[2] Direct ging Jozef naar Cyrenius toe en vroeg hem:
[3] 'Wel, doorluchtige vriend en broeder, wat vind je van die dienaren des Heren?'
[4] Cyrenius antwoordde: 'O, verheven broeder, ik zou zeggen dat er tussen hen en de Heer nauwelijks enig onderscheid te maken is; ze zijn even machtig als Hij!
[5] Laatst vernietigde het Kindje met een handbeweging het grote Zeus-monument,
[6] maar deze dienaren vernietigen met een enkel woord een hele berg! - Vertel jij mij dus maar eens waarin dat verschil zit tussen Heer en dienaar!'
[7] Jozef antwoordde Cyrenius: 'Maar vriend, er is een eindeloos groot verschil!
[8] De Heer doet van eeuwigheid alles uit eigen Macht, maar de dienaren kunnen dit soort dingen slechts doen uit de kracht des Heren, en wanneer Hij dat wil!
[9] Is dat niet het geval, dan kunnen zij uit zichzelf even weinig als jij en ik; uit eigen kracht zouden ze nog geen zonnestofje kunnen vernietigen!'
[10] Cyrenius sprak: ' Ja, dat begrijp ik, het is juist en behoeft geen toelichting.
[11] Maar, als de Heer dan alléén alles presteert, en als de dienaren zelf geen krachten hebben, waartoe bestaan ze dan eigenlijk wel?'
[12] 'Beste broeder,' zei Jozef, 'kijk hier is het Kindje. Richt je met deze vraag maar tot Hem. Hij zal je zeker wel het allerbeste antwoord daarop geven!'
[13] Cyrenius deed dit nu en het Kindje richtte Zich op en zei:
[14] 'Cyrenius, jij bent nu een getrouwd man. Je hebt in de afgelopen nacht je vrouw alreeds bevrucht om bij haar nageslacht te verwekken.
[15] Ik zeg je nu dat je nog twaalf nazaten zult krijgen! Maar als je dan straks vader zult zijn van twaalfkinderen, kun je mij dan nu eens zeggen, waartoe die je wel zullen dienen? En waartoe, in het algemeen, je kinderen wilt?!
[16] Zou je zonder hen je werk soms niet goed kunnen doen?'
[17] Nu raakte Cyrenius enigszins in de war, en pas na een poosje zei hij ietwat verlegen:
[18] 'Wat het voorzien in mijn regeringstaak betreft, dat gaat allemaal volgens vaste regels, daar heb ik geen kinderen voor nodig.
[19] Die behoefte aan kinderen is veeleer een machtige drang van mijn hart en die aandrang heet liefde!'
[20] 'Goed,' zei het Kindje, 'maar, als je dus kinderen zult hebben, wil je die dan ook niet liefdevol betrekken in je werkzaamheden, en hun macht toespelen en bevoegdheden, juist omdat het je kinderen zijn?! Zo zul je ze dan toch tot je machtige dienaren willen maken?'
[21] Cyrenius: 'Ja zeker Heer, dat zal ik beslist doen!'
[22] En nu het Kindje weer: 'Nu dan, als jij, als mens, zoiets al doet uit liefde voor jouw kinderen, waarom zou God, de Heilige Vader Zelf, dit dan ook niet doen uit Zijn grenzeloze liefde voor Zijn kinderen?'
[23] Dit was voor Cyrenius in alle opzichten een volledig antwoord, zodat hij, en ook alle anderen, erdoor met de grootste hoogachting werden vervuld; hij had dan ook verder geen enkele behoefte meer om daarover nog iets te vragen!
«« 118 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.