Cyrenius krijgt een lesje over de beloofde plagerijen van de Heer. Jozef verklaart wonderbaarlijke natuurverschijnselen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 128 / 302 »»
[1] Toen alles weer ordelijk en rus­tig was geworden richtte het Kind­je Zich op en zei vervolgens tegen Cyrenius:
[2] 'Luister nu eens naar Mij, jij nobele man! Herinner je je nog het moment, waarop Ik Mijn broeder Jacob aan zijn haren trok?
[3] Alle kleine verrassingen, die je sedertdien overkwamen, waren namelijk niets anders dan kleine haartrekpartijtjes!
[3] Toen wilde je, dat Ik dat ook bij jou zou doen!
[4] Ik heb je toen beloofd het te zullen doen! Nu houd Ik Mijn belofte!
[6] Als je in de toekomst nieuwe wederwaardigheden ondergaat, moet je je déze te binnen roe­pen. ..niet bang zijn. ..en nooit kwaad worden !
[7] Het zal je allemaal beslist geen kwaad doen, want Ik doe dat speciaal voor hem, die Ik liefheb! Zo iemand heeft niets te vrezen, noch in deze, noch ook in de an­dere wereld!'
[8] Toen hij deze verklaring van het Kindje hoorde, kon Cyrenius zijn tranen niet bedwingen. Van dankbare wederliefde was hij he­lemaal in de war!
[9] Velen van de heidenen, die eromheen stonden, hoorden ook deze toespraak van het Kindje. Stomverbaasd waren ze dat een kindje van nauwelijks drie maan­den kon praten als iemand die vol­ledig en voorbeeldig is opgevoed!
[10] Enkelen van hen spraken Jozef aan en vroegen hem, hoe het mogelijk was, dat een kindje van die leeftijd zo volmaakt redelijk en beschaafd kon spreken.
[11] Jozef trok z'n schouders maar eens op en zei: 'Lieve men­sen, op deze grote aarde kun je de wonderlijkste dingen meemaken, vooral als het om terreinen des levens gaat!
[12] Wij kunnen die weliswaar met onze eigen ogen waarnemen, maar wie kan er nu de geheime wetten doorgronden van een scheppende God, die zoiets doet?!
[13] Werkelijk, wij die zelf de grootste wonderen zijn, we stap­pen met onze voeten dageli jks dwars door veel andere wonderen ...en we hebben er nauwelijks aandacht voor!
[14] Wie van ons heeft er im­mers enige notie van, hoe al die ontelbare wonderwerken tot stand komen. .., hoe bijvoor­beeld het gras, een boom, een worm, een mug, en een vis in het water?!
[15] Wij kunnen niet anders doen dan al deze wonderen waar­nemen. ..en dan de grote, heilige architect ervan roemen, loven en aanbidden!'
[16] Deze verklaring van Jozef bevredigde de vragenstellers vol­ledig.
[17] Van dit ogenblik af keken zij met heel andere ogen tegen de natuur aan!
[18] Ze verspreidden zich nu in alle richtingen over de onbeboste bergtop en beschouwden aan­dachtig de wonderen der schepping.
[19] Nu wendde Cyrenius zich heimelijk tot Jozef om hem te vra­gen of hij het antwoord op de ge­stelde vraag werkelijk niet gewe­ten had.
[20] Jozef verzekerde hem dat dit inderdaad zo was, waar hij aan toevoegde: 'Vraag het maar eens aan het Kindje; Dat zal je onge­twijfeld de beste verklaring ge­ven!'
«« 128 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.