De Romeinse volkstelling. Jozef is verhinderd aanwezig te zijn bij het volksberaad te Jeruzalem. Annas de verrader

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 10 / 302 »»
[1] Twee weken na deze gebeurte­nis werd er te Jeruzalem een breed overleg gehouden. Men had na­melijk van enkele te Jeruzalem woonachtige Romeinen verno­men, dat de keizer van plan zou zijn het gehele joodse volk te laten tellen en registreren.
[2] Dit bericht had bij de joden veel onrust veroorzaakt, omdat het hun verboden was mensen als nummers te tellen (zie noot 21).
[3] Om een en ander te bespre­ken belegde de hogepriester een grote vergadering, waar alle oud­sten en alle beoefenaren van kun­sten en wetenschappen, waartoe Jozef ook gerekend werd, moes­ten verschijnen (zie noot 22).
[4] Maar Jozef, die bouwhout nodig had, had toen juist een zoektocht ondernomen in de bergbossen en was daartoe een aantal dagen van huis.
[5] De bode uit Jeruzalem, die Jozef had willen bezoeken om hem voor die grote vergadering uit te nodigen, trof Jozef niet thuis. Hij gaf daarom aan een van de oudere zonen van Jozef te ver­staan dat deze, zo gauw Jozef thuis zou komen, hem een en an­der zonder verwijl en als zijnde zeer dringend moest mededelen.
[6] Jozef kwam de volgende ochtend al thuis en zijn zoon Joses stelde hem direct op de hoogte van het bericht uit Jeruzalem.
[7] Maar Jozef zei tegen hem: 'Vijf dagen heb ik nu in het ge­bergte rondgesjouwd en ik ben verschrikkelijk moe. Als ik mijn voeten niet eerst een paar dagen rust gun dan zullen ze mij beslist niet veellanger meer kunnen dra­gen. En dat noopt mij om ditmaal geen gehoor te geven aan die op­roep uit Jeruzalem.
[8] Overigens helpt die hele ver­gadering toch geen zier, want de machtige Romeinse keizer, die nu ook al in het land der Scythen zijn scepter zwaait, zal nauwelijks no­titie nemen van ons beraad; wij zullen toch moeten doen wat hij wil! ...Dus blijf ik nu maar fijn thuis.'
[9] Maar drie dagen later kwam er uit Jeruzalem een zekere An­nas, een van de vooraanstaande schriftgeleerden, om Jozef aan de tand te voelen (zie noot 23) ...:
[10] 'Jozef, je bent toch kunst­beoefenaar en kenner van de Schrift en uit de stam van Da­vid. ..Ik moet je vragen: waarom ben je niet naar de vergadering gekomen?
[11] Jozef gaf hem ten ant­woord: 'Weet U, ik was vijf dagen achtereen op bergtocht en wist van die oproep niets af. ..
[12] Toen ik thuiskwam was ik te moe en te zwak om onverwijld naar Jeruzalem te kunnen komen. Bovendien had ik - nog afgezien daarvan -al direct begrepen dat heel die grote vergadering weinig of geen nut zou kunnen hebben.
[13] Terwijl Jozef aan het woord was keek Annas rond en ontdekte ongelukkigerwijs het hoogzwangere meisje.
[14] Stomverbaasd verliet hij het huis en haastte zich met de grootste spoed naaf Jeruzalem.
[15] Toen hij daar buiten adem aankwam ijlde hi j naar de hoge­priester, en sprak tot hem
[16] 'Luister Eerwaarde; dan hoeft u mij niet andermaal te vra­gen, waarom de zoon van David niet ter vergadering is verschenen: ik heb in zijn huis onwaarschijn­lijke gruwelen ontdekt! ...
[17] Die Jozef namelijk, die van God en van U een vertrouwens­votum ontving doordat U hem de maagd des Heren toevertrouwde, heeft zich verschrikkelijk misdra­gen tegen God en tegen U. ,
[18] Deze mededeling had de hogepriester hevig doen schrik­ken; afgebeten en bits vroeg hij Annas: 'Hoe zit dat dan? Spreek de waarheid, en volledig, of an­ders ben jijzelf vandaag nog een man des doods! ...,"
[19] Annas nu weer: 'Hij heeft zich op schandalige wijze vergre­pen aan de maagd Maria die hij, volgens Gods Wil uit deze Tempel onder zijn hoede heeft gekre­gen! ...Haar vergevorderde staat van zwangerschap lijkt mij daar­van een levend getuigenis!'
[20] Maar de hogepriester ver­beterde hem: 'Neen. .., het is vol­ledig uitgesloten dat Jozef dat ge­daan zou hebben...: Of geeft God-zelf soms ook al valse getui­genissen? ! ,
[21] Maar Annas sprak: 'Zendt U er dan Uw meest vertrouwde dienaren maar heen, dan zullen die U er wel van overtuigen dat de maagd onmiskenbaar hoogzwan­ger is! En, als dat niet waar zou zijn, dan mag U mij hier ter plaat­se laten stenigen!'
«« 10 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.