[2] 'Hoogheid!, ik weet dat U en met U vele andere notabelen van Rome -zich intensief met de natuurwetenschappen hebt beziggehouden.
[3] Ik voor mij, ik ben altijd meer soldaat dan geleerde geweest.
[4] Maar deze hoogst uitzonderlijke gebeurtenis, die zich hier voor onze eigen ogen afspeelde, dwingt mij tot nadenken!
[5] Ik kan hoegenaamd geen andere verklaring vinden, dan dat er in ernst alleen aan ten grondslag kan liggen, de uitzonderlijke macht van dit joodse Kindje. ..!
[6] Maar zou er nu echt geen andere oorzaak kunnen zijn? Zouden er niet nog onbekende of geheime wetten van de natuur kunnen bestaan, waaruit een en ander even goed opgewekt zou kunnen zijn, als bijvoorbeeld regen, hagel en sneeuw?
[7] Geeft U mij toch alstublieft enig inzicht, opdat ook ik er iets van kan begrijpen, en er niet bij hoef te staan als een "Illyrische kous"!'
[8] Cyrenius gaf de overste ten antwoord: 'Beste vriend, het is niet verstandig van je om je terzake tot mij te wenden!
[9] Ik begrijp er namelijk net zo weinig van als jij! Alleen, dat dit alles volgens bepaalde wetten gebeurt, dat is wel zeker!
[10] Maar, hoe die wetten luiden en werken, dat zal nauwelijks iemand anders weten, dan de Grote Wetgever van de natuur Zelf!
[11] En mij is in ieder geval niet bekend, of het wel passend is dat wij stervelingen die Grote Wetgever zouden vragen hoe die wetten in elkaar zitten!'
[12] Maar nu zei de overste: 'Nu Hoogheid. .., daar is de Wijze Man, hier is zijn wonderlijke Kind en zijn ook de twee hoogst merkwaardige jongelingen, die ons vanmorgen met hun stralende kledij zo van streek hebben gemaakt !
[13] Zou het nu zo gek zijn, als we ons inzake deze hoogst merkwaardige geschiedenis tot hen zouden wenden?'
[14] Cyrenius antwoordde: 'Probeer het maar, als je er de moed toe hebt!
[15] Ik heb die in elk geval nu niet; ik zie namelijk heel goed in, dat dit wezens zijn met een volledig andere natuur dan de onze!'
[16] 'Aan moed,' antwoordde de overste, 'mankeert het mij niet,
[17] maar, als Uwe Hoogheid die mening bent toegedaan, dan zal ik de laatste zijn die hier hoogverraad voor zou willen plegen; en stel mij tevreden met mijn onwetendheid!'
[18] Nu sprak Jozef tegen Cyrenius: 'Broeder, laat iedereen zich nu klaar maken om op te breken; de zon neigt reeds ter kimme!'
[19] Cyrenius gaf nu de nodige instructies, zodat iedereen al gauw klaarstond voor de terugreis, die overigens zonder enige hindernis verliep; zodat men twee uren later weer bij de villa terug was.
«« 133 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.