[2] 'Wat staan jullie daar nu zo treurig om Mij heen? Ik heb jullie toch niets misdaan?!
[3] Jou, beste Cyrenius, gaf ik datgene, waarnaar je hart zo dorstte, en dat deed ik jou ook, lieve Tullia! Wat zouden jullie dan verder nog willen?
[4] Van Mij kunnen jullie toch zeker niet verwachten, dat Ik ook maar een goed woord zou over hebben voor een echtbreuk in een huwelijk uit liefde, daar jullie zelf nota bene de doodstraf hebt gesteld op een echtbreuk in een huwelijk uit berekening?!
[5] Dat zou maar een vreemde wens van jullie zijn, of is dan soms wat in het leven gebeurt niet belangrijker dan een verbintenis ten dode?!
[6] Ik vind dus dat jullie er blij mee moeten zijn, dat het zo is. .., en dat jullie er zeker niet om moeten treuren !
[7] Wie echt liefheeft, bemint die met zijn hart of met zijn hoofd?
[8] Toch hebben jullie je huwelijkswetgeving niet gebaseerd op wat jullie hart je ingaf, en wel op je hoofd.
[9] Het echte leven ligt in het hart, en vloeit vandaar door alle menselijke ledematen: zo komt het dan ook nog in het hoofd terecht, dat van zichzelf geen leven heeft, maar dood is!
[10] En als jullie nu jullie verstandelijk tot stand gekomen wetten, die van zichzelf even dood zijn als de hoofden waaruit zij ontspruiten, met de dood heiligt, ... dan is het toch veel vanzelfsprekender om de levende, eeuwige wetten van het hart ook te respecteren!
[11] Weest derhalve blij, dat Ik, die bij jullie de Levende ben, vasthoud aan die levenswetten; want als Ik dat niet zou doen, dan zouden jullie allang slachtoffers van de eeuwige dood zijn geweest!
[12] Daartoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat door Mij alle werken en wetten des doods teniet zullen worden gedaan, en dat daarvoor in de plaats de oude wetten des levens weer in ere worden hersteld!
[13] En als Ik jullie nu tevoren uiteenzet welke de wetten des levens zijn en welke die des doods, ...wat voor reden hebben jullie dan wel om te treuren alsof Ik jullie enig leed berokkend had; en dat jullie bang voor Mij zijn, alsof Ik jullie in plaats van het leven de dood had gebracht?
[14] O, dwazen die jullie zijn! In Mij is het van ouds Eeuwige Leven tot jullie gekomen! Weest daarom blij en nóóit meer bedroefd!
[15] Cyrenius, neem jij de vrouw, die Ik je geef, en jij Tullia, neem jij de man, die ik met ernstige bedoelingen naar jou heb toe geleid! Van nu af mogen jullie elkaar nooit meer verlaten!
[16] Als eens de dood jullie zal scheiden naar het lichaam, dan zal het overblijvende deel weliswaar naar het uiterlijke weer vrij zijn, maar de liefde. ..die moet eeuwig voortduren. Amen!'
[17] Deze woorden van het Kindje brachten allen in de grootste verbazing,
[18] en Tullia zei, bevend van de diepste eerbied:
[19] 'Mensenlief, dit Kind is geen gewoon mensenkind, maar de hoogste godheid zelf!
[20] Zo kan immers een mens niet spreken, alleen een god kan dat! Alleen een god, die zelf beginsel des levens is, kan die wetten des levens kennen en ze in ons tot gelding brengen!
[21] Wij mensen, wij zijn toch des doods. ..; hoe zouden wij dan zelf de wetten des levens kunnen vaststellen en ze ook als zodanig uitvaardigen?!
[22] O, Allerheiligst Kindje. .., nu pas zie ik helder in, wat ik voordien zo schemerig vermoed heb: Gij zijt de Heer van Hemel en Aarde van eeuwigheid! Voor U zijn daarom mijn gebeden voortaan uitsluitend bestemd!'
«« 103 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.