[2] 'Broeder, op deze wijze voert de Heer Zijn volk door allerlei woestenijen en steppen! Maar degenen, die Hem op Zijn wenken gewillig volgen, die komen met zekerheid op hun eindbestemming!
[3] In Egypte hebben we gesnakt naar vrijheid, in Babylon hebben we van verdriet moeten huilen, niettemin heeft de Heer ons opnieuw bevrijd!
[4] Thans zijn we onderworpen aan het adelaarsembleem van de Romeinen; ook dat is de wil des Heren! Laten we dus maar doen wat Hij van ons wil; Hij zal zeker wel weten, waarom Hij het zo heeft ingekleed.
[5] Jozef begreep heel wel, wat zijn vriend daarmee had bedoeld te zeggen, en, toen die vriend hem, na de zegen te hebben uitgesproken, verliet, zei hij dan ook tegen zijn jongens:
[6] 'Luisteren jullie eens goed! Het is de wil van de Heer, dat wij allemaal samen naar Bethlehem gaan; dus moeten wij ons naar Zijn wil voegen en doen wat Hij wil!
[7] Joël, zadel jij de ezelin voor Maria; neem het zadel met de ruggesteun! Joses, doe jij de os een toom aan en span hem voor de wagen, want daarin moeten we onze leeftocht vervoeren.
[8] Jullie, Samuël, Simeon en Jacob, jullie laden genoeg houdbare vruchten, brood, honing en kaas in de wagen voor een dag of veertien, want we weten niet hoe vlug we aan de beurt komen en weer weg zullen kunnen gaan. En we weten ook niet wat er met Maria zal gaan gebeuren wellicht ook schoon linnengoed dus en luiers inladen!'
[9] De zonen deden alles precies zoals Jozef het had opgedragen.
[10] Toen ze ermee klaar waren, kwamen ze alles laten zien.
[11] Nu knielde Jozéf met heel zijn gezin neer om te bidden en zichzelf en al de zijnen in de Hand des Heren aan te bevelen.
[12] Toen hij deze gebeden plus de lofzang beëindigd had, hoorde hij een Stem die klonk als kwam die van buitenshuis, en die hem zei:
[13] ' Jozef, jij bent een trouwe zoon van David, de man naar Gods hart! ...
[14] Toen David tegen de reus ten strijde trok, toen was met hem de hand van de Engel, dien de Heer hem terzijde stelde, en daardoor weet je, werd je voorvader tot een machtig overwinnaar! ...
[15] Jij echter wordt begeleid door Hemzelf, Die was in eeuwigheid, Die hemel en aarde geschapen heeft! Door Hem, Die het in de tijd van Noach veertig dagen lang dag en nacht liet regenen, om alle schepselen, die Hem vijandig gezind waren te verdrinken.
[16] Hij, Die Izaak aan Abraham schonk; Hij, Die Zijn volk uit Egypte leidde; Hij, Die de verschrikkelijke Spreker was tot Mozes op de berg Sinaï! ...
[17] Weet, dat Hij nu lijfelijk deel uitmaakt van jouw huisgezin, en dat Hij met jou naar Bethlehem vertrekken zal! Wees dus maar gerust, Hij zal niet gedogen dat jou ook maar een haar gekrenkt wordt!'
[18] Toen Jozef dit alles had gehoord, werd hij werkelijk vrolijk. Hij dankte de Heer voor deze genade en hij zegde een ieder aan, zich gereed te maken voor vertrek.
[19] Hij tilde Maria zo voorzichtig als maar mogelijk was op het lastdier in een gemakkelijke zit, nam de teugels en mende zelf de ezelin.
[20] Zijn zoons voerden de zwaar beladen wagen en hielden gelijke tred met de ezelin.
[21] Na een poosje gaf hij de teugels over aan zijn oudste zoon en ging zelf naast Maria lopen, omdat die soms onwel werd en eigenlijk niet in staat bleek om zich in het zadel overeind te houden.
«« 13 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.