[2] Als U het goed vindt willen wij nu de grote eettafel dekken en dan de maaltijd opdienen.'
[3] Jozef zei: 'Goed kinderen, doen jullie dat, maar trekken jullie wel je nieuwe kleren aan, want we vieren vandaag de bruiloft van Cyrenius!
[4] Ook jullie moeten daarbij aanzitten, en dus moeten jullie ook feestelijk gekleed zijn! Doet dus alles wat jullie weten dat passend en juist is!'
[5] Jozefs zonen maakten dus de tafel op en deden verder ook alles zoals Jozef het graag had.
[6] Maar nu kwamen ook de beide jongelingen naar Jozef toe en zeiden:
[7] 'Vader Jozef, wat vindt U er van, de kleding, die wij nu dragen, dat is onze werkkleding, moeten wij nu eigenlijk ook niet echte feestkleding aantrekken?'
[8] Jozef antwoordde: ' Jullie zijn engelen van de Heer en wat jullie daar aan hebben dat is zo al een allerprachtigst feestgewaad; waarom dan nog iets anders?'
[9] De jongelingen zeiden echter: 'Het gaat er maar om, dat wij niemand ergeren; wij willen niet anders doen, dan wat u aan uw zonen bevolen hebt. Ook wij willen dus in feestgewaad aan uw tafel deelnemen!
[10] Staat u ons toe ons even terug te trekken, dan kunnen wij ons, net als uw zonen, verkleden.'
[11] 'Nu, als jullie dat dan -ongetwijfeld vanwege de Heer -nodig vinden,' zei Jozef, 'doet dat dan maar! Jullie bent nu eenmaal des Heren dienaren en kent Zijn Wil ongetwijfeld het beste; doet dus maar dienovereenkomstig!'
[12] De beide jongelingen gingen dus de kamer uit en kwamen al spoedig weer terug samen met de zonen van Jozef en met alle andere jongelingen, maar nu waren zij gehuld in stralende kledij. ..als waren ze bekleed met het fraaiste morgenrood.
[13] Hun gezichten, handen en voeten straalden als de opkomende zon!
[14] Cyrenius en zijn gevolg waren met stomheid geslagen bij het zien van deze onvergelijkbare majesteitelijke pracht!
[15] IJlings zei Cyrenius tegen Jozef, geïmponeerd als hij was:
[16] 'Verhevenste vriend, nu heb ik de grenzeloze heerlijkheid van jouw Huis pas goed leren kennen! Laat mij dus nu maar liever weggaan, want deze Heerlijkheid zal mij nog verteren!
[17] Waarom moest je nu je zonen opdragen zich te verkleden?! Als je dat niet had gedaan, zouden de dienaren des Heren ongetwijfeld hun oorspronkelijke eenvoud en hun nederige kledij gehandhaafd hebben!'
[18] Door deze woorden kwam ook Jozef, die eveneens in ademnood naar deze superglans had staan staren, weer tot zichzelf. Dadelijk gaf hij zijn zonen opdracht om opnieuw hun normale werkkleding aan te trekken.
[19] De zonen van Jozef verdwenen dus en ook de jongelingen gingen weg om van kleding te wisselen. Samen met Jozefs zonen kwamen ze daarna terug, opnieuw in hun oorspronkelijke eenvoud gehuld.
[20] Nu was Cyrenius van zijn beklemmende gevoel bevrijd, zodat hij zich met zijn vrouw rustig aan tafel kon begeven. Vervolgens deed dat ook zijn gevolg.
[21] Hij zat met de zijnen aan het hogere gedeelte van de tafel, terwijl Jozef, Maria met het Kindje, Eudokia, Jozefs zonen en de jongelingen aan het lagere gedeelte aanzaten. En nadat Jozef de lofzang voor tafel beëindigd had, kon iedereen met eten en drinken aanvangen.
[22] Er waren een paar officieren, onder wie de stadscommandant, die zich koesterden in het zalige gevoel van lijfelijk aan te zitten aan de godentafel op de Olympus, zozeer waren ze overrompeld door dit bovennatuurlijke karakter van Jozefs huisgezin, en zo weinig notie hadden zij er feitelijk van!
«« 119 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.