De maaltijd in Jozefs huis. Het Kindje voorspelt een aanslag op Cyrenius. Cyrenius terug naar zijn residentie. De leeuwen als nachtwakers. De overval

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 135 / 302 »»
[1] Na deze bespreking gingen de drie leeuwen weer van Cyrenius weg en trokken zich in hun wagen­loods terug.
[2] Weliswaar had Cyrenius nog met Jozef over deze verschijning willen spreken, maar de zonen van Jozef kwamen juist binnen en gaven te kennen dat het eten klaar was en dat de tafel gedekt stond.
[3] Daarom nodigde Jozef da­delijk het hele gezelschap uit om zich naar de eetkamer te begeven en zich aan tafel met spijs en drank te sterken.
[4] Gevolg gevend aan deze uit­nodiging begaf iedereen zich nu naar de eetkamer om te eten van de inmiddels gezegende spijzen en de dorst met water met citroensap te lessen.
[5] Na deze maaltijd, die wel een uur duurde, dankte Jozef God en zegende de gasten.
[6] Het Kindje verlangde dat Cyrenius bij Hem kwam. Toen deze met de grootste bescheiden­heid naar Hem toekwam, sprak het Kindje tot hem:
[7] 'Cyrenius, vannacht zul je in je slaapkamer door een troepje verraders worden overvallen.
[8] Daarom geef ik je de drie leeuwen mee; je moet ze rustig tot je slaapvertrek toelaten, waar­heen ze je zullen volgen.
[9] Zodra de verraderlijke ben­de je kamer binnenkomt, zal die door de drie leeuwen genadeloos worden aangevallen en ver­scheurd!
[10] Jou zal echter niets overko­men. Wees dus niet bang voor die drie leeuwen, want ze zullen jou helemaal als hun meester be­schouwen. 
[11] Uit het diepst van zijn hart dankte Cyrenius nu het Kindje en hij overlaadde Het met kussen; en alhoewel zij niet wist wat het Kind je met Cyrenius had bespro­ken, deed Tullia hetzelfde.
[12] En daar het al avond ge­worden was brak Cyrenius met zijn hele gezelschap op, herinner­de nog eens aan zi jn uitnodiging voor de volgende dag, vroeg Jo­zefs zegen en ging vervolgens naar de stad.
[13] Nog had hij zijn voet niet over de drempel gezet, of daar kwamen ook de drie leeuwen al aan, die Cyrenius gestadig naar zijn woning begeleidden.
[14] Toen hij zich met Tullia te bed had begeven, gingen de leeu­wen daaromheen liggen, terwijl ze hun stralende ogen voortdurend op de toegangsdeuren richtten.
[15] Wel gingen er nadien nog herhaaldelijk bedienden van Cy­renius in en uit, maar daar sloegen de leeuwen geen acht op.
[16] Bij het ingaan van de twee­de nachtwake echter, kwam een twintigtal vermomde kerels op hun tenen stilletjes Cyrenius' ka­mer binnen en gingen zachtjes op het bed van Cyrenius af.
[17] Toen ze het bed op een me­ter of vijf genaderd waren, en ze hun dolken hadden getrok­ken, ...
[18] stortten de drie leeuwen zich plotseling onder hevig gebrul op hen, en scheurden hen in wei­nige ogenblikken in stukken; geen van de moordenaars ontkwam aan hun klauwen.
[19] Ze waren uiteraard niet op zo'n tegenaanval verdacht ge­weest, zodat zij reeds bij de eerste sprong van de leeuwen in grote verwarring raakten en niet eens meer dachten aan zelfverdediging.
[20] Geen van hen kon tenge­volge daarvan een uitweg vinden, en zo vielen ze, de een na de ander ten prooi aan de woedende leeu­wen!
[21] Aldus werd Cyrenius die nacht op wonderbaarlijke wijze door de drie leeuwen gered. De volgende morgen was hij dan ook niet weinig verbaasd, toen hij die verminkte lijken in zijn kamer ontdekte.
«« 135 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.