De priesters hebben bedenkingen. Cyrenius neemt de volle verantwoordelijkheid op zich. Een slecht blijk van Romeinse geldzucht. Cyrenius treedt met Tullia in het huwelijk

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 109 / 302 »»
[1] De drie priesters kwamen dus direct en een van hen zei: 'Alleen een gebod van de landvoogd zelf kan ons vandaag aan het spreken krijgen!
[2] Vanmorgen hebben wij na­melijk gezworen om heel de dag geen woord te spreken, en geen hap te eten!
[3] Nu het toch ook al avond ge­worden is, zijn wij echter bereid om­ daartoe genoopt door het ge bod van de landvoogd - zoals gezegd deze eed te breken! Te zij­ner tijd moge hij dan de schuld daarvoor op zich nemen!'
[4] Cyrenius zei echter: 'Ik heb jullie helemaal niet gedwongen; maar als jullie daarover in gewe­tensnood komen, dan zal ik de verantwoordelijkheid graag op me nemen!
[5] Want ik ben in het huis van Hem, die bij dit soort van ver­plichtingen het allerhoogste be­lang heeft! En ik geloof beslist niet dat die verantwoordelijkheid voor mij zo moeilijk zal worden ge­maakt, als jullie je abusievelijk voorstellen! ,
[6] Jozef nu: 'Daartoe is het be­wijsmateriaal al voorhanden! Zeg die drie nu dus maar wat zij voor je moeten doen!'
[7] Nu kwam een van de pries­ters een stap naar voren en vroeg aan Cyrenius, wat de bedoeling was dat zij zouden doen.
[8] Kort en bondig legde Cyre­nius hun zijn plan voor.
[9] Nu zeiden ze alle drie: 'In­derdaad, die wet is geldig, en zo is het ook met wat hier gebeurt; maar wij zijn slechts onderpries­ters, zodat ons getuigenis niet gel­dig zal zijn!'
[10] Nu zette Cyrenius hen uit­een, dat nu er niet één hogepries­ter beschikbaar was, iedere on­derpriester zelfs verplicht was om de hogepriesterlijke taken en rechten uit te oefenen!
[11] De drie priesters nu: 'Dat moge waar zijn, maar, toen wij twee dagen geleden het hoge­priesterlijke ambt zelf wilden uit­oefenen. ..toen hebt U ons ver­vloekt!
[12] Zult U ons straks niet an­dermaal vervloeken, als wij nu weer ten overstaan van U een ho­gepriesterlijke bevoegdheid gaan uitoefenen?'
[13] Ietwat geïrriteerd zei Cyre­nius nu: 'Toen heb ik jullie ver­vloekt, omdat jullie je in strijd met de wet hogepriesterlijke macht toeeigenden!
[14] Maar nu heb je het recht aan je zijde! Handelt dus dien­overeenkomstig dan heb je van mij allerminst een vervloeking te duchten!
[15] Integendeel zelfs! Het is mijn bedoeling jullie een offer ter hand te stellen waardoor jullie toekomstige onderhoud wordt veilig gesteld. En zo'n offer voor Rome wordt niet op de lange baan geschoven!'
[16] 'Dat is best,' zei het pries­terlijk drietal, 'maar, wij beschou­wen ons niet langer als priesters van de goden, en willen met het Romeinse heidendom feitelijk niets meer te maken hebben!
[17] Zal ons getuigenis dan nog wel geldig zijn, als te Rome be­kend wordt, dat wij zijn overge­gaan tot het geloof van Israël?'
[18] Cyrenius antwoordde: ' Jul­lie weten net zo goed als ik, dat je te Rome voor geld elk willekeurig getuigenis kunt kopen!
[19] Doen jullie dus maar wat ik van je vraag. De rest gaat jullie niets aan; Iaat dat dus maar aan mij over.'
[20] Deze garantie bracht de priesters er eindelijk toe om voor Cyrenius het gewenste getuig­schrift op te stellen, en om hem daarbij ook nog te zegenen.
[21] Met deze getuigenverkla­ring in zijn bezit reikte Cyrenius Tullia dan tenslotte de hand en verhief haar tot zijn van nu af wet­tige vrouw.
[22] Daarna gaf hij haar een ring en liet onmiddellijk konink­lijke gewaden voor haar in de stad halen.
«« 109 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.