Gebod van Augustus om alle inwoners van het land te schatten en te tellen. Nieuwe zorgen, nieuwe troost

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 12 / 302 »»
[1] Welgemoed bracht Jozef met Maria, die nu zijn vrouw was, de resterende twee maanden thuis door en werkte extra hard voor het onderhoud van Maria.
[2] Maar toen vervolgens voor Maria de tijd aanbrak, dat zij zou gaan baren, gebeurde er weer iets ergs, waardoor Jozef in de groot­ste moeilijkheden geraakte!
[3] De Romeinse keizer Augustus liet namelijk in alle landen waarover hij regeerde een gebod uitgaan dat alle volkeren van zijn rijk moesten worden geregistreerd en geteld, en dat zij terwille van een juiste belastingheffing en ook voor de rekrutering moesten worden beschreven (zie noot 27).
[4] Voor de Nazareners was er uiteraard geen uitzondering ge­maakt, en dus was Jozef genood­zaakt om naar Bethlehem te gaan, de stad van David, alwaar de Ro­meinse registratie-commissie ge­vestigd was.
[5] Toen hij op de hoogte kwam van dit gebod -waarvoor hij trou­wens al eens op een vergadering te Jeruzalem had moeten verschij­nen, zei hij bij zichzelf:
[6] 'Heer God, dat is opnieuw een zware slag voor mi j , nu juist in deze ti;::, nu Maria vlak voor haar bevalling staat!
[7] Maar wat kan ik anders doen? Ik moet mijn zoons wel la­ten inschrijven, want die zijn dienstplichtig. Maar wat moet ik in 's Heren naam met Maria beginnen?
[8] Thuis laten kan ik haar niet. ..Wat zou ze moeten begin­nen, als inmiddels haar tijd zou zijn aangebroken?
[9] Maar, neem ik haar mee, wie geeft me dan de zekerheid dat zij niet onderweg al bevalt; dan zou ik immers ook niet weten wat ik met haar zou moeten begin­nen!?
[10] Maar gesteld dat ik haar nog op het nippertje voor de Ro­meinse ambtenaren zou weten te brengen, hoe zal ik haar dan laten inschrijven? ...
[11] Als mijn vrouw soms, ... maar behalve de hogepriester en ikzelf weet niemand daar nog iets van!
[12] Werkelijk, ik zou mij bijna schamen tegenover de zonen van Israël; zij weten immers best dat ik al over de 70 ben! Wat zullen die wel zeggen als ik dit nauwe­lijks 15­ jarige kind­ dat nota bene ook nog hoogzwanger is -Iaat in­schrijven als mijn wettige vrouw!?
[13] Of zal ik haar misschien la­ten inschrijven als mijn dochter? Maar dat kan immers ook niet, want de zonen van Israël weten heel goed waar Maria vandaan komt, en dat zij niet mijn dochter is!
[14] En Iaat ik haar inschrijven als een maagd des Heren, die mij ter bescherming is toevertrouwd, wat zal ik dan te horen krijgen van degenen, die niet weten, dat ik mij alreeds in de Tempel verantwoord heb, ingeval zij Maria in hoog­zwangere positie te zien zouden krijgen?!
[15] Maar ik weet al wat ik doen zal. Ik zal de dag des Heren af­wachten (zie noot 28). Op die dag zal God de Heer doen wat Hij van plan is, en dat zal niets anders dan het allerbeste kunnen zijn! Ja zo moet het dan maar!'
«« 12 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.