik heb namelijk een familielid, een huisbewaarster, die vroom en eerlijk is. Zij zal jou wel in het oog houden, evenals mijn jongste zoon. Gods genade en Zijn Zegen zullen je dus niet alleen aan je lot overlaten!
[35] Ik zal zo vlug als maar enigszins mogelijk is met mijn vier andere zoons naar huis terugkomen, ...en dan zal ik je leidsman zijn op de weg des Heren. Intussen zal God de Heer dus Zelf over jou en mijn huis waken! Amen.'
1 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.